Van 22 januari 1459 tot en met 6 oktober 1460 werd de Duitse
kardinaal Nicolaus Cusanus (1404-1464) door Paus Pius II aangesteld als vicaris-generaal
(vicarium generalem in temporalibus cum pleno apostolice sedis legati de latere
officio). In die hoedanigheid schrijft in de eerste helft van Juli 1459 zijn
Reformatio generalis. Daarin stelt hij voor dat in een eerste fase de paus en
de curie worden gevisiteerd door drie “ernstige en volwassen” (graves et
maturos) mannen die de waarheid liefhebben, de ijver voor God bezitten en niet
streven naar eer en rijkdom en aldus vrij zij te oordelen, denken en handelen (qui
veritatem cunctis praeferant,
zelum dei scientiamque ac prudentiam habeant
opportunam nihilque amplius honoris et divitiarum habere exspectent, ut sint in
iudicio, cogitatione et opere liberi et mundi…).
Aangaande de visitatie van de paus schrijft hij:
“Dat zij niet afgeschrikt worden de Paus te visiteren
wanneer zij dezelfde die zij als plaatsvervanger van Christus zien, ook als dienaar
van de christenen zien, de vader der vaderen ook als dienaar van de dienaren,
diegene die met uitzonderlijke waardigheid de hoogste en heiligste is ook als
samen met de anderen tot zonde geneigd en zwak en zich als zodanig erkent en
volgens het Evangelie verklaart dat zijn prioriteit en hoogheid niet ligt in
het heersen (dominatione) maar in de dienst tot opbouw van de Kerk. Wie dus in
ons [de Paus] iets vindt dat niet opbouwt maar veeleer de Kerk ergernis geeft,
zegge dit ons opdat wij ons verbeteren.” (Nec terreantur papam visitare, quando eundem, quem vident vicarium
Christi, vident et christianorum ministrum, et quem vident patrem patrum,
vident et servum servorum, et quem vident singulariter dignitate altissimum et
sanctissimum, vident etiam communiter cum aliis hominibus peccabilem et
infirmum et se pro tali cognoscentem et iuxta evangelicam doctrinam profitentem
prioritatem et maioritatem non in dominatione, sed in ministerio aedificandae
ecclesiae consistere. Quidquid igitur in nobis invenerint, quod non aedificat,
sed scandalizat potius ecclesiam, omnino nobis manifestent, ut emendemus.)