zaterdag, september 26, 2009

Katholieke blogosfeer en Pascendi Dominici Gregis


De strijd van de Heilige Pius X tegen het modernisme uit liefde voor de Waarheid en niet om "de mensen te behagen, zoals Johannes Paulus II het treffende uitgedrukt heeft (zie hier), heeft zijn meest bekende neerslag gevonden in de encycliek Pascendi Dominici Gregis van 1907 (zie hier voor de Nederlandse tekst). Terwijl de eerst twee hoofdstukken over de inhoud en de oorzaken van het modernisme misschien het meest bekend zijn, geldt dit niet voor het derde hoofdstuk waar de H. Pius X de "geneesmiddelen" tegen het modernisme presenteert.

Eén van deze geneesmiddelen is de verordening dat in elk bisdom een Raad van Waakzaamheid dient opgericht te worden. Hun taak wordt als volgt omschreven:

"Het zal hun taak zijn om te waken of en met welke slinkse middelen nieuwe dwalingen binnensluipen of verspreid worden. Zij moeten de bisschoppen daarvan op de hoogte brengen en samen met hem de middelen beramen hoe dat kwaad in de wortel kan worden uitgeroeid, opdat het niet tot verderf der zielen meer en meer doordringt, of wat nog erger is, met de dag sterker wordt en aangroeit"

Deze Raad van Waakzaamheid diende vooral om uitingen van modernisme in boeken, tijdschriften en andere publicaties op te sporen en te rapporteren.

Alhoewel de omstandigheden veranderd zijn (zie de sporen hiervan in het kerkelijk recht CIC § 822-832), kunnen vandaag de uitingen van modernisme via het internet in woord en beeld aan de kaak worden gesteld.

Recente nieuwsberichten (zie hier, hier en hier), ongetwijfeld veroorzaakt door soms jarenlange protesten, maar soms ook slechts enkele dagen protest van orthodoxe katholieken in de blogosfeer, brengen aan het licht dat de katholieke blogosfeer een nieuwe status heeft bereikt, een status vergelijkbaar met de Raad van Waakzaamheid, bevolen door de H. Pius. Maar nu tevens op basis van het geroemde Tweede Vaticaans Concilie dat in Apostolicam Actuositatem over de roeping van de leken schrijft: "Laten zij dus de hun geschonken kwaliteiten en gaven, die op deze omstandigheden zijn berekend, voortdurend ontwikkelen en de persoonlijke gaven benutten, die zij van de Heilige Geest hebben ontvangen."

Maar misschien heeft al menig hoogwaardigheidsbekleder uitgeroepen: "Timeo Danaos et dona ferentes."

maandag, september 21, 2009

Vaticanum II: een discussie is broodnodig


Nu de gesprekken met de Pius X-broederschap voor de deur staan, kan eindelijk de discussie om wat Vaticanum II is en niet is, beginnen. Na Agostino Marchetto, Il Concilio Ecumenico Vaticano II. Contrappunto per la sua storia (Libreria Editrice Vaticana, 2005), M. Levering & M. Lamb, Vatican II, Renewal within Tradition (Oxford, 2008) is er nu van Mons. Brunero Gheradini, Concilio Ecumenico Vaticano II. Un discorso da fare (Casa Mariana Editrice, Frigento, 2009)

Uit de recensies (hier, hier, hier, hier en hier) kunnen wij afleiden dat het spannende lectuur wordt.

Mons. Gherardini, een Thomist 'van de oude school' (zie hier voor een interview met hem), kanunnik van de Sint-Pieter, geeft sinds jaren het tijdschrift "Divinitas" uit, telkens een waar genoegen wanneer dat in de bus valt.

Uit de recensies halen we volgende interessante citaten:

Studie is nodig:

«La ripetitività, in effetti, è ormai una recita: e ripetitivo è il reiterato richiamo al Vaticano II, il celebrarne acriticamente i meriti, l’affermarne l’importanza oltre i limiti del dovuto, il dichiararne l’incomparabile eccellenza rispetto ad ogni altro Concilio, il farne un prontuario di ricette per la soluzione di problemi d’ogni ordine e tipo. Mi pare che, dopo quasi mezzo secolo d’un linguaggio siffatto, d’incensazioni “a tre tiri doppi”, di celebrazioni intempestive, non richieste e controproducenti, sia finalmente venuto il momento di voltar pagina. Mi pare anzi che, “finite le feste al tempio” e conclusa la fase osannante, s’imponga oggi di necessità una riflessione storico-critica sui testi conciliari, che ne ricerchi i collegamenti - qualora effettivamente ci siano - con la continuità della Tradizione cattolica… Ne va della Fede e dell’autentica testimonianza cristiana» (p. 17).

Over het modernisme:

«A chi mi chiedesse se in ultim’analisi la tabe modernista s’annidasse proprio nei documenti conciliari e se i Padri stessi ne fossero più o meno infetti, dovrei rispondere con un no quanto con un sì. No, perché il respiro soprannaturale è tutt’altro che assente dal Vaticano II grazie alla sua aperta confessione trinitaria, alla sua fede nell’incarnazione e redenzione universale del Verbo, al radicato convincimento circa l’universale chiamata alla santità, alla riconosciuta e professata causalità salutare dei sacramenti, alla sua alta considerazione del culto liturgico ed eucaristico in special modo, alla sacramentalità salvifica della Chiesa, alla devozione mariana teologicamente alimentata.

Ma anche sì, perché non poche pagine dei documenti conciliari arieggiano scritti e idee del modernismo – si veda soprattutto la Gaudium et Spes – e perché alcuni Padri conciliari – e non dei meno significativi – non nascondevano aperte simpatie per antichi e nuovi modernisti… Volevan infatti una Chiesa pellegrina della verità, [wie zei ook weer dat hij, in tegenstelling tot de "verzuurden" "op zoek was naar de waarheid"] in cordata verso di essa insieme con ogni altro pellegrino… La volevan amica ed alleata d’ogni altro ricercatore. Assertrice, anche nell’ambito degli studi sacri, dello stesso criticismo metodologico d’ogni altra scienza. Una Chiesa, insomma, laboratorio di ricerca e non dispensatrice di verità calate dall’alto»
(pp. 78-79).

Opmerkelijk is ook de oproep aan de Heilige Vader om tot een ernstige studie te komen van alle documenten van Vaticanum II, om zo om o.m. volgende vragen te kunnen beantwoorden:
1. Wat is haar ware aard/wezen?
2. In welke verhouding staat het pastorale karakter van Vaticanum II - een begrip dat men op gezaghebbende wijze zal moeten preciseren - tot het eventueel dogmatisch karakter? Verzoent zich het pastorale karakter met het dogmatische karakter?
3. Is het daadwerkelijk mogelijk om dogmatisch Vaticanum II te definiëren? En dus naar het Concilie te verwijzen als zijnde dogmatisch; nieuwe theologische beweringen funderen op het Concilie; in welke zin en met welke limieten?
4. Is het een "gebeurtenis" in de zin van de professoren uit Bologna [de Alberigo-school, verantwoordelijk voor een invloedrijke geschiedenis van Vaticanum II], die de verbindingen met het verleden verbreekt een tijdperk instelt dat in elk aspect nieuw is? Of herleeft het verleden in Vaticanum II "eodem sensu eademque sententia"?

Kortom, wie waagt zich aan een vertaling en sponsort een exemplaar voor elke gewijde bedienaar in de Lage Landen!

Paulus VI tot de clerus

Paus Paulus VI, Tot de priesters van Rome, 10 februari 1978

“Een berekende tactiek heeft bezit genomen van de psychologie van enkele priesters –Wij willen geloven dat het er weinig zijn- om het traditionele beeld van de priester te ontheiligen; een proces van ontwijding heeft bezit genomen van het instituut van het priesterschap om de standvastigheid ervan te verwoesten en de ruïnes ervan te bedekken; een waanzin van laïcisering heeft de uitwendige tekenen van het gewijde priesterhabijt afgerukt en heeft uit het hart van enkelen de heilige eerbied, die ze verschuldigd zijn aan hun eigen persoon, naar boven gehaald om deze te vervangen door een opzichtige ijdelheid voor het wereldse en soms tot aan de vermetelheid voor wat ongeoorloofd is en onscrupuleus.”

Bron: www.vatican.va

Infirmitatem nostram respice, omnipotens Deus: et, quia pondus propriae actionis gravat, beati Victoris Martyris tui intercessio gloriosa nos protegat. Per Dominum nostrum Jesum Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus Sancti Deus, per omnia saecula saeculorum. Amen.

zaterdag, september 19, 2009

Zijn beide missaals identiek?


Natuurlijk is het hoopvol dat sommige priesters in –voorlopig nog- informele bijeenkomsten, beginnen te spreken over de “hervorming van de hervorming” van de liturgie en bv. zin en betekenis van de celebratie ‘ad orientem’ overwegen. We verwachten niets minder van hen, indien zij onze Heilige Vader de afgelopen jaren ernstig hebben genomen.

Anderzijds is er duidelijk, in mondelinge gesprekken en geschreven media, een trend waar te nemen van ‘selectieve interpretatie’. Hierbij argumenteert men als volgt: “als men volgens het missaal van 1969/1970 viert, in het Latijn, met de Romeinse Canon en ‘versus orientem’, dan is er eigenlijk toch geen verschil meer met het missaal van 1962.” Laten we dit de ‘IdentiteitsThese’ (=IT) noemen.


Enkel zuiver formeel gezien, houdt dit argument echter geen steek.
1/Indien IT waar is, wat is dan nog de betekenis van de “wederzijdse verrijking” van beide missalen waar onze Heilige Vader op wijst? Mogen wij dan concluderen dat de aanhangers van IT, de uitspraak van de paus afwijzen?
2/Indien IT waar is, waarom is er dan überhaupt een nieuw missaal ‘gemaakt’? Want we weten dat de ‘editio typica’ van het missaal vanzelfsprekend in het Latijn is, de Romeinse Canon bevat en –dit is nu wel duidelijk- geschreven is om ‘versus orientem’ gecelebreerd te worden. Of moeten we veronderstellen dat de aanhangers van IT de gepastheid van het nieuwe missaal in vraag stellen?
3/Indien IT waar is, waarom celebreert men dan niet met even groot enthousiasme volgens het missaal van 1962? Mogen wij concluderen dat IT een strategie is om de voorstanders van de Buitengewone Vorm de wind uit de zeilen te nemen?

Belangrijker echter lijkt het ons dat IT feitelijk vals is, d.w.z. niet kan steunen op onderzoek van de bronnen.
1/Zo hebben wij in een eerdere bijdrage reeds gewezen op de wankele argumentatie bij de hervorming van de liturgische kalender.
2/Bij wijze van voorbeeld hebben wij laten zien hoe het openingsgebed voor Sint-Albertus op 15 november veranderd is geworden.

3/Hier volgen de belangrijkste resultaten van het eerste deel van de volgende studie van Dr. Pristas, gepubliceerd in Nova & Vetera 3 (2005) pp. 5-38. Deze studie, getiteld “The collects at Sunday Mass: An Examination of the Revisions of Vatican II” onderzoekt de openingsgebeden van alle zon- en feestdagen in het missaal van 1969/1970. (We gebruiken 1962M en 1969M als afkortingen voor beide missaals)

A/Een louter kwantitatieve analyse levert het volgende resultaat: van de 66 openingsgebeden in 1962M zijn er 34 terug te vinden in 1969M, 24 in het 1969M komen uit andere ‘missaals’ en 8 in het 1969M zijn nieuwe composities.
Conclusie: bijna de helft van de openingsgebeden op zon- en feestdagen komen NIET uit het 1962M.
B/Bovendien, van de 34 uit 1962M die wel zijn opgenomen, zijn er slechts 21 ongewijzigd gebleven. Conclusie: minder dan 1/3 van de openingsgebeden op zon- en feestdagen komen ongewijzigd uit het 1962M
C/Van de 24 openingsgebeden uit andere ‘missaals’ komen er 2 uit 1962M en 22 uit oude codices.
D/Sinds de publicatie van het Corpus Orationum (verschenen tussen 1992 en 1999 in de reeks Corpus Christianorum) zijn we in staat om exact na te gaan waar deze 22 gebeden vandaan komen. Het Corpus Orationum bevat alle gebeden uit 201 bestaande codices, d.w.z. 6829 verschillende gebeden. Een paar van deze codices zijn ouder dan de 8ste eeuw, maar het merendeel zijn jonger. De oudste lijst dateert van de 5e /6e eeuw.
5 van de 22 gebeden uit oude codices komen slechts éénmaal voor in de 201 codices.
Van 11 van de 22 gebeden is er geen enkele aanwijzing te vinden dat zij ooit als openingsbed voor een zondag zijn gebruikt.

E/DAARENTEGEN de 32 gebeden uit 1962M die zijn weggelaten zijn ALLEN (behalve deze voor de feesten van de Heilige Familie en de Heilige Naam van Jezus, ingevoerd in respectievelijk 1893 en 1721) te vinden in de oude codices en daarvan zijn 21 te vinden op dezelfde dag in de oude codices als in 1962M.

F/ALLE 30 gebeden van 1962M die zijn weggelaten uit 1969M (behalve 1 waar “quaesumus”: "wij smeken" is toegevoegd) zijn ONGEWIJZIGD te vinden in een oude codex.

Dr. Pristas besluit daarom: “De verantwoordelijken voor de post-Vaticanum II revisie deden een beroep een variatie van zwakkere stromingen – soms zelfs unieke bronnen; zij herwekten vaak wat zij selecteerden en plaatsen regelmatig nieuwe of aangepaste teksten zonder dat er een precedent voor dit gebruik was.

De verantwoordelijken voor het Tridentijnse missaal, daarentegen, deden een beroep op sterke stromingen in de voorafgaande liturgische traditie en namen wat zij selecteerden over zonder de tekst aan te passen of het gebruik ervan te veranderen. Toen de revisoren deze 32 gebeden voor zon- en feestdagen uit het 1962 missaal vervingen, namen zij afscheid van een liturgische, verifieerbare praktijk van tenminste 1200 jaar en niet enkel van de 400 jaar van het Tridentijnse missaal, want zij vervingen deze gebeden, die een langdurige voorkeur hadden, niet door andere gebeden met een vergelijkbare ouderdom of prominente waarde. Veeleer vervingen zij deze met gebeden die wij, in het licht van de vele aanpassingen die werden gemaakt, zowel wat betreft de tekst als het gebruik, moeten beschouwen als grotendeels van eigen makelij” (p. 13).

Hierdoor wordt vanuit wetenschappelijke hoek bevestigd wat kardinaal J. Ratzinger schreef: "An die Stelle der gewordenen Liturgie hat man die gemachte Liturgie gesetzt. Man ist aus dem lebendigen Prozeß des Wachsens und Werdens heraus umgestiegen in das Machen. Man wollte nicht mehr das organische Werden und Reifen des durch die Jahrhunderte hin Lebendigen fortführen, sondern setzte an dessen Stelle – nach dem Muster technischer Produktion – das Machen, das platte Produkt des Augenblicks“. (Kardinaal J. Ratzinger in het voorwoord bij de Franse vertaling van Klaus Gamber’s La Réforme, Le Barroux, 1999)

We hebben hier slechts enkele elementen naar voren gehaald maar deze zijn reeds voldoende, zo lijkt ons, om de IdentiteitsThese te ontkrachten.
Deo volente zullen wij in de toekomst kunnen ingaan op andere, evidente verschillen waarachter telkens andere theologische en ecclesiologische opvattingen schuilgaan: de centraliteit van het altaar (dat volgens 1962M nooit mag verlaten worden zonder het de bijbehorende eer te bewijzen), de rol van private gebeden voor de priester waardoor de priesterlijke identiteit volgens 1962M veel sterker aanwezig is, de volledige wijziging van het Offertorium, de invloed op de ritus van de Eucharistie van Ministeria Quaedam, de twijfelachtige historische fundering van Eucharisch Gebed II, de invloed van de nagenoeg onbeperkte keuzevrijheid op de actieve participatie van het volk (dat immers nu in de onmogelijkheid verkeert beschouwend de H. Mis te overwegen maar overgeleverd is aan de willekeur van de dag), etc.

vrijdag, september 11, 2009

De interpretatie van Vaticanum II en het priesterschap


Benedictus XVI

Tot de bisschoppen van de bisschoppenconferentie van Brazilië tijdens het ‘ad limina’-bezoek

Castel Gandolfo

7 september 2009

Beminde broeders,

In de decennia volgend op het Tweede Vaticaans Concilie hebben sommigen de opening naar de wereld niet geïnterpreteerd als een eis die voortkomt uit de missionaire ijver van het Hart van Christus, maar als een overgang naar de secularisatie waarin zij enkele waarden ontdekten die een grote christelijke diepgang in zich dragen, zoals gelijkheid, vrijheid en solidariteit. Dezen toonden zich bereid om toegevingen te doen en om gebieden van samenwerking te ontdekken. Op deze wijze is men gekomen tot interventies van enkele kerkelijke verantwoordelijken in ethische debatten, als antwoord op de verwachtingen van de publieke opinie, maar men heeft opgehouden te praten over sommige fundamentele waarheden van het geloof, zoals de zonde, de genade, het theologale leven en de uitersten. Onbewust zijn vele kerkelijke gemeenschappen gevallen in een zelfsecularisatie; terwijl deze hoopten om diegenen die veraf waren te behagen, hebben ze diegenen die reeds aan het kerkelijke leven deelnemen zien weggaan, bedrogen en ontgoocheld: onze tijdgenoten, wanneer zij ons ontmoeten, willen datgene zien wat ze nergens anders zien, nl. de vreugde en de hoop die ontstaat vanuit het verblijven met de verrezen Heer.

Vandaag is er een nieuwe generatie die, geboren in deze kerkelijke, geseculariseerde omgeving, in plaats van openheid en consensus waar te nemen, daarentegen steeds meer in de maatschappij de afgrond van de verschillen en de tegenstellingen ten aanzien van het Leergezag van de Kerk ziet uitbreiding nemen, in het bijzonder op het gebied van de ethiek. In deze woestijn van God getuigt de nieuwe generatie van een grote dorst naar transcendentie.

Het zijn de jongeren van deze nieuwe generatie die vandaag aan de poort van het seminarie kloppen en die nood hebben om daar opvoeders aan te treffen die ware mannen van God zijn, priesters die geheel gewijd zijn aan de vorming, die getuigenis afleggen van de zelfgave aan de Kerk door middel van het celibaat en een streng leven, naar het model van Christus de Goede Herder. Zo zullen deze jongeren leren om gevoelig te zijn voor de ontmoeting met de Heer, in de dagelijkse deelname aan de Eucharistie, in het beminnen van de stilte en het gebed en door op de eerste plaats de glorie van God en de verlossing van de zielen na te streven.

Beminde broeders, zoals jullie weten is het de taak van de bisschop om fundamentele criteria vast te leggen voor de vorming van de seminaristen en de priesters in getrouwheid aan de universele normen van de Kerk: het is in deze geest dat men de reflecties over het thema van de Algemene Vergadering van jullie Bisschoppenconferentie, afgelopen april, moet ontwikkelen.

In de zekerheid dat ik kan rekenen op jullie ijver voor wat betreft de priesterlijke vorming, nodig ik alle bisschoppen, hun priesters en seminaristen uit om in hun eigen leven de liefde van Christus, Priester en Goede Herder na te bootsen, zoals dit de Heilige Pastoor van Ars gedaan heeft. En dat zij, zoals hij, als model en bescherming van hun eigen roeping de Moeder Maagd nemen, zij die op unieke wijze antwoord heeft gegeven aan de roepstem van God en in haar hart en in haar vlees het mensgeworden Woord ontvangen heeft om het te schenken aan de mensheid.

zaterdag, september 05, 2009

Buitengewone Vorm mainstream

De Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus wordt méér en méér mainstream - ten minste in Rome.

Dit kunnen we afleiden uit twee recente berichten:
Mons. Guido Pozzo zal op 20 september in de Trinità delle Pellegrini, de personele parochie te Rome voor de Buitengewone Vorm, de H. Mis op dragen bij gelegenheid van de tweede verjaardag van Summorum Pontificum. Mons. Pozzo is de nieuwe secretaris van de Ecclesia Dei-Commissie die door Paus Benedictus met het Motu Proprio Ecclesia Unitatem onder de Congregatie voor de Geloofsleer werd gebracht.




Tevens zal op 18 oktober aartsbisschop Raymond Burke, Prefect van de Apostolische Signatuur, de Pontificale H. Mis opdragen op dit altaar, het altaar van de Sacramentskapel in de Sint-Pieter. Naast de vele H. Missen in de Buitengewone Vorm die op de zijaltaren reeds zijn opgedragen door priesters, zal dit de meest significante celebratie zijn van de H. Mis volgens het missaal van de Zalige Johannes XXIII.
Deze H. Mis vormt onderdeel van het congres dat Giovani e Tradizione, de katholieke beweging ter bevordering van de traditionele liturgie, van 16 tot 18 oktober organiseert ter gelegenheid van de 2e verjaardag van Summorum Pontificum. Een blik op het programma van dit indrukwekkende congres (het is een zekere gok te beweren dat niemand van de Lage Landen, laat staan een bisschop, referent voor de liturgie of diens afgevaardigde, zal aanwezig zijn) leert dat met Mgr. Athanasius Schneider (Het is de Heer, oorspronkelijk uitgegeven door de Vaticaanse uitgeverij), pater Michael John Zielinski osb, vice-president van de Pauselijke Commissie voor het cultureel erfgoed van de Kerk en van de Pauselijke Commissie voor Gewijde Archeologie, aangesteld door Benedictus XVI in 2007, en met leden van het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek de Romeinse curie goed vertegenwoordigd is (natuurlijk tegen de achtergrond van verdeeldheid omtrent de hervorming van de hervorming in de Curie zoals we dit konden waarnemen uit de reactie op het bericht van Andrea Tornielli).

Abortus en de Kerk

Voor wie de perikelen rond de begrafenis van senator Ted Kennedy, een notoire 'katholieke' pro-abortus politicus volgt, zijn hier twee interessante perspectieven, o.m. naar aanleiding van de verdediging van de publieke heiligverklaring (vooral in de voorbeden en de toespraak van Barack Obama) in de kathedraal van Boston door kardinaal Sean O'Malley

Cardinal lashes out at Pro-Lifes, Soft-Pedals Criticism of Kennedy Abortion Support

Een provocerend perspectief is tevens

Priest: Imagine the Funeral if Kennedy was an Anti-Semite rather than Pro-Abortion

Ook in Oostenrijk laat een andere kardinaal van zich horen. Kardinaal Schönborn heeft hulpbisschop Andreas Laun verboden deel te nemen aan een demonstratie tegen een huldiging door de Weense gemeente van een abortuskliniek. De toespraak die bisschop Laun daar had moeten houden, kan men hier lezen. Hij schrijft ondermeer:

"Ein Recht auf ein Unrecht ist wie das Verlangen, eine weiße Wand müsse zugleich schwarz sein, ein Tier lebendig und tot im gleichen Augenblick, ein Kreis auch ein Rechteck! Vernunft und zugleich Recht auf Unrecht gibt es nicht, auch kann man nicht anständig bleiben und abtreiben, man muss sich entscheiden, für Gott oder den Teufel!"