woensdag, december 30, 2009

Woorden wekken, voorbeelden trekken

Dit aloude gezegde kan men toepassen op elk onderdeel van het menselijk leven en dus ook op het kerkelijk leven. Meer zelfs, het vormt vaak een maatstaf, ja zelfs spiegel waarmee een groter inzicht kan verworven worden in een bepaald maatschappelijk en kerkelijk fenomeen.
Kardinaal Danneels
Zo kan men, nu wij de nadagen van kardinaal Danneels als primaat meemaken, dit gezegde toepassen op de erfenis van kardinaal Danneels. Immers, hij was/is het die altijd in de media geroemd werd voor de wijze waarop hij de Kerk 'relevant' kon maken naar buiten toe en dan met name door zijn beeldrijk en spitsvondig taalgebruik. Woorden wekken...
Hierbij gaat het niet om de vraag of een andere benadering dan deze van kardinaal Danneels in staat zou zijn geweest om het anti-katholicisme in de Belgische politiek en media te keren. Dit is een vraag voor cultuurhistorici. Het gaat echter wel om de interne 'spirit' en organisatie van de katholieke Kerk. Welke katholieke ouder kan in Vlaanderen met zijn hand op het hart instaan voor de katholiciteit van de 'katholieke' school? Welke praktiserende katholiek durft  zijn hand in het vuur steken voor de orthodoxie van de Leuvense theologie-faculteit? Wie beantwoordt de gewetenslast van zovelen die in 'katholieke' ziekenhuizen geconfronteerd worden met niet-katholieke handelingen? Van welke preekstoel klinkt nog een katholiek geluid? Dit zijn enkele vragen die, nu na een tijdperk, ofwel helaas opgeworpen moeten worden of nog altijd niet beantwoord zijn geworden?
In de mate dat het Danneels-tijdperk de gewetens van katholieken heeft bezwaard, geeft de spiegel die we voorhouden een misvormd beeld.
De wereldkerk
Ook wanneer we ons gezichtsveld uitbreiden naar de wereldkerk, constateren we dat nog nooit er zulk een overvloed aan Romeinse documenten is geweest (voor wie zich wil oriënteren hierin vormt www.rkdocumenten.nl een goed uitgangspunt). Woorden wekken...
Rome liet echter niet na om, ook wanneer individuele verantwoordelijken faalden, te handelen (met de soms gebruikelijke vertraging, eigen aan een 'multinational' en het subsidiariteitsprincipe). Of het nu gaat om het kerkelijk wetboek, de catechismus, de ondersteuning van nieuwe bewegingen, de activering door bv. heilig-en zaligverklaringen of waarschuwingen en veroordelingen, dit alles zijn concrete handelingen ter implementatie van de geloofsinhoud.
De lijst van gevallen die aan deze concrete woorden en voorbeelden geen gevolg gaven is helaas ellenlang én wereldwijd. 'Geen gevolg geven' kan vele vormen aannemen: het laten voortbestaan of voorthandelen van onorthodoxe instituties en personen, schuldige onwetendheid omtrent toestanden, ja zelfs Romeinse veroordelingen (!), tot het actief ondersteunen van heterodoxe bewegingen en stromingen. Wie het katholieke nieuws in de Lage Landen en wereldwijd volgt, kan voor elk van deze mogelijkheden wel een voorbeeld geven. Woorden wekken, voorbeelden trekken.
Sint-Thomas van Aquino
Geconfronteerd met deze situatie is het als het ware de plicht van elke katholiek zich te te laten doordringen van de bronnen van het katholieke geloof; niet op een protestantse wijze als een autodidact maar met een betrouwbare leiddraad zoals daar ondermeer is Sint-Thomas van Aquino en de thomistische traditie. In het filosofische en theologische landschap van vandaag en in het bijzonder van de Lage Landen, betekent dit een moeizame en soms eenzame weg afleggen.
De Heilige Wijdingen
Een centraal inzicht van Sint-Thomas betreft de relatie tussen het gewijde ambt of "Heilige Wijdingen" en de Eucharistie (Summa Theologiae, Supplementum, qq. 36-37). Door het sacrament van de Heilige Wijdingen wordt men aangesteld om anderen in de Goddelijke Werkelijkheid binnen te leiden en een tweevoudige handeling uit te voeren. De eerste en wezenlijke handeling betreft het werkelijke Lichaam van Christus;
de tweede, en deze is secundair, betreft het mystieke Lichaam van Christus.
De tweede handeling hangt af van de eerste. De wezenlijke handeling die dus het het gewijde ambt definieert is de viering van de Eucharistie.
Daarom hangt de zending van een bisschop, alhoewel deze meer van de secundaire handeling over het mystieke lichaam van Christus vereist dan dan het geval is bij de priester, af van de wezenlijke handeling van de viering van de Eucharistie. Voor Sint-Thomas zijn bisschoppen en priesters instrumenten van het uitstromen van Christus' genade: "de dienaars van de Kerk zijn boven de anderen geplaatst, niet om iets aan zichzelf te bedelen krachtens hun eigen heiligheid (want dit behoort enkel toe aan God), maar als dienaars, als instrumenten van het uitstromen van het Hoofd naar de ledematen".
Daarom ligt het onderscheid tussen de verschillende Wijdingen in de relatie tot de Eucharistie. Priester en bisschop kunnen beiden dezelfde Eucharistie vieren,  maar de bisschop heeft een meer volkomen 'potestas' binnen dezelfde Wijding aangezien hij bv. anderen kan wijden.
De Buitengewone Vorm van de éne Romeinse Ritus
Wanneer we zo dus de Romeinse daadkracht combineren met de woorden van Sint-Thomas omtrent de relatie tussen Eucharistie en de Heilige Wijdingen, in het bijzonder van priester en bisschop, dan is het volgende bericht van immens belang.
In het kader van de conferentie voor het Jaar van de Priester, georganiseerd door Amerikaanse en Australische priesters en welke zich voltrekt in het Vaticaan en meer bepaald in Domus Sanctae Marthae, zullen zowel de Prefect als de Secretaris van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst celebreren volgens de Buitengewone Vorm.
Woorden wekken, voorbeelden trekken

zaterdag, december 26, 2009

Nu meer dan ooit: de Sedia Gestatoria

De aanval op Onze Heilige Vader -die God zij dank zonder al te veel erg is afgelopen, maar voor hoelang nog? - heeft niet enkel de inefficiëntie van diens bewaking aan het licht gesteld, maar ook de noodzaak om de Sedia Gestatoria, voor het laatst gebruikt door Johannes Paulus I in 1978, en de Guardia Palatina en de Guardia Nobile, afgeschaft door Paus Paulus VI in 1970 terug in te voeren of tenminste de huidige Zwitserse Garde te hervormen en uit te breiden.
Als argumenten kan men naar voren halen:
1/ Op deze wijze wordt de verheven van het pauselijk ambt, als plaatsvervanger van Christus op aarde, duidelijker naar voren gebracht. De verhevenheid van het ambt staat niet in tegenstelling met de persoonlijke heiliging en nederigheid van diegene die door de H. Geest tot dit ambt is gekozen.

2/ De zichtbaarheid van de Paus -een probleem, zeker in de Sint-Pietersbasiliek maar ook op het Sint-Pietersplein en de Paulus VI-zaal- wordt vergroot.

3/ De Sedia en de menselijke barrière van het Pauselijk Hof en de Guardia vergroot aanzienlijke de veiligheid van de Paus.

4/ Het vormt een aanzienlijke verlichting van de inspanningen die de Paus moet doen, zeker in liturgische plechtigheden.

Onderstaande foto van de Eerbiedwaardige Paus Pius XII, gedragen en geflankeerd door de sediari pontifici, vervolgens door de Guardia Nobile en het Pauselijke Hof (sinds Pontificalis Domus (1968) "Pauselijk Huis" genoemd) toont duidelijk de ondoordringbaarheid voor aanvallen van omstaanders aan.


donderdag, december 24, 2009

Aanzet tot een zicht op de "definitieve betekenis" van het denken van Edward Schillebeeckx

De intellectuele eerlijkheid gebiedt ons te wijzen op de vele malen dat de Congregatie voor de Geloofsleer Prof. Schillebeeckx heeft opgeroepen publiek "dubbelzinnigheden" inzake de christologie (Cf.de brief van de Congregatie van 20 november 1980) en "belangrijke punten die niet in overeenstemming zijn met het onderricht van de Kerk" inzake de leer over het ambt (cf. Schrijven van de Congregatie van 15 september 1980) te herroepen. Een oproep waar Prof. Schillebeeckx bij leven helaas mea scientia niet aan heeft voldaan.

Moge de "relevantie" van zijn rol tijdens Vaticanum II weliswaar duidelijk zijn -zoals zo sober wordt geformuleerd door de Mgr. Van Luyn namens de Nederlandse bisschoppenconferentie- en moge vele van zijn studies inderdaad "opzien gebaard hebben", dan lijkt zijn betekenis inzake deze dubbelzinnigheden en onorthodoxe punten veeleer duidelijk te zijn.
Gebiologeerd door het hermeneutisch en existentieel relativisme, heeft zijn onderricht de preekstoelen van vele kerken bereikt en zo bijgedragen aan de doctrinele verwarring van de zestiger en zeventiger jaren.
De omzichtige maar duidelijke wijze waarmee zijn werk door Rome is onderzocht geworden, dankzij de inspanningen van o.a. pater Van der Ploeg O.P. en Prof. Cornelia de Vogel (zie P. Luykx, Cornelia de Vogel: Leven en Bekering, Hilversum, 2004, pp. 162ff.) werd door aanhangers als een niet-veroordeling geïnterpreteerd. Alhoewel de rol van Prof. Van der Ploeg en Prof. De Vogel wél op basis van archiefmateriaal onderzocht, is dit mea scientia niet het geval voor andere deelnemers.
Zo hebben wij persoonlijk in het archiefmateriaal van pater Andreas Maltha O.P. kunnen lezen dat Schillebeeckx slechts tweede keuze was in 1957. Pater Maltha werd echter afgewezen door de Nederlandse bisschoppen en na het dreigement de leerstoel te Nijmegen te onttrekken aan de Dominicanen hebben de Dominicanen Schillebeeckx uit Vlaanderen voorgesteld.

Onze negatieve beoordeling van centrale elementen van het denken van Prof. Schillebeeckx wat betreft diens kenleer (in feite het fundament van geheel zijn theologie), zijn neiging tot historische relativisme wat de dogma's betreft, zijn impliciet Nestorianisme, verwaarlozing van de Eucharistie als Christus' offer, etc. zijn gebaseerd op volgende studies. (Het is trouwens opvallend dat enkele van deze titels niet zijn opgenomen in de 'officiële' secundaire bibliografie die de Edward Schillebeeckx Stichting op hun website ter beschikking stellen)
Moge deze lijst een uitnodiging zijn om het "toekomstig onderzoek" naar het verleden te plaatsen.
"Aquinatem deserere, ... non sine magno detrimento esse" (H. Pius X, Pascendi dominici gregis, nr. 45)

Descamps, A.L., bespreking van 'Jezus, het verhaal van een levende, in: Rev. Théol.
Louv. 6 (1975) 212-223.

Elders, L., La nuova cristologia del Prof. E. Schillebeeckx, in: Divus Thomas 78 (1975) 233-253.

Elders, L., La cristologia di Schillebeeckx, in: La Rivista del clero italiano 57 (1975) 641-651.

Elders, L., L’epistomologia di Schillebeeckx e la dottrina della fede, in: La Rivista del clero italiano 58 (1976) 988-998.

Steltenpool, Th., De Jezus van Prof. Schillebeeckx: Kritische bijdrage tot binnenkerkelijk geloofsgesprek, Roermond 1977.

Amato, A., Cristologia metaecclesiale? Considerazioni sulla cristologia `metadogmatica' di E. Schillebeeckx, in: In Ecclesia, Roma, LAS, 1977, 253-280

Iammarrone, L., La teoria della identificazione ipostatica come `reinterpretazione' della definizione dogmatica del Concilio di Calcedonia nel pensiero di E.
Schillebeeckx, in: Misc. Franc. 78 (1978) 435-494

Iammarrone, L., La divinità di Cristo nell'opera `Gesù: Storia di un vivente' di E. Schillebeeckx, in: Doct. Comm. 22 (1979) 189-220.

Elders, L., El pensamiento moral de Schillebeeckx en su “Gerechtigheid en Liefde, Genade en Bevrijding”, in: Etica y teología ante la crisis contemporánea. I Simposio Internacional de Teología de la Universidad de Navarra (1979), ed. por J. L. Illanes e. a., Pamplona 1980, 223-237.

Cavalcoli, G.,Il criterio della verità secondo Schillebeeckx,in: Divus Thomas (1984) 188-205.

Scheffczyk, L., Christology in the Context of Experience: On the Interpretation of Christ by E. Schillebeeckx, in: The Thomist 48 (1984) 383-408.

Iammarrone, L., La cristologia di Schillebeeckx, Genua, Ed. Quadrivium, 1985; 368 p.

Brown, D., The Divine Trinity, Duckworth, 1985, pp 138-142

Cavalcoli, G.,La cristologia di E. Schillebeeckx, in: Divus Thomas (1987) 65-80.

Carnley, P., The Structure of Resurrection Belief, Oxford, 1987, pp. 199-222.

Reckinger, Fr., Christliche Identität – wirklich gewahrt? Zu: E. Schillbeeckx, Christliche Identität und kirchliches Amt. Plädoyer für den Menschen in der Kirche, Düsseldorf 1985, in: Forum Katholische Theologie 3 (1987) 140-154.

Macquarrie, J., Jesus Christ in Modern Thought, SCM, 1990, pp 308-313

Stöhr, J., Überlegungen zu einigen neueren Theorien nicht-begrifflicher Erfahrung der Offenbarung, in: Elders SVD, L. (Hrsg.), La doctrine de la révélation divine de saint Thomas d'Aquin. Actes du Symposium sur la pensée de s. Thomas d'Aquin tenu a Rolduc (4./5.11.1989), Libreria editrice Vaticana 1990 (Studi Tomistici 37) 250-278

Phillips, P., Schillebeeckx's Soteriological Agnosticism, in: New Blackfriars 78 (1997) 76-84

Levering, M., Sacrifice and Community. Jewish Offering and Christian Eucharist, Blackwell, 2005, pp. 19-22

Cavalcoli, G., Cavalcoli, Giovanni: La negazione dell'inferno nelle teologia di K. Rahner e di E. Schillebeeckx. In: Fides catholica 3 (2008) 433ff.

maandag, december 21, 2009

Gebeden bij het aankleden

Wie vertrouwd is met de Buitengewone Vorm kent misschien de Gebeden bij het aankleden (zie o.a. de Rubrieken van het Missaal van 1962 vertaald door pastoor Mennen). Alhoewel in onbruik geraakt in de Gewone Vorm, zijn deze zeker niet verboden!

Bovendien zijn deze gebeden recentelijk opgenomen in het Compendium Eucharisticum, uitgegeven door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst naar aanleiding van het Jaar van de Priester.

Ter herinnering, deze gebeden zijn als volgt:

Amict
Impone, Domine, capiti meo galeam salutis, ad expugnandos diabolicos incursus.
Plaatsm o Heer, op mijn hoofd de helm van het heil, opdat ik alle duivelse aanvechtingen mag overwinnen."

Albe
Dealba me, Domine, et munda cor meum; ut, in sanguine Agni dealbatus, gaudiis perfruare
sempiternis.

Bekleed mij, o Heer en reinig mijn hart, opdat ik door het Bloed van het Lam wit gewassen, de eeuwige vruchten mag genieten.

Cingel
Praecinge me, Domine, cingulo puritatis, et exstingue in lumbis meis humorem libidinis; ut maneat in me virtus continentia et castitatis.
Omgordt mij Heer met de singel van de kuisheid en doof in mijn lendenen de drijfveer van de begeerte, opdat in mij blijve de deugd van onthouding en kuisheid.

Manipel
Merear, Domine, portare manipulum fletus et doloris; ut cum exsultatione recipiam mercedem laboris.
Moge ik, o Heer, waardig zijn de manipel van tranen en pijn te dragen opdat ik met jubel het loon van de arbeid mag ontvangen.

Stola
Redde mihi, Domine, stolam immortalitatis, quam perdidi in praevaricatione primi parentis: et,
quamvis indignus accedo ad tuum sacrum mysterium, merear tamen gaudium sempiternum.

Geef mij, o Heer het kleed van de onsterfelijkheid terug, dat ik door de val van de stamouders heb verloren en ofschoon ik onwaardig ben tot uw geheim te naderen, dat ik toch de eeuwige vruchten verdiene

Kazuifel
Domine, qui dixisti: Iugum meam suave est et onus meum leve: fac, ut istud portare sic valeam, quod consequar tuam gratiam. Amen.
O Heer, U die gezegd hebt: mijn juk is zacht en mijn last is licht, geef mij dat ik dit juk en deze last zo mag dragen dat ik tot uw genade moge komen. Amen

Don Mauro Gagliardi, consultor bij het Pauselijke Bureau voor Liturgische Vieringen heeft op Zenit een artikel gepubliceerd over de achtergrond en spirituele betekenis van deze gebeden. Klik hier voor het gehele artikel.

Zijn besluit luidt:
"In conclusion, one hopes that the rediscovery of the symbolism of the liturgical vestments and the vesting prayers will encourage priests to take up again the practice of praying as they are dressing for the liturgy so as to prepare themselves for the celebration with the necessary recollection.

While it is possible to use different prayers, or simply to lift one's mind up to God, nevertheless the texts of the vesting prayers are brief, precise in their language, inspired by a biblical spirituality and have been prayed for centuries by countless sacred ministers. These prayers thus recommend themselves still today for the preparation for the liturgical celebration, even for the liturgy according to the ordinary form of the Roman Rite."

Een eveneens waardevolle beschouwing over deze gebeden is van de hand van Martin Ramm FSSP en vertaald in het Nederlands.

zondag, december 13, 2009

Vincent Twomey s.v.d. over de Kerk in Ierland

Pater Vincent Twomey SVD van de 'Ratzinger-Schülerkreis', die vorig jaar nog te gast was in Nederland voor een aantal colleges over Humanae Vitae voor heel wat Nederlandse seminaristen, heeft in de Duitse Die Tagespost een hoogst interessante bijdrage geschreven over de achtergronden van het Murphy-rapport.

Een eerste aspect dat wij naar voren halen is de falende rol van de bisschoppenconferentie:

"Sowohl die Größe als auch das Wesen der Bischofskonferenz schwächen die Möglichkeit einer effektiven Leitung auf regionaler oder nationaler Ebene. Jeder Bischof hat Angst, den anderen auf die Füße zu treten, geschweige denn sie zu kritisieren. Noch schlimmer ist, dass es eine ausgeprägte allgemeine Tendenz innerhalb der irischen Bischofskonferenz gibt, sich hinter der Reihe der anderen Bischöfe zu verstecken, worauf schon früher einmal in einer öffentlichen Debatte in Maynooth hingewiesen wurde (veröffentlicht in The Furrow, 1994). Der Papst, damals noch Kardinal Ratzinger, brachte, wie berichtet wurde, seine Besorgnis gegenüber der Art und Weise zum Ausdruck, wie Bischofskonferenzen im Allgemeinen die persönliche Verantwortung des einzelnen Bischofs für seine eigene Diözese und für die Kirche insgesamt untergraben."

Een tweede aspect is de rol van een heterodoxe moraaltheologie:

"Ein solches Nicht-Hören auf sein Gewissen kann entweder durch Willensschwäche (Ehrgeiz, mangelndem Respekt vor einem anderen Menschen, Feigheit, Selbstgefälligkeit – die Untugend so vieler irischer Geistlicher in der Vergangenheit) bedingt sein, oder aber durch eine Schwäche des Geistes, wie etwa eine falsche, subjektivistische Vorstellung vom Gewissen, die es zu einem Rechtfertigungsmechanismus reduziert.
Das Problem wurde noch durch eine bestimmte Art von Moraltheologie verschlimmert, die in Abrede stellte, es gebe Handlungen, die in sich (intrinsisch) schlecht seien. Bestenfalls kommt dabei Untätigkeit in moralischer Hinsicht heraus; schlimmstenfalls jedoch ein lasterhaftes Verhalten. Damit das Böse gedeihen kann, reicht es aus, dass die Guten nichts tun."



zaterdag, december 12, 2009

Wijsgerig en theologisch werk van Leo Elders s.v.d.


Voor ons ligt een volumineus tweeluik van méér dan 900 pagina’s over de filosofie en de theologie van Sint-Thomas van Aquino (+1274) van de hand van de Nederlandse thomist Prof. Leo Elders s.v.d. De auteur is niet enkel sinds vele decennia actief in de priesteropleidingen van de bisdommen Roermond en Haarlem-Amsterdam, maar ook internationaal een zeer gewaarde autoriteit op het gebied van het gedachtegoed van deze “Apostel van de waarheid”, zoals Johannes Paulus II in zijn encycliek Fides et Ratio Sint-Thomas benoemd heeft. Op zijn persoonlijke website www.leoelders.org zijn een 50-tal artikelen van zijn hand in PDF te downloaden.

Dit tweeluik geeft een selectie van de vele voordrachten die professor Elders de voorbije dertig jaar gehouden heeft aan universiteiten en instituten wereldwijd, van Washington tot Buenos Aires, van Taiwan tot Pamplona en worden uitgegeven door het Instituut voor Wijsbegeerte te Parijs waar de auteur de leerstoel voor metafysica bekleedt.
Een eerste kenmerk van de 17 filosofische en 23 theologische essays in dit tweeluik is de uitgebreidheid van de thema’s die behandeld worden. Hoe dienen wij te spreken over God? Hoe kan de schoonheid een weg zijn naar de W(w)aarheid? Wat is het verband tussen waarheid en vrijheid in de moraal? Wat is de invloed van wijsgerige stromingen op de uitdrukking van het christelijk geloof? Wat betekent het wanneer wij spreken over God als Vader? Wat dienen wij te verstaat onder de ‘nieuwe Wet’, de ‘wet van de genade’? etc.
Een tweede kenmerk ligt in het beeld dat doorheen verschillende essays van Sint-Thomas naar voren komt, een beeld dat vaak vergeten wordt. Sint-Thomas was allereerst een exegeet die, geworteld in zijn diepgaande kennis van de kerkvaders, de H. Schrift las in en vanuit de Kerk. De wetenschappelijk-kritische exegese kan behulpzaam zijn om tot een beter begrip van de letterlijke betekenis te komen, en zij kan voor vergissingen behoeden, maar de werkelijke zin van de H. Schrift kan slechts in het licht van het geloof verstaan worden. Hoe dit uitpakt, laat de auteur zien aan de hand van essays over Sint-Thomas’ commentaren op de boeken Job, Jesaja en de Paulus-brieven en verschillende studies over de invloed van de kerkvaders  en vooral Johannes Chrysostomus en Hiëronymus op het denken van Sint-Thomas.
Een derde kenmerk dat de lezer zal opvallen is de (soms verrassende) actualiteit van de behandelde thema’s. Zo vinden we essays over Sint-Thomas en de mondialisering, de betekenis van de menselijke arbeid, de evangelisatie, etc.
De kern van het werk (ook letterlijk want op de pagina’s 251-285 van het theologische gedeelte) vormt een omvangrijk essay over de wortels van de heterodoxie en de bijdrage van de wijsbegeerte van Sint-Thomas. Hierin schetst de auteur allereerst op welke wijze vanaf het gnosticisme tijdens de eerste eeuwen van de Kerk tot aan de hermeneutische filosofie van Schillebeeckx een filosofie bepalend kan zijn in de vorming van heterodoxe geloofsopvattingen. Daarom pleit hij vervolgens ervoor dat de harmonieuze integratie van filosofie en theologie op de wijze van Sint-Thomas de meest geschikte weg is om te volgen, zeker in een tijd waarin inderdaad zo vele heterodoxe opvattingen de ronde doen.
Dit omvangrijke tweeluik vormt een uitstekende illustratie van dit pleidooi en laat zien dat de voorkeur van de Kerk voor het denken van Sint-Thomas diepgeworteld is in een filosofie van het gezond verstand, de H. Schrift en de rede, verlicht door het geloof. Voor wie verder wil gaan dan de gebruikelijke, algemene beschouwingen over Sint-Thomas en een filosoof en theoloog ‘in actie’ wil volgen over de fundamentele wijsgerige en christelijke thema’s biedt dit tweeluik een schat aan informatie!
  

Au coeur de la philosophie de saint Thomas d’Aquin, Parole et Silence/Presses Universitaires de l’IPC, Paris, 2009, 357 p. ISBN 987-2-84573-792-1
Sur les traces de saint Thomas d’Aquin : Étude de ses commentaires bibliques. Thèmes théologiques, Parole et Silence/Presses Universitaires de l’IPC, Paris, 2009, 590 p. ISBN 987-2-84573-813-3




vrijdag, december 11, 2009

2012: Don't go see the movie; read the Book of Revelation


Father Robert Barron, de bezieler van het Word on Fire-project en kenner van Sint-Thomas, besluit zijn bespreking van de anti-katholieke, anti-religieuse film 2012 met de woorden: "In summary, don't go see this movie, if you're interested in the Apocalyps, read the Book of Revelation, it is of course much more theologically compelling and much less boring".

zaterdag, december 05, 2009

Heiligen en Engelen in de Gewone Vorm

We hebben reeds meerdere malen de Gewone Vorm en de Buitengewone Vorm aan een vergelijkende analyse onderworpen, in het bijzonder wat betreft de oraties, de kalender en het lectionarium. Het doel van deze analyses bestaat ENKEL erin om de inhoudelijke verschillen naar voren te brengen. Deze analyses werden onlangs nog bevestigd door het artikel van Dr. Johannes Nebel fso dat we hier besproken hebben.

Laten we nu een volgend thema hieraan toevoegen, nl. dat van de heiligen en de engelen in de Gewone Vorm. In het algemeen kunnen we stellen dat de Gewone Vorm de aanwezigheid en rol van de engelen en de heiligen in zeer sterke mate terugdringt.

Onze argumenten voor deze stelling zijn de volgende:

1/Samen met de afschaffing van de voetgebeden, verdwijnt het gebed dat de priester bij het kussen van het altaar uitspreekt: “Oramus te Domine, per merita Sanctorum tuorum, quorum reliquiae hic sunt et omnium Sanctorum: ut indulgere digneris omnia peccata mea. Amen.”

2/Samen met gebed “Suscipe, Sancta Trinitas” aan het einde van het offertorium, vervalt ook de volgende passage hieruit: “et in honorem beatae Mariae semper Virginis, et beati Joannis Baptistae, et sanctorum Apostolorum Petri et Pauli, et omnium Sanctorum: ut illis proficiat ad honorem, nobis autem ad salutem: et illi pro nobis intercedere dignentur in caelis, quorum memoriam agimus in terris.”

3/De passage uit het embolisme bij het “Pater Noster”, die bestond uit het inroepen van de voorspraak van de heiligen, is geschrapt, nl. “et intercedente beata et gloriosa semper Virgine Dei Genitrice Maria, cum beatis Apostolis tuis Petro et Paulo, atque Andrea, et omnibus Sanctis,…”

4/Het eerste deel van het “Confiteor” heeft volgende passage geschrapt: “beatae Mariae semper Virgini, beato Michaeli Archangelo, beato Joanni Baptistae, sanctis Apostolis Petro et Paulo, omnibus Sanctis.”

5/In het tweede deel van het “Confiteor”, dat minder onaangetast is gebleven, wordt de voorspraak der heiligen nog wel ingeroepen, maar in algemene vorm en heeft men volgende passage geschrapt: “beatum Michaelem Archangelum, beatum Joannem Baptistam, sanctos Apostolos Petrum et Paulum”

6/Naast dit “Confiteor” zijn er opties mogelijk waarin van de heiligen geen sprake is.

7/In de versies van het Eucharistisch Gebed II, III en in IV wordt wel gezegd dat wij op de voorspraak der heiligen vertrouwen, maar dezen worden nergens ingeroepen.

8/In het “Communicantes” als ook in het “Nobis quoque peccatores” van de Romeinse Canon zijn de opsommingen van de heiligen sterk ingekort.

9/”Bij voorkeur zal de lezing van de dag genomen worden omdat deze semi-continu is (de viering van de heilige blijkt dan uit de oraties), al mag men op de gedachtenis de voor de heilige aangegeven lezingen nemen of andere uit de gemeenschappelijke lezingen. Alleen op hoogfeesten en feesten zijn er eigen lezingen; slechts enkele gedachtenissen hebben eigen lezingen.” (Directorium NRL 2008/2009, p. 22)
In de praktijk komt dit erop neer –zo blijkt althans uit onze ervaring- dat er op (vrije) gedachtenissen quasi geen eigen sanctorale meer is.
Nemen we bv. 1 oktober, Sint-Teresia van het Kind Jezus, maagd en kerklerares. De Gewone Vorm heeft de facto in 2009 donderdag in week 36 door het jaar met lezingen uit Nehemiah en de zending van de 72 uit Lucas 10.
Het missaal van de Zalige Johannes XXIII daarentegen heeft Jesaja 66, 12-14 met o.a. ‘Ik laat vrede naar haar toestromen als een rivier,  en de roem van de volken als een beek die buiten zijn oevers treedt” wat trouwens perfect toepasbaar is op de patroon van de missies.
Het Evangelie in de Buitengewone Vorm heeft Mattheus 18, 1-10 over het worden als kinderen, m.a.w. de nederigheid. Ook weer perfect toepasbaar op Sint-Teresia van het Kind Jezus.

10/De feesten van Sint-Gabriël, Sint-Michaël en Sint-Raphaël zijn tot één teruggebracht, 29 september (Zie Calendarium Romanum p. 68). Is dit niet in tegenspraak met het doel méér van de H. Schrift toegankelijk te maken aangezien aangezien er genoeg materiaal voorhanden is: de boeken Daniël, Judas en Openbaring voor Michaël, Daniël en Lucas voor Gabriël en voor Raphaël zelfs een geheel boek, Tobit.