maandag, november 25, 2024

Christus Koning in beide vormen

 In een ver verleden hebben wij een aantal posts gewijd aan vergelijkende studies tussen beide vormen.

Father Z heeft een gelijkaardige posts over enkele verschillen tussen de teksten van het Hoogfeest van Christus Koning hier.

Zijn conclusie luidt: "The problem is that the prayers of the Novus Ordo don’t clearly help us understand how to attain that heavenly joy, while the prayers of the Traditional Latin Mass do. To obtain the happiness of Heaven, we must deal with sin, guilt, penance, propitiation, etc. Life isn’t just daisies and cuddly kittens."

zondag, november 24, 2024

Over menselijke waardigheid

 Wordt de mens door de biecht in zijn vroegere waardigheid hersteld? (ST III, q. 89, a. 3)

“Ik antwoord dat door de zonde de mens een tweevoudige waardigheid verliest, één in relatie tot God en de andere in relatie tot de Kerk. In relatie tot God verliest hij een tweevoudige waardigheid. Eén is de voornaamste waardigheid waardoor hij geteld werd onder de kinderen van God door de genade. Deze waardigheid herneemt hij door de biecht. Dit is de betekenis van de verloren zoon in Lucas 15 want toen deze berouw toonde beval zijn vader dat zijn vroeger kleed aan hem diende teruggegeven te worden, te samen met de ring en de schoenen. De andere waardigheid is de secundaire waardigheid, te weten de onschuld, waarover de oudste zoon in hetzelfde hoofdstuk opschepte en zei ‘Al zoveel jaren dien ik u en nooit heb ik uw geboden overtreden …’. Deze waardigheid kan de penitent niet herwinnen.”

Is het gewettigd zondaars te doden? (ST II-II, q. 64, a. 3, obj 3 en ad 3)

Obj. 3: “Het is niet toegelaten datgene te doen wat in zichzelf een kwaad is wat het goede doel ook is, zoals blijkt uit wat Augustinus zegt in Contra Mendacium en de Filosoof in het tweede boek van de Ethica. Maar een mens doden is in zichzelf een kwaad aangezien we liefde moeten betonen ten aanzien van allen; ‘wij willen dat onze vrienden leven en bestaan’ zegt Ethica, boek IX, c. 4. Op geen enkele wijze is het dus toegelaten een zondaar te doden.

Ad 3: “Door te zondigen trekt een mens zich terug uit de orde van het verstand en als gevolg doet hij afstand van de menselijke waardigheid, d.w.z. de mens is van nature vrij en bestaat voor zichzelf en hij valt in zekere zin terug tot de slaafse toestand van de dieren. Dit wordt uitgedrukt in Psalm 49, 21: “Een mens in hoge staat zonder inzicht komt als een stom beest aan zijn eind.” En Spreuken 11, 29: “Wie zijn huis in wanorde brengt zal wind oogsten en de dwaas wordt de slaaf van de wijze.” Alhoewel het dus in zichzelf een kwaad is een mens te doden zolang hij in zijn waardigheid blijft, toch kan het een goed zijn een zondaar te doden zoals een dier gedood wordt. Een slecht mens is immers erger dan een dier en meer schadelijk, zoals de filosoof ook zegt in Politica, boek I en Ethica, boek VII.”

maandag, november 11, 2024

Ad splendidum nitentis

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/e9/Dingsheim_StKilian_Leo_IX.jpg
St. Leo IX

De heilige Petrus Damiani (1007-1072), tot kerkleraar uitgeroepen door paus Leo XII in 1828, schrijft in 1051 het Liber Gomorrhianus, een traktaat waarin hij allerlei zonden van de clerus veroordeelt en in het bijzonder een aantal seksuele zonden. Het werk is te vinden in PL 145, 160-190.

In deze editie wordt dit werk voorafgegaan door een brief van de heilige paus Leo IX uit 1054, een brief die bekend staat als “Ad splendidum nitentis” (PL 145, 159D-160C) en waarvan een gedeelte in Denzinger/Hünermann is afgedrukt (DH 687-688). Naar deze tekst wordt ook verwezen in Persona humana. Verklaring over bepaaldekwesties aangaande de seksuele ethiek uit 1975 van de toenmalige Heilige Congregatie voor de Geloofsleer.

In het werk onderscheidt Petrus Damiani vier verschillende zonden “contra naturam” en hij somt deze op volgens orde van zwaarte: “Alii siquidem secum, alii aliorum manibus, alii inter femora, alii denique consummato actu contra naturam delinquunt;  et in his ita per gradus ascenditur, ut quæque posteriora præcedentibus graviora judicentur.” Men zou dit als volgt kunnen vertalen: “Sommigen maken zich schuldig tegen de natuur in 1) met zichzelf, 2) met anderen door de handen van anderen, 3) met anderen tussen de dijen en 4) uiteindelijk met door de voltooiing van de daad.”

Deze ietwat cryptische omschrijvingen worden duidelijker in de welwillende brief van paus Leo IX. Hij schrijft over de “quadrimodam carnalis contagionis pollutionem” die verhinderen dat iemand zich een clericus of geestelijke kan noemen. Leo IX schrijft vervolgens:

Opgewekt door heilige woede schreef u over zulke geestelijken overeenkomstig uw oordeel; het is gepast, zoals u verlangt, dat Wij tussenbeide komen met ons apostolisch gezag, zodat we de scrupuleuze onzekerheid bij de lezer wegnemen, en zodat iedereen met zekerheid weet dat alles wat in dit werk staat naar ons oordeel welgevallig is, omdat het staat als water tegenover duivels vuur.  Daarom is het noodzakelijk, opdat de vrijbrief van vuige lust zich niet ongestraft zou verspreiden, dat deze beantwoord wordt met een beteugeling die past bij de apostolische strengheid, en dat toch enige matiging wordt toegepast op de hardheid ervan.

Welaan dan, allen die verontreinigd zijn met de smerigheden van een van de vier bovengenoemde soorten zonden worden verbannen uit alle rangen van de onbevlekte Kerk, zowel naar ons eigen oordeel als naar dat van de heilige canons.

Wij echter handelen menselijker (humanius agentes) en wensen en bevelen dat zij die zaad hebben geloosd met hun eigen handen of met anderen of zelfs hebben gecopuleerd tussen de dijen, en niet voor lange tijd of met veel mensen, indien zij deze sensualiteit beteugelen en indien zij boete doen voor hun schandelijke daden met een waardig berouw, worden toegelaten tot die rangen die zij hadden ingenomen - maar waarin zij niet bleven terwijl zij in zonde waren – en Wij vertrouwen hen toe aan de goddelijke barmhartigheid (divinae miserationi).

Voor allen die zich bevlekt hebben met een van de twee soorten vunzigheid (foeditatis) die je beschreef, voor lange perioden met zichzelf of met anderen, of met vele anderen zelfs voor een korte tijd, of – wat afschuwelijk om over te spreken en om te horen – zich gestort hebben op de rug (in terga prolapsi sunt), voor hen is de hoop op herstel van hun rangorde verloren.

Als iemand ons apostolisch decreet durft te veroordelen of aan te vechten, moet hij weten dat hij het gevaar loopt zijn eigen rangorde te verliezen.  Want wie een ondeugd niet bestrijdt, maar juist liefkoost, wordt terecht schuldig bevonden en verdient de dood waaraan ook hij sterft als gevolg van deze ondeugd.

maandag, oktober 14, 2024

De anti-liturgische ketterij: Guéranger

In het eerste volume van zijn Institutions Liturgiques (2e editie 1878) pp. 397-406 bespreekt Dom Prosper Guéranger (1805-1875) twaalf kenmerken van wat hij noemt de “anti-liturgische ketterij”.

1)De haat voor de traditie in de formules van de goddelijke eredienst

2)Het vervangen van de formules van de kerkelijke onderrichtingen voor de H. Schrift

3)“Nadat men vervolgens bemerkt dat de Schrift zich niet altijd naar de hand laat zetten zoals men zou willen overeenkomstig hun wil, is hun derde principe het fabriceren en introduceren van andere vormen”

4)Terug naar het primitieve, naar de wieg van het christendom

5)De verwijdering van elke ceremonie, elke formule die het mysterie wil uitdrukken. “Er is geen altaar maar eenvoudigweg een tafel; geen offer meer, zoals in elke religie, maar enkel een maaltijd.

6)De uitroeiing van de geest van gebed.

7)Uitroeiing van elke vorm van bemiddeling door Maria, de heiligen, etc.

8)De uitroeiing van het mysterie heeft als logisch gevolg het gebruik van de volkstaal.

9)Bevrijding van de last van het lichaam in de liturgie: geen nuchterheid, geen knielen, etc.

10)Bevrijding van Rome en het gezag van de paus

11)De vernietiging van het priesterschap

12)De leek wordt “de chef de la Religion”


 

maandag, september 02, 2024

Gelezen

 "Wolven sluiten zich altijd bij elkaar aan, men vindt ze altijd in troepen; de waakhond is echter altijd alleen" Joseph de Maistre

"De mens is nooit zo groot, dan wanneer hij op de knieën ligt." Louis Veuillot