Wat was de bedoeling van Vaticanum II in de ogen van de Zalige Paus Johannes XXIII? Is de Kerk in deze bedoeling geslaagd nu wij 50 jaar later deze teksten van Johannes XXIII lezen?
Een kleine greep uit teksten van 1960 en 1961 kunnen op deze vragen een antwoord geven.
11 september 1960:
Alla populazione di Castel Gandolfo
Bron: Discorsi Messaggi
Colloqui den Santo Padre Giovanni XXIII, vol. 2, 686-691
"Vandaag bestaan er in de Kerk geen meningsverschillen en
geen strijd, terwijl daarentegen in grote gebieden van de wereld de poging zich
doorzet geheel de christelijke beschaving te verwerpen. In de Kerk daarentegen
toont zich de wens om grootmoedig te hernemen, om een aggiornamento van de
richtlijnen die Zij altijd gegeven heeft ten behoeve van het individuele,
collectieve en sociale leven. Men wil daarom de leer altijd meer verspreiden en
begrijpelijk maken, de constitutieve verordeningen en de richtlijnen voor het
behoud en de ontwikkeling van de moraal altijd meer helder maken. Tot slot gaat
het om de bijzondere verordeningen ten overstaan van de noodzakelijkheden van
de tijden op de juiste wijze te presenteren zodanig dat de Kerk niet enkel iets
is wat men halvelings aanvaardt maar iets wat volledig in de overtuiging van
het verstand van de mensen binnengaat en iedereen begeestert …”
In Sollemnis
Toespraak van 14 november 1960 tot de voorbereidende
commissies van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie gehouden te
Sint-Pieter
Bron: AAS 52 (1960) 1004-1014
“In onze tijd echter, waarin de mensen in denken en streven
sterk verschillen van vroeger, en enerzijds moeten vechten tegen allerlei
verlokkingen en gevaren als gevolg van een bijna uitsluitend zoeken van de
vergankelijke aardse goederen, anderzijds de beginselen van de godsdienstige en
bovennatuurlijke orde, die de kenmerken waren van de christelijke beschaving al
de eeuwen door, ofwel geheel vergeten hebben ofwel geringschatten, in onze
tegenwoordige tijd, zeggen wij, gaat het niet zozeer om het bestuderen of
definiëren van de katholieke leer of discipline, ons door God of Christus
geopenbaard en door de apostelen overgeleverd, als wel om een nieuw elan en
nieuwe luister [nova vis et claritas] te geven aan de christelijke denk- en
levenswijze, waarvan de katholieke Kerk rechtens bewaarster en leermeesteres
is.”
“Wij willen het nogmaals herhalen: wij verwachten werkelijke
grote dingen van dit Concilie, zoals de versterking van het christelijk geloof
en de christelijke leer, van de kerkelijke tucht, van het godsdienstig leven,
maar ook een bijdrage tot een scherpere belichting en een bevestiging van de
beginselen voor een christelijke orde, waarop de ware vooruitgang van het
burgerlijk, economisch, politiek en sociaal leven volledig moet steunen.”
Qui e concessu
Toespraak van 16 januari 1961 in het geheim consistorie
Bron: AAS 53 (1961) 66-70
“Met het volste recht verwacht de Kerk van Christus rijke
vruchten van deze gebeurtenis: nl. dat zij de zaak van de waarheid dient, een
bewijs geeft van de christelijke liefde en een voorbeeld van de broederlijke
vrede, die uit deze burcht der katholieke eenheid, toegewijd aan de
nagedachtenis van het hoofd van de apostelen, als vanaf een hoog verheven
cathedra plechtig aan alle volken wordt verkondigd."
Progredientes
Toespraak van 20 juni 1961 bij het einde van de eerste
zitting van de centrale commissie ter voorbereiding van het Tweede Vaticaans
Oecumenisch Concilie
Bron: AAS 53 (1961) 499-503
“Kort samengevat is het doel van het Concilie: een nieuwe
opbloei van heiligheid in alle rangen van de geestelijkheid; het onderricht van
het volk Gods in de leer en de voorschriften van de christelijke godsdienst op
de meest aangepaste wijze; de juiste vorming van de jeugd, die als een nieuwe
kiem de hoop vormt van een betere toekomst, tot een goed christelijk leven; de
bevordering van het sociaal apostolaat; de versterking van de missiegeest, van
die geest nl. waardoor allen zich elkaars broeders en vrienden tonen.”
Accipietis
Homilie 10 juni 1962 Pinksteren
Bron: AAS 54 (1962) 437-447
“Zij [de liturgische bijeenkomst van deze dag] is een klein
beeld, een eerste schets van het schouwspel dat de Heer zelf in Zijn goedheid
ons wil schenken op deze Vaticaanse heuvel op de elfde oktober, om van hieruit
een nieuw elan [nuovo slancio] te wekken voor de heiligheid van de hiërarchie,
de geestelijkheid en het volk, voor de verlichting van alle volken, en om aan
alle menselijke activiteit nieuw leven te geven. De wereld zal dus spoedig met
eigen ogen kunnen zien wat het Concilie is, welke grootse dingen de heilige
katholieke Kerk weet te bieden in het licht van Jezus, haar goddelijke
Stichter, zoals Hij haar gewild heeft, zoals Hij haar gemaakt heeft en zoals
Hij haar door alle eeuwen heen het leven blijft schenken. Zij zullen de Kerk
zien in haar werken voor het heil van alle mensen en alle volken, in haar
uitstraling van hemelse leer en genaderijkdom; zij zullen zien, hoe de Kerk
door middel van het offer de weg is tot vrede hier op aarde en tot de
onvergankelijke heerlijkheid in het eeuwig leven.”
“Het tweede Vaticaans Concilie wil op een spontane wijze en
zo breed mogelijk de uitdrukking zijn van wat Christus nog altijd betekent,
thans meer dan ooit: licht en wijsheid, leiding en aansporing, troost en
verdienste voor het menselijk lijden in dit aardse leven, en een belofte voor
het toekomstig leven.”
“Niet precies alle punten van de katholieke leer zullen op
het aanstaande Concilie opnieuw worden behandeld, maar heel bijzonder de
punten, die betrekking hebben op de fundamentele waarheden, die het moderne
denken in discussie heeft gesteld of tegenspreekt als gevolg van de dwalingen
van alle tijden, die steeds in andere vormen opduiken. De mens, die de diepten
van de wetenschap doorvorst en zoekt naar het raakpunt tussen hemel en aarde,
weet, dat ieder probleem een oplossing vindt in de apostolische leer, en dat
geen enkele oplossing gegeven wordt met polemische bedoeling of met trotse
vanzelfsprekendheid.”
“Het tweede Vaticaans Concilie verschijnt voor de katholieke
wereld, aan de mensheid in de zekerheid van het apostolische Credo, beleden
door een immense vergadering, en met de ervaring van een bijna universele
uiteenzetting van de leer, in een allesomvattende visie, die het best
beantwoordt aan de ziel van de moderne tijd. Dit zal van de kant van de Kerk
een prachtig getuigenis zijn voor de leer van Christus, met een beroep op de bijzondere
traditie vooral van het eerste Vaticaans Concilie, het Concilie van Trente, het
vierde Lateraans Concilie, de roem van paus Innocentius III (1215), en met een
beroep op de traditie van alle concilies, waardoor men een triomf beleefde van
de waarheid, die doordrong in de gemeenschap en die men met ijver daarin
trachtte te vestigen."