zondag, maart 18, 2012

Gebed van de Z. Johannes XXIII tot Sint-Jozef

De Zalige Johannes XXIII: 1 mei 1960




O Sint-Jozef, hoeder van Jezus, zeer zuivere bruidegom van Maria, 
die uw leven doorgebracht in de volmaakte vervulling van de plicht 
en met het werk van uw handen het Heilige Huisgezin van Nazareth ondersteund hebt, 
bescherm in genegenheid zij die zich in vertrouwen tot u richten. 

Gij kent hun verzuchtingen, hun angsten, hun hoop: zij richten zich tot u omdat zij weten dat zij in u iemand vinden die hun begrijpt en beschermt. 
Ook Gij hebt beproevingen, inspanningen en vermoeidheid gekend. 
Maar te midden van bekommernissen over het materiƫle leven was uw ziel vervuld van de meest diepe vrede en jubelde zij van onbeschrijflijke vreugde wegens de intimiteit met de Zoon van God, die aan u was toevertrouwd, en met Maria, zijn zeer zoete Moeder.

Zorg ervoor dat zij die Gij beschermt mogen begrijpen dat zij niet alleen zijn in hun werk 
maar dat ze in staat zijn Jezus naast zich ontdekken, 
Hem in genade te ontmoeten, Hem trouw te bewaren, net zoals Gij dit hebt gedaan. 
En verkrijg dat in elk gezin, in elk kantoor, in elke werkplaats, overal waar christenen werken, 
alles geheiligd mag zijn in liefde, in geduld, in rechtvaardigheid, 
in het zoeken naar het doen van wat goed is 
opdat overvloedige gaven mogen neerdelen uit de hemel.

Vertaling uit het Italiaans: A Belgian Thomist
Bron: AAS 52 (1960), p. 400.

Johannes Paulus II over Sint-Jozef

Angelus 21 maart 1999

Geliefde broeders en zusters!
De christelijke volkstraditie wijdt de maand maart aan de heilige Jozef, wiens liturgisch feest wij op 19 maart vieren.

Sint-Jozef, bruidegom van de Heilige Maagd Maria, is de Patroon van de universele Kerk en geniet bij het volk Gods een bijzondere verering. Dit blijkt al uit de grote groep christenen die zijn naam dragen. Tien jaar geleden heb ik aan de figuur en de zending van de Hoeder van de Verlosser en van de Kerk een apostolische Exhortatie gewijd. Deze zou ik vandaag graag opnieuw bij allen onder de aandacht willen brengen nu wij in het laatste jaar ter voorbereiding op Grote Jubileum zijn aanbeland, gewijd aan God de Vader. Immers, in Jozef, die geroepen werd om de aardse vader te zijn van het mensgeworden Woord, weerspiegelt zich op geheel bijzondere wijze het goddelijke vaderschap.

Jozef is vader van Jezus omdat hij echt de bruidegom van Maria was. Zij heeft dankzij God als maagd ter wereld gebracht maar het Kind is ook zoon van Jozef, de wettige echtgenoot van Maria. Daarom worden zij in het Evangelie samen “de ouders” van Jezus genoemd (Lc 2, 27. 41). Door middel van de uitoefening van zijn vaderschap werkt Jozef, in de volheid der tijden, mee aan het grote mysterie van de verlossing (cf. Redemptoris Custos 8): “Zijn vaderschap heeft zich concreet uitgedrukt "doordat hij zijn leven tot een dienst gemaakt heeft, … aan het mysterie van de menswording en aan de heilszending die daarmee verbonden is; … doordat hij zijn menselijke roeping tot de huiselijke liefde omgevormd heeft tot het bovenmenselijke offer van zichzelf van zijn hart en van al zijn vermogens in de liefde welke hij ten dienst gesteld heeft van de Messias, die in zijn huis is opgegroeid". Voor dit doel heeft God Jozef laten deelnemen aan zijn eigen vaderlijke liefde, de liefde “naar wie alle vaderschap in de hemel en op de aarde genoemd wordt” (Ef. 3, 15).
Zoals elk kind heeft Jezus de basisbegrippen over leven en gedrag van zijn ouders geleerd. En hoe niet met diepe verwondering te denken dat Hij zijn volmaakte gehoorzaamheid aan de wil van God heeft doen groeien, beschouwd vanuit het menselijke perspectief, vooral door het voorbeeld van zijn vader Jozef, de “rechtvaardige” (Mt. 1, 19) te volgen?

Ik wens vandaag de hemelse bescherming van Sint-Jozef af te roepen over alle vaders en hun taken in het gezin. Aan hem vertrouw ik ook de bisschoppen en de priesters toe, aan wie in de kerkelijke Familie de dienst van het geestelijke en pastorale vaderschap is toevertrouwd. Moge ieder van hen, in de concrete uitoefening van hun verantwoordelijkheden, de voorzienende en trouwe liefde van God kunnen laten weerspiegelen. Moge Sint-Jozef en de Allerheiligste Maria, Koningin van het gezin en Moeder van de Kerk ons dit doen bereiken.

Vertaling uit het Italiaans: A Belgian Thomist

zaterdag, maart 17, 2012

Benedictus XVI over Sint-Jozef


 



Angelus 20 december 2010

Geliefde broeders en zusters!
Op deze vierde zondag van de Advent vertelt het Evangelie volgens Mattheus ons over de geboorte van Jezus vanuit het standpunt van de heilige Jozef. Hij was verloofd met Maria, die “voordat zij gingen samenwonen, zwanger was van de Heilige Geest” (Mt 1, 18). De Zoon van God wordt mens in de schoot van een maagd en brengt hiermee een oude profetie in vervulling (Jes. 7, 14). Dit geheim toont zowel de liefde, de wijsheid als de macht van God ten gunste van de mensheid die gewond is door de zonde. De Heilige Jozef wordt voorgesteld als een “rechtschapen man” (Mt. 1, 19), trouw aan de wet van God, bereid om Zijn wil te volbrengen. Daarom treedt hij binnen in het  mysterie van de Menswording nadat een engel van de Heer, die hem verscheen in een droom, hem meldt: “Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de heilige Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.” (Mt. 1, 20-21). Hij geeft het idee om in het geheim van Maria te scheiden op en neemt haar tot zich want nu zien zijn ogen in haar het werk van God.

Sint-Ambrosius merkt hierbij op dat “in Jozef de beminnenswaardigheid en de figuur van de rechtvaardige was om zo zijn kwaliteit als getuige nog waardiger te maken” (Exp. Ev. sec. Lucam II, 5: CCL 14, 32-33). Hij – zo vervolgt Ambrosius – “zou de tempel van de Heilige Geest, de Moeder van de Heer, de schoot die vruchtbaar was geworden door het mysterie, niet hebben kunnen besmetten” (ibid. II, 6: CCL 14, 33). Alhoewel hij zich ontdaan had gevoeld, handelt Jozef “zoals de engel van de Heer hem had opgedragen”, in de zekerheid dat hij een juiste taak volbrengt. Ook door de naam ‘Jezus’ te geven aan dit Kind dat heerst over geheel het universum, schaart Jozef zich in de rij van nederige en trouwe dienaars, gelijkend op de engelen en de profeten, de martelaren en de apostelen – zoals het bezongen wordt in oude oosterse hymnen. Door getuigenis af te leggen van de maagdelijkheid van Maria, van het gratuite handelen van God en door het aardse leven van de Messias te beschermen verkondigt Jozef het wonder van de Heer. Laten we dus de wettige vader van Jezus (cfr. CKK 532) vereren want in hem toont zich de nieuwe mens, die met vertrouwen en moed naar de toekomst kijkt en niet zijn eigen project volgt maar zich geheel toevertrouwt aan de oneindige barmhartigheid van Hem die de profetieĆ«n zal vervullen en de tempel van het heil opent.

Geliefde vrienden, ik wens alle priesters toe te vertrouwen aan Sint-Jozef, de universele patroon van de Kerk en hen aan te sporen “aan de christengelovigen en aan geheel de wereld eenvoudig en dag na dag het woord en de daden van Christus te brengen” (Brief bij het begin van het Priesterjaar). Moge ons leven steeds meer in eenklank zijn met de persoon van Jezus. Want Hij “die het Woord is neemt nu zelf een lichaam aan, Hij komt van God als mens en trekt het gehele menselijke bestaan naar zich toe en brengt dit bestaan tot in het Woord van God” (Jezus van Nazareth, Milaan 2007, 383). Roepen wij met vertrouwen de Maagd Maria aan, die vol van genade is en “getooid met God” opdat bij het naderende Kerstmis onze ogen zich mogen openen en Jezus mogen zien en het hart zich moge verheugen in deze wonderlijke ontmoeting van liefde.

Vertaling uit het Italiaans: A Belgian Thomist