zondag, september 22, 2013

De vermenging van water met de wijn: Sint-Thomas van Aquino




Moet water vermengd worden met de wijn? (ST III, 74, 6)
Objectie 1. Het lijkt dat water niet dient vermengd te worden met de wijn. Het offer van Christus werd immers voorafgebeeld door het offer van Melchisedech (Gen. 14,18) die enkel brood en wijn offerde. Men moet dus niet water toevoegen.
Objectie 2. Bovendien hebben de afzonderlijke sacramenten hun eigen materie. Water is echter de materie van het doopsel. Het moet daarom niet gebruikt worden als de materie van dit sacrament.
Objectie 3. Bovendien zijn brood en wijn de materie van dit sacrament. Er wordt echter niets toegevoegd aan het brood. Daarom moet er ook niets toegevoegd worden aan de wijn.
Daarentegen. Paus Alexander I schrijft: “Tot de sacramentele offergaven die in de Mis aan de Heer worden geofferd dienen enkel brood en wijn, gemengd met water, te worden geofferd in dit offer”.
Antwoord. Water moet gemengd worden met de wijn die in dit sacrament wordt geofferd. Ten eerste omwille van de instelling van dit sacrament. Want men gelooft dat het waarschijnlijk is dat de Heer dit sacrament ingesteld heeft met wijn, vermengd met water, volgens de gewoonten van dit land. Daarom staat er in Spreuken 9, 5: “Drink de wijn die ik voor u vermengd heb.” Ten tweede omdat het overeenkomt met de voorstelling van het lijden van de Heer. Daarom immers zegt Paus Alexander I (Ep. 1 ad omnes orth.): “In de kelk van de Heer dient er niet enkel wijn of enkel water geofferd te worden maar beiden vermengd want we lezen dat uit Zijn zijde tijdens Zijn lijden water en wijn vloeide.” Ten derde omdat dit passend is voor het betekenen van het effect van dit sacrament want, zoals Paus Julius zegt (Conc. Bracarens III, can. 1): “Wij zien dat door het water het volk wordt aangeduid maar het bloed van Christus door de wijn. Ten vierde past dit bij het laatste effect van dit sacrament, nl. het binnengaan in het eeuwige leven. Vandaar zegt Ambrosius (De Sacram. V): “Het water vloeit in de kelk en brengt eeuwig leven voort.”
Ad 1. Zoals Ambrosius zegt (De Sacram. V) wordt, net zoals Christus’ offer wordt betekend door de offergave van Melchisedech, zo ook wordt dit offer ook betekend door het water dat vloeide uit de rots in de woestijn volgens 1 Kor. 10, 4: “Zij dronken uit een geestelijke rots die met hen meeging en die rots was de Christus”.
Ad 2. Bij het doopsel wordt water gebruikt voor de afwassing van de zonden maar in dit sacrament wordt water gebruikt ter verkoeling volgens Ps. 22, 3: “Hij heeft mij geleid naar verkoelende wateren”.
Ad 3. Brood wordt gemaakt van water en bloem. Aangezien water wordt gemengd met de wijn bestaan geen van beiden zonder water.


Is het mengen van water noodzakelijk voor dit sacrament? (ST III, 74, 7)

Objectie 1. Het lijkt dat het mengen van water noodzakelijk is voor dit sacrament. Cyprianus zegt immers tot Caecilius (Ep. 63): “De kelk van de Heer is niet enkel water en enkel wijn, tenzij beiden worden gemengd zoals het lichaam van de Heer niet enkel bloem kan zijn maar beiden”, nl. bloem en water, “worden verenigd tot één”. Maar de toevoeging van water aan de bloem is noodzakelijk voor dit sacrament. Dus, om dezelfde reden, is de toevoeging van water met de wijn noodzakelijk.
Objectie 2. Bovendien vloeiden bij het lijden van de Heer, waarvan dit sacrament de gedachtenis is, zowel water als bloed uit Zijn zijde. Maar wijn, dat het sacrament van het bloed is, is noodzakelijk voor dit sacrament. Om dezelfde reden is daarom ook water noodzakelijk.
Objectie 3. Bovendien, indien water niet noodzakelijk was voor dit sacrament, dan zou het niet uitmaken wat voor soort water gebruikt zou worden en dus zou water, gedistilleerd uit rozen of elke andere soort van water kunnen gebruikt worden. Het gebruik van de Kerk staat dit echter niet toe. Water is dus noodzakelijk voor dit sacrament.
Daarentegen zegt Cyprianus (Ep. 63): “Indien iemand van onze voorgangers uit onwetendheid of onnozelheid dit gebruik niet in acht heeft genomen”, d.i. het mengen van water met de wijn in dit sacrament, “dan mag men hem deze onnozelheid vergeven”. Dit zou niet het geval zijn indien water noodzakelijk was voor dit sacrament zoals dit het geval is met wijn of brood. De toevoeging van water aan de wijn is dus niet noodzakelijk voor dit sacrament.
Antwoord. Het oordeel over een teken dient afgeleid te worden uit het ding dat betekend wordt. De toevoeging van water aan de wijn dient om de deelname van de gelovigen aan dit sacrament te betekenen. Door de toevoeging van water aan de wijn wordt de eenheid van het volk met Christus betekend zoals gezegd is in art. 6. Het vloeien van het water uit de zijde van Christus die aan het kruis hangt, verwijst naar hetzelfde want met het water wordt de afwassing van de zonde betekend, datgene nl. wat bewerkstelligd wordt door het lijden van Christus. Boven werd reeds gezegd dat dit sacrament voltooid wordt in de consecratie van de materie (q. 73, art. 1, ad 3) terwijl het gebruik ervan door de gelovigen niet noodzakelijk is voor dit sacrament maar enkel een gevolg van het sacrament. Bijgevolg is de toevoeging van water niet noodzakelijk voor dit sacrament.
Ad 1. De woorden van Cyprianus dienen als volgt begrepen te worden, nl. dat iets niet kan wat niet op gepaste wijze kan. De vergelijking verwijst dus naar wat dient te gebeuren maar niet naar wat noodzakelijkerwijze moet gebeuren. Water behoort immers tot het wezen van het brood maar niet tot het wezen van de wijn.
Ad 2. Het vergieten van bloed behoorde rechtstreeks tot het lijden van Christus want is natuurlijk dat er bloed vloeit uit een menselijk lichaam dat gewond is. Maar dat er water vloeit is niet noodzakelijk voor het lijden maar dient om het effect van het lijden aan te wijzen, nl. het afwassen van de zonden en de verkoeling van het vuur van de begeerte. Daarom wordt in dit sacrament water niet afzonderlijk geofferd zoals de wijn afzonderlijk van het brood wordt geofferd maar het water wordt gemengd met de wijn geofferd om te tonen dat wijn vanuit het wezen van het sacrament ertoe behoort terwijl het water tot dit sacrament behoort als iets dat toegevoegd wordt aan de wijn.
Ad 3. Aangezien het mengen van water met de wijn niet noodzakelijk is voor het sacrament maakt het voor het wezen van het sacrament niet uit welke soort water aan de wijn wordt toegevoegd, of het nu natuurlijk of kunstmatig water is, zoals water van rozen. Maar met betrekking tot de gepastheid van dit sacrament zou degene zondigen die ander dan natuurlijk en waarlijk water zou vermengen met de wijn. Immers, er vloeide uit de zijde van Christus aan het kruis waarlijk water. Aangezien het mengen van water met bloem noodzakelijk is voor dit sacrament omdat dit de samenstelling van brood is, zou de toevoeging van water van rozen of enige andere vloeistof anders dan waarlijk water, het sacrament ongeldig maken wan het zou niet waarlijk brood zijn.

Geen opmerkingen: