woensdag, januari 03, 2024

Fiducia supplicans en Veritatis splendor

Dankzij Mgr. Aillet, bisschop van Bayonne (Frankrijk) in zijn wijs schrijven over FS hier, worden wij herinnerend aan Veritatis splendor par. 95:

De leer van de Kerk en vooral haar standvastigheid in de verdediging van de universele en blijvende geldigheid van de zedelijke geboden die op zichzelf staande slechte handelingen verbieden, worden niet zelden als teken van een onverdraaglijk gebrek aan toegeeflijkheid bekritiseerd, vooral als het gaat om zeer complexe en conflictrijke situaties van het huidige leven van het individu en de maatschappij: een ontoegeeflijkheid die strijdig zou zijn met een moederlijk gevoel van de Kerk.

Deze zou het, zo zegt men, aan begrip en barmhartigheid ontbreken. Maar in feite kan de moederlijkheid van de Kerk nooit gescheiden worden van haar zendingsopdracht als lerares, die ze als trouwe bruid van Christus, die de Waarheid in Persoon is, steeds moet uitvoeren: "Als lerares wordt ze niet moe, de zedelijke norm te verkondigen.. Deze norm is niet door de Kerk geschapen en niet overgelaten aan haar willekeur. In gehoorzaamheid aan de waarheid, die Christus is, wiens beeld zich in de natuur en in de waarde van de menselijke persoon weerspiegelt, interpreteert de Kerk de zedelijke norm en legt haar aan alle mensen van goede wil voor zonder hun eis tot radicaliteit en volmaaktheid te verbergen".


Waarachtig begrip en echte barmhartigheid betekenen in werkelijkheid liefde voor de menselijke persoon, voor haar ware welzijn, voor haar authentieke vrijheid. En dit komt beslist niet tot stand, doordat men de zedelijke waarheid verbergt of afzwakt, maar doordat men ze in haar diepe betekenis als uitstraling van de eeuwige wijsheid van God, die ons in Christus bereikt, en als dienst aan de mensen, aan de groei van zijn vrijheid en aan het bereiken van zijn zaligheid voorlegt.


Tegelijkertijd kan de duidelijke en krachtige voorstelling van de zedelijke waarheid nooit afzien van een diep en oprecht respect, getekend door geduldige en vertrouwen schenkende liefde, dat de mens op zijn morele weg nodig heeft, die vaak vanwege zwakheden en pijnlijke situaties moeilijk blijkt. De Kerk kan nooit van het "beginsel van de waarheid en de juistheid van haar gevolgen" afzien, op basis waarvan ze "het niet toestaat, goed te noemen, wat slecht is, en slecht wat goed is".
Paus Paulus VI heeft geschreven: "Het is een uitmuntende vorm van liefde voor de onsterfelijke zielen, als men op geen enkele manier beperkingen oplegt aan de heilzame leer van Christus. Dit moet echter steeds door geduld en liefde begeleid worden, waarvoor de Heer zelf in zijn omgang met de mensen een voorbeeld heeft gegeven. Hij is gekomen, niet om te oordelen maar om te redden ; heel zeker was hij onverzoenlijk ten opzichte van de zonde, maar hij was barmhartig voor de zondaar.