Posts tonen met het label Acta Synodalia. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Acta Synodalia. Alle posts tonen

dinsdag, maart 03, 2015

De bekering van de Joden

Ik heb op deze blog al eerder geschreven over de kwestie van de missie onder de Joden en het bidden voor de bekering van de Joden, ook in licht van één van de Goede Vrijdag – gebeden, die in de Novus Ordo een zeer ambigue formulering heeft gekregen.
Tegenstanders van de missie onder de Joden zullen vaak een beroep doen op Nostra Aetate nr. 4. Een paragraaf in dit nummer is als volgt geformuleerd:
Volgens het getuigenis van de H. Schrift heeft Jeruzalem de tijd, waarin barmhartig op haar werd neergezien, niet erkend, heeft een groot deel van de Joden het Evangelie niet aanvaard, en hebben zelfs velen de uitbreiding van het Evangelie tegengewerkt. Toch blijven de Joden, volgens de Apostel, aan God, die geen berouw kent over zijn genadegaven noch over zijn roeping, zeer dierbaar omwille van de Aartsvaders. Met de profeten en met dezelfde apostel ziet de Kerk uit naar de dag, aan God alleen bekend, waarop alle volken eenstemmig de Heer zullen aanroepen en "Hem zullen dienen schouder aan schouder". (Sef. 3, 9)
In de Acta Synodalia III, VIII, pagina 640 bemerken we echter dat de eerdere versie (Textus prior) van dit paragraaf als volgt luidde:
Memoria insuper dignum est adunationem populi Iudaici cum Ecclesia partem spei christianae esse. Ecclesia enim, docente Apostolo Paulo (cf. Rom. 11, 25), fide inconcussa ac desiderio magno accessum huiuspopuli exspectat ad plenitudinem populi Dei, quam Christus instauravit.
[Mijn vertaling: Het is belangrijk eraan te herinneren dat de integratie van het Joodse volk in de Kerk deel uitmaakt van de christelijke hoop. Immers, volgens de leer van de Apostel Paulus (cf. Rom. 11, 25), verwacht de Kerk met onwankelbaar geloof en intens verlangen het binnentreden van dit volk in de volheid van het Volk van God, dat hersteld is geworden door Christus.]
Op pagina 648 noteert de relator, kardinaal Bea: "Pragraphus de spe eschatologica Ecclesiae mutata est. Permulti enim Patres rogaverunt, ut in expressione huius spei, cum agatur de mysterio, vitetur quaevis species proselytismi. Alii petierunt, ut etiam spes christiana omnes populos respiciens aliquomodo exprimatur. Praesenti paragrapho omnibus his votis satisfacere voluimus ."
Wie deze "vele vaders" waren, blijft onbekend. En het betitelen van een eeuwenoude, op de Schrift gebaseerde traditie, met de negatieve term “proselytisme” is ook een weinig terzake doende methode. Feit is echter dat uiteindelijk gekozen werd voor de veel vagere formulering: "Met de profeten en met dezelfde apostel ziet de Kerk uit naar de dag, aan God alleen bekend, waarop alle volken eenstemmig de Heer zullen aanroepen en "Hem zullen dienen schouder aan schouder."

Het opmerkelijke is echter dat we de niet-aanvaarde passage kunnen plaatsen naast de gewijzigde versie voor het Goede Vrijdag-gebed in het Missaal van 1962 die Benedictus XVI heeft verordend:
Oremus et pro Iudaeis. Ut Deus et Dominus noster illuminet corda eorum, ut agnoscant Iesum Christum salvatorem omnium hominum.” [Mijn vertaling: Laat ons bidden voor de Joden. Dat onze God en Heer hun harten verlichte opdat zij Jezus Christus, Heiland van alle mensen, erkenne.]
Omnipotens sempiterne Deus, qui vis ut omnes homines salvi fiant et ad agnitionem veritatis veniant, concede propitius, ut plenitudine gentium in Ecclesiam Tuam intrante omnis Israel salvus fiat. Per Christum Dominum nostrum. Amen.[Mijn vertaling: Almachtige eeuwige God, die wilt dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen, verleen ons genadig dat bij de intrede van de volheid van alle volkeren in Uw Kerk geheel Israël gered wordt.]
Deze formulering is beter in overeenstemming met de Textus prior van de betreffende passage in nr. 4 van Nostra Aetate.

vrijdag, oktober 03, 2014

De lotgevallen van een citaat: Mons. Dino Staffa en Thomas op Vaticanum II

“Ter verdediging van Sint Thomas staat de toenmalige mons. Dino Staffa, secretaris van de H. Congregatie voor de Seminaries, op. Hij verzet zich tegen de poging het denken van de Aquinaat terzijde te schuiven om meer open te lijken ten aanzien van de hedendaagse wereld: “Zoals het nieuwe dat zich losmaakt van het ware geen vooruitgang is, zo ook is de ijver die de voorheen ontdekte waarheid negeert of verwerpt geen vooruitgang. Want dan zou de wijsbegeerte niets anders worden dan een onvermoeibare en absurde zoektocht die niet het object van haar onderzoek kan vinden, nu niet en niet in de toekomst. [ …] De leer van Sint-Thomas, krachtens het feit dat zij steunt op eeuwige waarheden, is niet eigen aan de middeleeuwen, maar geldig voor alle tijden, voor alle plaatsen ( en niet enkel voor de westelijke landen), en is toegankelijk voor alle mensen in de mate dat ze beantwoordt aan de fundamentele eisen van de menselijke rede.”
Dit citaat kwam ik tegen in het artikel van Michael Konrad, ‘San Tommaso d’Aquino nella recezione del concilio Vaticano II’, in: CVII-Studi e Ricerche VII/2 (2013),  pp. 216-270 het tijdschrift van het Centro Studi e Ricerche sul Concilio Vaticano II van de Pauselijke Lateraanse Universiteit te Rome.

Maar er is wat aan de hand met dit citaat. Konrad verwijst naar de Acta Synodalia III, VIII, 719. Daar is inderdaad een toespraak te vinden van Mons. en later Kardinaal Dino Staffa. Wanneer we zoeken naar het Latijnse origineel vinden we het volgende:
"Ut novum quod dissentit a vero non est progressus, sic pariter progressum non constituit labor qui veritatem iam detectam et probatam ignoret aut respuat, nam secus philosophia nihil aliud fieret quam absurda investigatio assidua et inutilis, quin posset, nunc vel inposterum, inquisitionis suae obiectum invenire."
Dit stemt inderdaad overeen met de Italiaanse vertaling die Konrad geeft en waarvan ik de Nederlandse vertaling boven heb gegeven.

Maar de rest van het citaat van Konrad, te beginnen met “De leer van Sint-Thomas” vinden we pas onderaan p. 719. Konrad voegt terecht […] om aan te geven dat hij een stuk tekst overslaat. Onderaan p. 719 lezen we: “Non absque ratione, docet Paulus VI f.r., S. Thomas salutatus fuit homo omnium horarum [NU BEGINT DE TEKST DIE KONRAD AANHAALT]. Doctrina enim sua, quae in essentia innitur rerum, ideoque in earum certa et immutabilii veritate, nec medii aevi est nec determinatae gentis propria, sed tempus et spatium transcendit, ita ut minus valida non sit pro nostrae aetatis hominibus.”

Dit is dus niet een tekst van Mons. Staffa maar, zoals Staffa zelf aangeeft, een citaat uit een brief van 7 maart 1964, te vinden in AAS 56 (1964), p. 304 waar inderdaad Paulus VI aan de magister-generaal van de Predikheren, Aniceto Fernandez, een brief in het Engels schrijft ter bedanking voor de overhandiging van een nieuw volume in de kritische editie van Sint-Thomas. Daar lezen wij:
“Not without reason he has been hailed as the ‘man of every hour’. His philosophical knowledge, which reflects the essences of really existing things, in their certain and unchanging truth, is neither medieval nor proper to any particular nation; it transcends time and space and is no less valid for humanity in our day.”

Vatten we nog eens samen wat er gebeurd is:
1/Konrad beweert een Italiaanse vertaling te geven van een citaat van Mons. Dino Staffa waaruit zou moeten blijken dat Staffa zich verzet tegen het terzijde schuiven van Thomas om meer open te lijken voor de hedendaagse wereld.
2/Deze Italiaanse vertaling is gedeeltelijk foutief; Staffa zegt bv. niet “en niet enkel voor de westelijke landen” maar vooral: Konrad schrijft een uitspraak toe aan Staffa die in feite afkomstig is van Paus Paulus VI.
3/Maar ook Staffa maakt een fout door het Engelse origineel “philosophical knowledge” te vertalen als “doctrina”
4/Het punt dat Mons. Staffa wil maken is NIET dat er een tegenstelling bestaat tussen Thomas en openheid of tussen Thomas en de hedendaagse wereld  zoals Konrad suggereert met zijn inleidende zin. Staffa wil enkel aanduiden dat vooruitgang op waarheid moet gebaseerd zijn en dat Thomas geen relict is.
5/Zelfs in de veronderstelling dat de intentie van Konrad goed is blijft het feit wel staan dat hij een citaat aan Staffa toeschrijft wat eigenlijk van Paus Paulus VI afkomstig is. Het is natuurlijk niet in het voordeel van aanhangers van een clash tussen ‘conservatieven’ en ‘open geesten’ over Thomas dat Paus Paulus VI zich schaart bij de conservatieven.

Kardinaal Dino Staffa
 
Besluit: Dit voorval bevestigt nog eens dat 1/elke referentie moet gecontroleerd worden in de bronnen zelf 2/hoe makkelijk het is bronnen te manipuleren