donderdag, maart 30, 2006

De werkelijke tegenwoordigheid van Christus (1)


In 2001 publiceerden de Amerikaanse bisschoppen zeer goed document in 15 vragen en antwoorden omtrent de praesentia realis van Christus in de H. Mis. Hier volgt deel 1: de introductie en vraag 1.

Introductie
Op de avond voor Hij stierf aan het Kruis, deelde de Heer Jezus zijn Laatste Avondmaal met zijn leerlingen. Tijdens deze maaltijd stelde onze Verlosser het sacrament van zijn Lichaam en Bloed in. Hij deed dit om het offer van het Kruis door de eeuwen heen te laten voortduren en zijn Bruid, de Kerk, een gedachtenis aan zijn dood en verrijzenis toe te vertrouwen. Zoals het Evangelie van Mattheüs ons vertelt:
“Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: ‘Neemt, eet,: dit is mijn Lichaam.’
Daarna nam Hij de beker, en na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe met de woorden: ‘Drinkt allen hieruit. Want dit is mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van hun zonden.’”
(Mt. 26,26-28; zie ook Mc. 14,22-24, Lc. 22, 17-20, I Kor. 11,23-25).
Deze woorden van Jezus in herinnering roepend belijdt de Katholieke Kerk dat in de viering van de Eucharistie, brood en wijn het Lichaam en Bloed van Jezus Christus worden door de kracht van de Heilige Geest en de medewerking van de priester.
Jezus zei: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld........Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank” (Joh. 6,51-55). De gehele Christus is waarlijk tegenwoordig, lichaam, bloed, ziel en godheid, onder de gedaanten van brood en wijn – de verheerlijkte Christus die verrees uit de doden na voor onze zonden gestorven te zijn. Dit is wat de Kerk bedoelt wanneer zij spreekt over de “Werkelijke Tegenwoordigheid” van Christus in de Eucharistie. Deze tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie wordt “werkelijk” genoemd, maar niet om andere vormen van zijn tegenwoordigheid uit te sluiten, alsof deze niet als ‘werkelijk’ begrepen kunnen worden (zie Katechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1374). De verrezen Christus is op vele manieren tegenwoordig in de Kerk, maar bij uitnemendheid in het sacrament van zijn Lichaam en Bloed.
Wat betekent het dat Jezus Christus tegenwoordig is in de Eucharistie onder de gedaanten van brood en wijn? Hoe gebeurt dit? De tegenwoordigheid van de verrezen Christus in de Eucharistie is een onuitputtelijk mysterie dat de Kerk nooit volledig in woorden kan uitleggen. We moeten ons bedenken dat de Drie-ene God de Schepper is van al wat bestaat en dat Hij de macht heeft meer te doen dan wij ons ook maar kunnen voorstellen. Zoals H. Ambrosius zei: “Als het woord van de Heer Jezus zo machtig is dat Hij dingen tot leven kan brengen, wat kan Hij dan met te meer reden dingen die reeds bestaan doen veranderen in iets anders” (De Sacramentis, IV,5-16). God schiep de wereld om zijn leven te delen met personen die niet God zijn. Dit grote heilsplan toont een wijsheid dat ons verstand te boven gaat. Maar wij zijn niet in onwetendheid achtergelaten: want uit liefde voor ons heeft God zijn waarheid aan ons geopenbaard op een wijze die we kunnen begrijpen door de gave van geloof en de genade van de Heilige Geest die in ons woont. Zo zijn wij in staat om tenminste in enig mate te begrijpen wat anders onbekend was gebleven voor ons, hoewel we nooit totaal het mysterie van God kunnen bevatten.
Als opvolgers van de apostelen en leraren van de Kerk, hebben de bisschoppen de plicht aan ons door te geven wat God heeft geopenbaard en om alle leden van de Kerk te bemoedigen hun begrip van het mysterie en de gave van de Eucharistie te verdiepen. Om zo’n verdieping van het geloof te bevorderen is deze tekst ter beschikking gekomen om de meest fundamentele (15) vragen te beantwoorden die gewoonlijk naar voren komen met betrekking tot de Werkelijke Tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie. Wij realiseren ons dat enkele van deze vragen behoorlijk complexe theologische ideeën inhouden. Toch hopen wij dat studie van en discussie over deze tekst vele Katholieke gelovigen zal helpen hun begrip van het mysterie van het geloof te verrijken.

1. Waarom geeft Jezus zich als voedsel en drank aan ons?


Jezus geeft zichzelf aan ons in de Eucharistie als geestelijk voedsel, omdat Hij van ons houdt. Gods gehele plan van onze redding is gericht op onze deelname aan het leven van de Drie-eenheid, de gemeenschap van Vader, Zoon, en Heilige Geest. Onze deelname in zijn leven begint bij ons doopsel, wanneer wij door de kracht van de Heilige Geest verenigd worden in Christus, en zo als zonen en dochters van de Vader aangenomen worden. Het is versterkt en gegroeid door ons Vormsel, gevoed en verdiept door onze deelname aan de Eucharistie. Door het eten van het Lichaam en het drinken van het Bloed van Christus in de Eucharistie worden we verbonden met de persoon van Christus door zijn mensheid. “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem” (Joh. 6,56). Door het verenigd zijn met het menszijn van Christus, zijn we tegelijkertijd verenigd met zijn godheid. Onze sterfelijke en vergankelijke natuur wordt omgevormd door de vereniging met de bron van het leven. “Zoals ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij” (Joh. 6,57).
Door verenigd te zijn met Christus door de kracht van de Heilige Geest die in ons woont, zijn wij opgenomen in de eeuwige liefdesrelatie tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zoals Jezus van nature de eeuwige Zoon van de Vader is, zo worden wij zonen en dochters van God door aanneming in het sacrament van de Doop. Door het sacrament van de Doop en het Vormsel, zijn wij tempels van de Heilige Geest, die in ons woont, en door zijn verblijf worden wij heilig door de gave van de heiligmakende genade. De ultieme belofte van het evangelie is dat wij zullen delen in het leven van de Heilige Drie-eenheid. De Kerkvaders noemen deze deelname in het goddelijke leven “theosis”. We zien dus dat God ons niet louter goede dingen vanuit de hoge zendt; in plaats daarvan, worden wij geleid in het verborgen leven van God, de gemeenschap tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In de viering van de Eucharistie (wat ‘dankzegging’ betekent) prijzen en verheerlijken wij God voor zijn verheven gift.

Geen opmerkingen: