woensdag, april 28, 2010

Gehoorzaamheid in het lijden

Homilie van Mgr. Edward Slattery, Bisschop van Tulsa (V.S.), uitgesproken tijdens de Pontificale Heilige Mis in de Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus op 24 april 2010 in de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis te Washington D.C. bij gelegenheid van de vijfde verjaardag van het pontificaat van Paus Benedictus XVI. Vertaling: Belgian Thomist; voor het origineel zie hier

We hebben veel te bespreken nu wij hier bij deze luisterrijke gelegenheid verzameld zijn onder de priemende blikken van de wereld om de vijfde verjaardag te vieren van de bestijging van de troon van Petrus door Joseph Ratzinger.

We dienen tot het inzicht te komen hoe het kan dat het lijden de barmhartigheid van God openbaart en onder ons de troostende aanwezigheid van Christus, gekruisigd en nu verrezen uit de dood, laat zien.

Vandaag moeten we spreken over dit mysterie, eerst en vooral omdat het één van de grootste mysteries is van de openbaring waarover in het Nieuwe Testament verteld wordt en waarvan elke heilige in de lange geschiedenis van de Kerk, de martelaren door hun bloed, de belijders door hun volharding, de maagden door hun zuiverheid en de lekengelovigen van het lichaam van Christus door hun vastberaden moed wanneer ze onder vuur liggen, getuigenis afleggen.

Maar we moeten ook duidelijk over dit mysterie spreken vanwege het enorme lijden dat alomtegenwoordig is en dat dermate de cultuur van onze moderne tijd bepaalt.

Van het enorme lijden van Zijne Heiligheid de afgelopen maanden tot het lijden van de meest recente martelaren van de Kerk in Indië en Afrika; van het lijden dat ontstaat door het lijden van de armen en ontheemden en zij die geen papieren bezitten en zich in de tranen uitdrukt van de slachtoffers van misbruik en verwaarlozing; van het lijden van vrouwen die misleid werden te menen dat abortus enkel maar een medische procedure is en zo een deel van hun ziel verloren hebben aan de hebzicht van de abortus-activist; van het lijden dat deel uitmaakt van hen die lijden aan kanker, diabetes, aids of de emotionele ziekten van onze tijd: het is het lijden van ons volk dat de cultuur van onze moderne, seculiere tijd definieert.

Dit enorme lijden dat zoveel verschillende fysieke, mentale en emotionele vormen kan aannemen, zal ons reduceren tot niets anders dan sidder en vrees indien we ons niet herinneren dat Christus, ons Paaslam, uit de dood is opgestaan. Onze pijn en onze angst kan ons ontmenselijken want het bezit het vermogen om ons in onszelf op te sluiten zodanig dat we altijd in chaos en verwarring zouden leven, indien we ons niet herinneren dat Christus, onze hoop, omwille van ons is opgestaan. Jezus is ons Paaslam, onze hoop en ons licht.

Hij komt het meest aanwezig in het lijden van zijn volk en dit is het mysterie waarover wij vandaag moeten spreken, want wanneer wij spreken over Zijn reddende aanwezigheid en Zijn oneindige liefde te midden van ons lijden verkondigen, wanneer wij Zijn licht zoeken en weigeren ons over te geven aan de duisternis, dan ontvangen wij het licht dat het leven van de mens is; het licht dat, zoals Sint-Jan ons in herinnering roept in de proloog van zijn Evangelie, nooit kan overwonnen worden door de duisternis, al is deze nog zo ondoordringend, al is deze nog zo verstikkend.

Op deze manier wordt ons lijden door Zijn aanwezigheid omgevormd. Het heeft niet meer de kracht om ons te vervreemden of te isoleren. Ook kan ons lijden ons niet meer ontmenselijken of vernietigen. Het lijden, hoe lang en verschrikkelijk het ook moge zijn, heeft enkel het vermogen om ons Christus te laten zien en Hij is de barmhartigheid en vergeving van God.

Het mysterie waarover wij dus spreken is het licht dat in de duisternis schijnt, Christus onze Heer, die Zichzelf openbaart op de meest wonderbaarlijke wijze aan hen die lijden opdat lijden en dood ons enkel nog kunnen brengen tot de barmhartigheid van de Vader.

Maar het punt dat wij moeten verduidelijken is dat Christus Zichzelf openbaart aan hen die lijden in Christus, aan hen die nederig hun pijn aanvaarden als een persoonlijk delen in Zijn Passie en die op deze wijze gehoorzamen aan het gebod van Christus dat wij ons kruis dienen op te nemen en Hem dienen te volgen. Lijden op zichzelf beschouwd is enkel de belofte dat de dood beslag zal leggen op onze sterfelijke lichamen maar lijden in Christus is de belofte dat we zullen verrijzen met Christus, wanneer onze sterfelijkheid zal hermaakt worden tot Zijn onsterfelijkheid en dat alles wat in ons leven gebroken is, omdat het vergankelijk en eindig is, onvergankelijk zal gemaakt worden.

Dit is de betekenis van de bewering van Petrus dat hij een getuige is van het lijden van Christus en dus iemand die deelheeft aan de heerlijkheid die nog geopenbaard moet worden. Op het moment dat Petrus de overweldigende waarheid van dit mysterie vatte, werd zijn leven veranderd. Aan de wereld had Petrus niets. Voor hem bestond enkel Christus.

Dit is –zoals jullie weten- een dramatische omslag voor de man die Onze Heer driemaal verloochend had, de man tot wie Jezus zei: “Gij zijt Petrus en op deze rots zal ik mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen Haar niet overweldigen”.

De verklaring van Christus aan Petrus dat hij de rots zou zijn, het onwankelbare fundament, de berg van Sion waarop het nieuwe Jeruzalem zou worden gebouwd, volgt in het Evangelie van Mattheus op de dramatische geloofsbelijdenis van Petrus, wanneer de Heer aan de Twaalf vraagt: “Wie zeggen de mensen dat ik ben?” en Petrus, impulsief zoals altijd, antwoordt: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de Levende God.”

Het is pas later, veel later, dat Petrus de volledige implicatie van deze eerste Geloofsbelijdenis zal vatten. Petrus moest nog leren dat om Christus na te volgen, om waarlijk Zijn leerling te zijn, men moet loslaten wat de wereld beschouwt als waardevol en noodzakelijk en men machteloos moet worden. Dit is het mysterie dat de ‘onafhankelijke’ Petrus verwart. Het is het mysterie dat ook ons nog verwart: om Christus na te volgen, dient men alles over te geven en gehoorzaam te worden met de gehoorzaamheid van Christus, want niemand verkrijgt toegang tot het Koninkrijk van de Vader, tenzij hij binnengaat doorheen de nederigheid en gehoorzaamheid van Christus.

Petrus had geen idee dat uiteindelijk deze gehoorzaamheid volledig zou aanvaarden en met vreugde zijn deelname aan de Passie en de Dood van Christus zou aanvaarden. Maar Petrus beminde Onze Heer en de liefde was de weg waarlangs Petrus leerde te gehoorzamen. “Heer, Gij weet dat ik u bemin.” Petrus bevestigt dit driemaal met tranen en driemaal beveelt Christus hem de kudde te hoeden die verzameld is aan de voet van de Calvarie – en daar is het waar wij nu ook staan.

Petrus wist dat Jezus de ware Herder was, de éne Meester en enige Leraar; wij allen zijn leerlingen en de les die we moeten leren is gehoorzaamheid, gehoorzaamheid tot de dood. En niets minder dan dit want, enkel indien wij gehoorzaam willen zijn met de gehoorzaamheid van Christus, zullen wij Christus’ aanwezigheid onder ons herkennen.

Gehoorzaamheid is dus het hart van het leven van de leerling en de sleutel tot het lijden in Christus en met Christus. Maar deze gehoorzaamheid is heel verschillend van de gehoorzaamheid waarvan de wereld spreekt en die de wereld verwerpt.

Voor zij die in de wereld leven is gehoorzaamheid een last en iets dat opgelegd wordt. Het is de manier waardoor de machtigen de machtelozen dwingen tot gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is enkel iets juridisch en altijd iets uitwendigs, het is een buigen dat breekt maar het breken is nog altijd minder pijnlijk dat de straf die opgelegd is voor de ongehoorzaamheid. Voor zij die in de wereld leven is gehoorzaamheid een straf die vermeden dient te worden maar voor christenen is gehoorzaamheid altijd persoonlijk omdat Christus het centrum is. Het is een overgave aan Jezus die wij beminnen.

Voor wie Christus het centrum van het leven is, is gehoorzaamheid die beweging die het hart maakt wanneer het opspringt van vreugde eens dat het de waarheid ontdekt heeft.

Laat ons dan vervolgens overwegen dat Christus ons zowel het beeld van Zijn gehoorzaamheid gegeven heeft als ook de handeling waardoor wij gehoorzaam gemaakt worden.

Het beeld van de gehoorzaamheid van Christus is Zijn Heilig Hart; dat Hart, blootgesteld en gewond, moet ons doen stilstaan want het hart van de mens is in het algemeen verborgen en geheimvol. In de stilte van zijn eigen hart, ontdekt elk van ons de waarheid over wie wij zijn, de waarheid waarom wij zwijgen wanneer we zouden moeten spreken of ruziën en irriteren wanneer we zouden moeten stil zijn. In de verborgen diepten van ons hart leren we de impulsen achter onze daden kennen en de redenen waarom wij zo vaak handelen als lafaards en dwazen.

Maar terwijl het hart van de mens in het algemeen verborgen en geheimvol is, is het Hart van de God-Mens volledig zichtbaar en toegankelijk. Ook dát Hart laat de motieven zien achter de zelfovergave van de Heer: de gehoorzaamheid aan de wil van de Vader dat de mensheid zou verzoend worden en onze vele zonden vergeven. Zoals de Apostel ons in herinnering roept: “Hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd.” Gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan het kruis, vraagt Jezus aan Zijn Vader om ons te vergeven opdat God de volledige diepte van Zijn barmhartigheid en liefde zou openbaren: “Vader, vergeef hen” –zo bidt Hij- “want ze weten niet wat ze doen.”

Het Heilig Hart van Christus is het beeld van de gehoorzaamheid waarmee Christus zijn offerende liefde op de Calvarie toonde. Het Offer van Calvarie is voor ons ook het middel waardoor wij gehoorzaam worden en dit is iets wat men nooit mag vergeten: in de Mis offeren wij onszelf op aan de Vader in eenheid met Christus, die Zichzelf offert in volledige gehoorzaamheid aan de Vader. We brengen dit offer in gehoorzaamheid aan Christus die ons opgedragen heeft: “Doe dit tot Mijn gedachtenis” en ons gehoorzamend offeren wordt vervolmaakt in de liefde waarmee de Vader de gave van Zijn Zoon ontvangt.

Wees dus niet verbaasd dat in de Mis ons bloedeloos offeren van het bloedige Offer van Calvarie een drievoudige handeling van gehoorzaamheid is. Ten eerste, Christus is gehoorzaam aan de Vader en offert Zichzelf als een offer van verzoening. Ten tweede, we zijn gehoorzaam aan Christus en offeren onszelf aan de Vader met Jezus de Zoon; en ten derde, in de deelname aan de gehoorzaamheid van Christus aan de Vader worden wij gehoorzaam gemaakt aan een nieuwe werkelijkheid, waarin liefde het hoogste is en het leven eeuwig heerst, waarin lijden en dood verslagen zijn geworden doordat zij voor ons de middelen zijn geworden waardoor de uiteindelijke overwinning van Christus, zijn toekomstig komen, duidelijk en werkelijk is geworden, vandaag.

Het lijden, dat van jou, dat van mij, dat van de Paus, is het hart van de persoonlijke heiligheid omdat het ons delen is in de gehoorzaamheid van Jezus, een gehoorzaamheid die Zijn heerlijkheid laat zien. Het is het middel waardoor wij getuigen worden van Zijn lijden en deelhebbers aan de komende heerlijkheid.
Wees niet ontmoedigd dat er velen zijn in de Kerk die dit nog niet gevat hebben en nog minder in de wereld zullen dit sowieso overwegen. Jij weet dat dit waar is en tien mensen die de waarheid fluisteren spreken luider dan honderd miljoen die liegen.

Indien vervolgens iemand vraagt waarover we vandaag gespreken hebben, zeg hem dat we gesproken hebben over de waarheid. Indien iemand jou vraagt waarom jij naar deze Mis bent gekomen, vertel hem dan dat je dit gedaan hebt om te kunnen gehoorzaam worden met Christus. Indien iemand vraagt naar de homilie, vertel hem dan dat deze handelde over een mysterie en indien iemand vraagt wat ik gezegd heb over de huidige toestand, vertel hem dan enkel dat wij allen heiligen moeten worden.

vrijdag, april 23, 2010

Een heilige bisschop

The Fulton Sheen Foundation heeft een film gemaakt over het leven en werk van deze voor ons heilige bisschop.

Hier is de trailer:


Een toepasselijk excerpt uit zijn 'Last Words':

Gebed voor de zaligspreking:

Heavenly Father, source of all holiness, You raise up within the Church in every age men and women who serve with heroic love and dedication. You have blessed Your Church through the life and ministry of Your faithful servant, Archbishop Fulton J Sheen. He has written and spoken well of Your Divine Son, Jesus Christ, and was a true instrument of the Holy Spirit in touching the hearts of countless people.
If it be according to Your Will, for the honor and glory of the Most Holy Trinity and for the salvation of souls, we ask You to move the Church to proclaim him a saint. We ask this prayer through Jesus Christ, our Lord. Amen.

maandag, april 19, 2010

De XII werken van Paus Benedictus XVI


In willekeurige volgorde:

1. Paus Benedictus brengt de 'geest' van Vaticanum II, ontsnapt door het toedoen van hen die zich laten leiden door de waan van de dag, terug in de fles.

2. Paus Benedictus preciseert dat de grootst mogelijke oecumene te vinden is in het hart van de Kerk, bij de Stoel van Sint-Petrus.

3. Paus Benedictus roept de moslimwereld op tot intellectuele verantwoordelijkheid en eerlijkheid.

4. Paus Benedictus toont aan dat een katholieke exegese wel degelijk mogelijk is.

5. Paus Benedictus herstelt zichtbaar de waardigheid van het Pausambt.

6. Paus Benedictus ontfermt zich als een Goede Herder voor de verwonde schapen.

7. Paus Bendictus toont aan dat liefde niet zonder waarheid kan.

8. Paus Benedictus toont aan dat gerechtigheid niet zonder waarheid kan.

9. Paus Benedictus toont aan dat hoop niet zonder waarheid kan.

10. Paus Benedictus toont aan dat verzoening niet zonder waarheid kan.

11. Paus Benedictus toont aan dat de geschiedenis van de Kerk, in haar liturgie en theologie, doordrongen is van het werk van de H. Geest.

12. Paus Benedictus toont aan dat de Kerk per definitie een zgn. 'communicatie-probleem' heeft met de (post)moderniteit: in een cultuur die de dood van het leven en de waarheid verheerlijkt, is hij die voor het Leven en de Waarheid van Christus op aarde plaatsvervangend optreedt, een luis in de gemakkelijke pels van het behaaglijk sentiment.

Deus, omnium fidelium pastor et rector, famulum tuum Benedictum, quem pastorem Ecclesiae tuae praeesse voluisti, propitius respice: da ei, quaesumus, verbo et exemplo, quibus praeest, proficere: ut ad vitam, una cum grege sibi credito, perveniat sempiternam. Per Christum, Dominum nostrum. Amen.

zondag, april 18, 2010

Lente

 
Half April

Guido Gezelle

Gij blauwgekaakte wolken daar,
      halfwit, omtrent uw' boorden,
die gruwzaam in den hemel moêrt,
      en grimt in ‘t gramme noorden:
hoe lange speelt gij, koud en kil,
      den baas nog hier? ‘t Is half April!

‘t Is onbermhertig koud; en ‘t kan,
      de zonne ondanks, gebeuren,
dat, ‘s morgens, al dat gers is, wit
      geruwrijmd, staat te treuren!
Waar wilt gij, boos geweld, naartoe,
      des winters? Wij zijn wintermoe!

‘t Moet zomer zijn, geen koude lucht,
      die bijt en straalt; ‘t moet open,
dat, wachtende, in de botte zit
      of weêr in ‘t gers gekropen,
van schuchterheid, voor ‘t nijpen van
      den hardgevuisten winterman!

Staat op, gij oostersch zonnelicht,
      en schiet, bij volle grepen,
uw' schichten uit; doorkwetst, doorlijdt
      het graf, daarin, genepen,
de zomer zat: verrijzenist
      des konings kind! Te late al is ‘t!

Hallelu-jah! dan zingen zal,
      dat ‘t wederklinkt alomme,
den gorgel los, de vogel en
      de luidgekeelde blomme;
de klepel zal de klokke slaan
      en kondigen den Koning aan.

woensdag, april 14, 2010

Father Cessario, Thomas van Aquino en het Priesterschap

In dit Jaar van de Priester heeft Romanus Cessario O.P. (klik hier voor meer info en publicaties van zijn hand) zonet in het tijdschrift Nova & Vetera een prachtige bijdrage geschreven over de roeping van het priesterschap in het licht van Thomas van Aquino, getiteld: 
Aquinas on the Priest: Sacramental Realism and the Indispensable and Irreplaceable Vocation of the Priest

Deze bijdrage is nu ook hier in zijn geheel te lezen.

Enkele fragmenten:

"Once the seminarian and priest begin to cherish the world, then they will discover the freedom to redeem the world. He will find the cause for Redemption in the lives that people live, that is, their sins, an invitation to preach to them the Good News of Jesus Christ. Above all, the priest will find new satisfaction in his vocation inasmuch as he will come to appreciate the indispensability of his Headship, his Shepherding, and his Bridal love in a world that mistakes power for authority, relativism for moral truth, and egoism for love. This noble vocation imposes grave responsibilities on those who aspire to it and who exercise what they have already received. Each must examine his conscience: does the responsible exercise of priestly authority suffer from my lack of fortitude? Does the charge to instruct in the moral life provide me with an excuse to tinker with moral truth? Finally, the tough one. Does my pledge to love as Christ loves suffer diminishment when I find myself unloved?"

"Preaching is not ordered firstly and foremostly to stirring up the sentiments of believers, making hearts strangely warmed. It is not ordered to supply ersatz psychological counseling on how to get along in life without too much chagrin. It certainly is not ordered to providing your hearers with an Everyman's guide to the academic exegesis of the text assigned to be proclaimed on a given day in the Church of Christ. Preaching is ordered to return creation to the Master. In its entirety. This challenge is more than daunting. Just think of all the things that go wrong. Think of the mistakes people make. Think of the errors that men try to validate. No wonder the priest can never go it alone. To return everything to the Master, the priest must remain united with the Church."

"Many things that the priest is counseled to observe reflect his unique, sacred, graced relationship to the temporal. Celibacy of course affords the best example. The priest removes himself from the rhythms of marriage, in all their complexity, so that Christ's people can encounter a man whose heart and mind are set exclusively on God, his Truth, his mysteries. People today do not talk much about celibacy for contemplation. The fact of the matter is that the Christian tradition considers it the principal reason for the Bishop and priest and monk to forego marriage. Marriage is a thing of this earth. Very much of this earth. Indeed, even the most sanctified of marriages remains of this earth. Married life is pleasurable, but it is also distracting from pondering those revealed truths that can only be received in the purity of faith. Clerical attire is another. The priest dresses differently. Black suits and collars. Cassocks. Sacred vestments. This apparel is not a uniform. What the priest wears provides external signs of his priestly consecration. Removing them without a clear and compelling reason creates ambiguity in the minds of the people and, in all likelihood, in the mind of the priest. Evangelical "simplicity" is another. The priest lives outside the ordinary attachments of the consumer society inasmuch as he knows that his real treasure resides in a place that only the Resurrection allows entry. Ecclesial obedience also reveals that the priest cherishes his privileged relationship with the local bishop."

zaterdag, april 03, 2010

Feiten

De Italiaanse socioloog Massimo Introvigne heeft een interessant artikel over de eigenlijke feiten van de huidige kerkvervolging. Enkele citaten (voor het gehele artikel klik hier):

"To understand how from a tragically real fact one passes to a moral panic we must ask how many priests are paedophiles. The largest body of information has been collected in the United States, where in 2004 the US Conference of Catholic Bishops commissioned an independent study by the John Jay College of Criminal Justice of the City University of New York. This is not a Catholic university and is unanimously recognised as the most authoritative academic institution of criminology in the United States. [Voor het gehele rapport, klik hier]

This study concluded that from 1950 to 2002 4,392 American priests (of over 109,000) were accused of having sexual relations with minors. Of these, just over 100 were convicted in the courts. The low number of convictions is due to various factors. In some cases the true or alleged victims reported priests who were already dead, or for whom a statute of limitation barred the action. In others, the accusation and even the canonical sentence did not involve any violation of the law: such is the case, for example, in various American states where a priest has sexual relations with a consenting person over the age of 16."

"So, does the John Jay College study tells us then, as one often reads, that 4 percent of American priests are paedophiles? Not at all. According to the research, 78.2 percent of the accusations involved minors who had advanced beyond puberty. Having sexual relations with a 17-year-old is certainly not a beautiful thing, and much less so for a priest, but it is not paedophilia. Therefore, only 958 American priests were accused of true paedophilia over 52 years, 18 per year. There were only 54 convictions, a little less than one per year"

"According to studies by Jenkins [hij verwijst naar dit boek], if one compares the Catholic Church in the United States to the major Protestant denominations, one discovers that the presence of paedophiles – depending on the denominations – is from two to ten times higher for the major Protestant denominations compared to Catholic priests. The question is important because it demonstrates that the problem is not celibacy. Most of the Protestant pastors are married.

In the same period in which about 100 American priests were convicted for sexually abusing minors, the number of gym teachers and coaches of junior sporting teams – also mainly married – who were convicted of the same crimes in the US reached about 6,000. The examples could continue, not only in the US. And above all, according to regular US government reports, two-thirds of sexual abuse against minors does not come from strangers or educators – including priests and Protestant pastors – but from family members: stepfathers, uncles, cousins, brothers and, unfortunately, even parents. Similar facts exist for numerous other countries."

"While it may hardly be politically correct to say so, there is a fact that is much more important: over 80 percent of paedophiles are homosexuals, that is, males who abuse other males. And – again citing Jenkins – over 90 percent of Catholic priests convicted for sexually abusing minors have been homosexual. If a problem has sprung up in the Catholic Church, it is not due to celibacy but to a certain tolerance of homosexuality in seminaries, particularly in the 1970s, when most of the priests later convicted for the abuses were ordained. This is a problem that Benedict XVI is rigorously correcting. More generally, a return to moral principles, to ascetical discipline, to meditating on the true greatness of the priesthood are the antidotes to the real tragedy of paedophilia. The Year of the Priest must also help."

OREMUS PRO PONTEFICE NOSTRO BENEDICTO

Dominus conservet eum, et vivificet eum, et beatum faciat eum in terra, et non tradat eum in animam inimicorum eius.

donderdag, april 01, 2010

Gelezen

"Was gibt es Wichtigeres als die Liturgie für die Kirche? Die Liturgie ist der Körper der Kirche, die Liturgie ist der sichtbar gemachte Glaube. Wenn die Liturgie erkrankt, erkrankt die ganze Kirche – das ist keine bloße These, sondern eine Beschreibung der gegenwärtigen Situation. Man kann es nicht krass genug darstellen: Die Krise der Kirche hat es möglich gemacht, dass ihr größter Schatz, ihr Arkanum, aus ihrem Zentrum an die Peripherie gespült wurde." Martin Mosebach, Interview in The European, 31 maart 2010

"Das Missale, wie es nach der Liturgiereform wurde, welche nach dem letzten Konzil stattgefunden hat, hat gewiß an Klarheit und Eindeutigkeit eingebüßt, und in manchen Dingen eine neue theologische Richtung eingeschlagen, welche über eine theologische Vertiefung hinausgeht. Es beinhaltet gewisse Formulierungen und auch rituelle Änderungen, welche die Akzente teils verschoben haben, teils aber auch reichlich mißverständlich und vor allem interpretabel sind. Sie können aber nicht richtig, das heißt mit der Tradition übereinstimmend, gelesen werden, wenn nicht das Missale Pius V und die Theologie, welche hinter jenem steht, mitgedacht werden. Das Missale Pius V ist der Interpretationsschlüssel, quasi der Kommentar zum Missale Pauls VI, ohne welchem Fehlinterpretationen geradezu vorprogrammiert sind." Michael Gurtner, als slot van zijn bijdrage, getiteld " Zu den Verschiebungen der Theologie im Missale Pauls VI" op www.kathnews.de