vrijdag, november 30, 2007

Modernisme


De 100ste verjaardag van Pascendi Dominici Gregis van de heilige Pius X heeft in onze contreien niet veel aandacht gekregen.
Niet zo in Italië:
"L’enciclica Pascendi ha un valore esemplare e profetico. La sua esemplarità è soprattutto legata alla capacità di cogliere l’intima coerenza di un complesso di dottrine radicalmente estranee ed opposte non solo al Cristianesimo, ma ad ogni religione, anzi allo stesso riconoscimento della insopprimibile distinzione tra verità ed errore." (Giovanni Turco)
Het gehele interview op Zenit is hier te lezen.

Van een pater uit Italië kreeg ik ook volgend bericht: "l’altroieri abbiamo fatto la giornata di studio sulla Pascendi Dominici Gregis con la SITA all’Angelicum: circa 200 persone, quattro vescovi, tanti professori e studenti: i relatori (uno è vescovo di San Marino) hanno parlato senza paura contro il modernismo, il neomodernismo, Rahner, i professori della Gregoriana che seguono Panikkar, Knitter, Depuis, Boff, ecc. Un successo incredibile in un clima di gioia e ottimismo sopranaturale."

Waar blijven wij in dit alles?

zaterdag, november 24, 2007

Aartsbisschop Ranjith over de handcommunie

Voor het volledige interview, zie kath.net:

"Wir müssen gut unterscheiden. Die nachkonziliare Reform ist nicht im Ganzen negativ. Es gibt viele positive Aspekte unter den Reformen, die umgesetzt worden sind. Doch gibt es auch Änderungen, die missbräuchlich eingeführt worden sind und trotz ihrer schädlichen Auswirkungen auf den Glauben und auf das liturgische Leben der Kirche weiter beibehalten werden.

Ich spreche hier zum Beispiel von einer Änderung, die in der Reform durchgeführt, aber weder von den Konzilsvätern noch von der Konstitution Sacrosanctum Concilium vorgeschlagen worden ist: die Handkommunion. Sie hat in gewisser Weise dazu beigetragen, dass der Glaube an die wirkliche Gegenwart Christi in der Eucharistie geschwunden ist. Diese Praxis und die Abschaffung der Kommunionbänke vor dem Altarraum und der Kniebänke in den Kirchen sowie die Einführung von Praktiken, die die Gläubigen dazu zwingen, während der Wandlung zu sitzen oder zu stehen, verkürzen die wahre Bedeutung der Eucharistie und den Sinn der tiefen Anbetung, welche die Kirche dem Herrn, dem eingeborenen Sohn Gottes, schuldet. Mancherorts wird die Kirche, das Haus Gottes, zudem als Saal für brüderliche Begegnungen, Konzerte oder interreligiöse Feiern benutzt. In einigen Kirchen wird das Allerheiligste fast versteckt oder in eine kaum sichtbare und wenig geschmückte Kapelle verbannt. Dies alles verdunkelt den so zentralen Glauben der Kirche an die wirkliche Gegenwart Christi. Für uns Katholiken ist die Kirche vor allen Dingen die Wohnung des Ewigen.

De nieuwe Marini


Zoals we reeds eerder opmerkten, is er een opmerkelijke verrijking van de pauselijke garderobe en liturgie zichtbaar.
Er was vooreerst op 5 november dit jaar, de eerste 'werkdag' van Guido Marini het volgende beeld, een toepassing van wat kardinaal Ratzinger in zijn "Geest van de liturgie" schreef omtrent de weg naar versus Deum:



Vandaag tijdens de creatie van 23 nieuwe kardinalen, zijn er twee dingen opgevallen:
- de pauselijke troon, reeds eerder gebruikt bij de toespraak tot de Curie in december 2006, heeft nu voor eerst een functie binnen de liturgie.



Heilige Pius X met dezelfde troon:


Zalige Johannes XXII met dezelfde troon:




- de mijter van Pius IX


maandag, november 19, 2007

60ste verjaardag Mediator Dei


Mediator Dei, de encycliek over de liturgie van Pius XII, viert vandaag haar 60ste verjaardag. Een centraal element van de encycliek bespreekt een argument dat vandaag veel gebruikt wordt en dat volgens sommigen aan de basis ligt van de liturgische vernieuwing.
Als criterium van de liturgische vernieuwing hoort men vaak het argument dat de vernieuwing in feite een teruggrijpen is naar de liturgische praktijken van de vroege Kerk. Tevens wordt er met een denigrerende blik gekeken naar liturgische ontwikkelingen van de Middeleeuwen en de Moderne Tijd alsof al wat tussen ca. 1000 en 1800 zich op liturgisch vlak heeft voorgedaan een afdwaling is van de 'zuiverheid' van de Kerk van de eerste christenen en de Kerkvaders. Hiertoe werd dan een soort van historisch-kritische methode gebruikt waarbij gold dat liturgische teksten 'hersteld' dienden te worden volgens de oudste handschriften. (Voor deze methode zie L. Pristas, The orations of the Vatican II Missal; Policies for revision, in: Communio 30 (2003)621-653). We dienen dus een onderscheid te maken tussen organische groei in de liturgie en een star terugkeer naar een Platoons idee dat enkel bestaat op de werktafel van de liturgist.

Hiertegenover staat Mediator Dei (nrs. 61-63):

Op dezelfde wijze moet men oordelen over de pogingen van sommigen om allerlei oude riten en ceremonies weer te doen herleven. Ongetwijfeld verdient de Liturgie uit de oudheid eerbied; maar een oud gebruik is, alleen om zijn ouderdom, nog niet als geschikter en beter te beschouwen, hetzij op zich, hetzij gelet op de nieuwere tijden en de nieuwe om­standigheden. Ook de jongere liturgische gebruiken zijn achting en eerbied waardig, omdat zij ontstaan zijn onder de invloed van de Heilige Geest, die te allen tijde de Kerk bijstaat tot aan de voleinding van de eeuwen; ook zij zijn middelen, waarvan de roemrijke Bruid van Jezus Christus gebruik maakt ter bevordering en verzorging van de heiliging van de mensen.

De studie van de oudheid is nuttig, maar de oudheid is niet de enige norm.
Het is voorzeker verstandig en prijzenswaardig, met kennis en liefde naar de bronnen van de heilige Liturgie terug te gaan, want de toeleg op deze wetenschap draagt, als hij tot de bronnen teruggaat, niet weinig bij tot beter begrip van de betekenis van de feesten en tot dieper en vlijtiger onderzoek naar de zin van de gebruikelijke formulieren en heilige cere­monies. Maar alles op alle manieren weer tot het oude willen terugbrengen is niet wijs en niet lofwaardig. Zo zou, om enige voorbeelden te gebruiken, wie voor het altaar de oude vorm van een tafel zou willen herstellen; wie uit de liturgische gewaden de zwarte kleur geheel zou willen weren; wie de heilige voorstellingen en beelden uit de kerken zou verwijderen; wie uit de voorstelling van de gekruisigde goddelijke Verlosser de zichtbaarheid van Zijn verschrikkelijke lichamelijke pijnen zou willen verbannen; wie eindelijk de polyfone of meerstemmige muziek, ook al beantwoordt zij aan de normen, die de Apostolische Stoel gegeven heeft, afkeurt en verwerpt, van de rechte weg afdwalen.

Inderdaad, zoals geen enkel verstandig katholiek de formuleringen van de christelijke leer, welke de Kerk onder ingeving en leiding van de Heilige Geest in de nieuwere tijd tot groot nut heeft opgesteld en als te houden heeft voorgesteld, kan verwerpen om terug te keren tot de oude formuleringen van de vroegere concilies; en zoals geen verstandig katholiek de thans van kracht zijnde wetten kan verwerpen om terug te keren tot de voorschriften van de oudste bronnen van het kerkelijk recht, zo zou inzake de heilige Li­turgie iemand, die zou willen teruggaan tot de oude riten en gewoonten met verwerping van de nieuwe regels, die omwille van de veranderde omstandigheden onder leiding van de goddelijke voorzienigheid zijn ingevoerd, zonder twijfel, zoals gemakkelijk is in te zien, zich niet door verstandige en juiste ijver laten leiden.

Deze denk- en handelwijze doet het overdreven en ongezonde archeologisme herleven, waarmee de onwettige synode van Pistoia begonnen is, en tracht tegelijk weer nieuw leven te geven aan de talrijke dwalingen, die de aanleiding waren tot het bijeenroepen van die pseudo-synode, die er tot groot nadeel voor de zielen het gevolg van waren en die door de Kerk, de trouwe bewaakster van de geloofsschat, door haar goddelijke Stichter aan haar toevertrouwd, met volle recht verworpen zijn. Inderdaad, dergelijke verkeerde doelstellingen en pogingen hebben tot strekking de verzwakking en verlamming van de heiligende werking, waardoor de heilige Liturgie de kinderen van aanneming op heilzame wijze tot de hemelse Vader richt.

Een ander vaak gehoord bezwaar ten aanzien van wat nu de 'usus antiquior' van de éne Romeinse Ritus heet, is de bijna clichématige en cartooneske voorstelling van oudjes die hun rozenkrans prevelen in plaats van 'actief te participeren'. Afgezien van het feit dat 'actuosa participatio' vaak een verkeerde, activistische interpretatie heeft gekregen, zien we dat Pius XII daarentegen met groot respect spreekt over de devotie tijdens de liturgie. Of zoals ik een bisschop hoorde zeggen: "de mensen hebben opgehouden te bidden tijdens de Mis toen ze de Mis dusdanig veranderden dat hun volksmissaaltjes overbodig werden".

Hier zijn opnieuw de woorden van Pius XII:

Niet weinige gelovigen immers kunnen het Romeins missaal, ook al is het in de volkstaal bewerkt, niet gebruiken; evenmin zijn allen in staat de liturgische riten en formulieren naar behoren te begrijpen. De aanleg, het karakter en de geestelijke gesteltenis van de mensen zijn zo variërend en ongelijk, dat niet allen een zelfde indruk krijgen en zich gelijkelijk kunnen laten leiden door gebeden of gezangen en heilige handelingen, die gezamenlijk worden verricht. Bovendien, de behoeften en de neigingen van de zielen zijn niet bij allen dezelfde en blijven ook bij de afzonder­lijke personen niet altijd dezelfde. Wie echter zou daarom zo bevooroordeeld zijn om te beweren, dat zoveel christenen niet kunnen deelnemen aan het eucharistisch offer en de vruchten er van niet kunnen genieten? Zulke mensen kunnen dat zeker op een andere manier, die voor sommigen gemakkelijker uitvalt, bijvoorbeeld door de mysteries van Jezus Christus godvruchtig te overwegen of door het verrichten van andere godvruchtige oefeningen en van andere gebeden die, hoewel in vorm van de heilige riten verschillend, er toch door haar natuur bij passen. (107)
Bij de behandeling van de echte en zuivere godsvrucht hebben wij verzekerd, dat er tussen de Litur­gie en de andere oefeningen van godsvrucht, mits deze goed geregeld zijn en naar een juist doel stre­ven, geen waar contrast kan bestaan (171)
Aan deze veelvuldige vormen van godsvrucht kan de inspiratie en de werking van de Heilige Geest onmogelijk vreemd zijn. Zij streven er immers alle naar - al is het op verschillende manieren -,onze zielen op God te richten, ze van zonden te zuiveren, ze op te wekken tot het verkrijgen van de deugd, in één woord, ze met groot nut te prikkelen tot ijverige toeleg op echte godsvrucht, want zij gewennen onze zielen aan het overwegen van de eeuwige waarheden en maken ze meer geschikt om de mysteries van Christus' goddelijke en menselijke natuur te beschou­wen. Bovendien, doordat zij bij de gelovigen het geestelijk leven krachtiger voeden, leiden zij dezen er toe, met groter vrucht deel te nemen aan de openbare godsdienstige handelingen, en houden zij hen af van het gevaar, dat de liturgische gebeden gaan neerkomen op een ijdel ritualisme. (173)

Leugens over Rosmini?


"Verketterde filosoof zalig verklaard", zo luidt het bericht op katholieknederland.nl over de zaligverklaring van de Italiaanse priester en filosoof Antonio Rosmini Serbati (1797-1855) op 18 november 2007.
Zoals wel vaker geeft deze website, die zich etaleert als de officieuze website van de Nederlandse Kerkprovincie of dit alleszins in het ongewisse laat, incorrecte informatie.
Hier is de waarheid.
1. Canon 751: "Een ketterij wordt genoemd het, na het ontvangen van het doopsel, hardnekkig ontkennen of in twijfel trekken van een of andere waarheid die met goddelijken katholiek geloof geloofd moet worden."
2. Was dit op Rosmini van toepassing?
A/In 1849 werden twee van zijn werken op de Index geplaatst maar reeds in 1854 door het decreet “Dimittantur” hiervan verwijderd. Dit decreet zegt uitdrukkelijk dat het voorafgaande onderzoek niets wegneemt van de naam van de auteur noch van de religieuze sociëteit die door hem gesticht is geworden welke bijgedragen hebben “de vitæ laudibus et singularibus in Ecclesiam promeritis”.
B/Hierbij dient men te bedenken dat de Index niet enkel ketterse werken bevatte maar ook werken of opinies die omwille van onduidelijkheden, eenzijdigheden e.d. schadelijk konden zijn voor het geloof en/of de gelovigen.
C/In 1887 volgde met het decreet Post obitum van 40 stellingen die aan Rosmini werden toegeschreven.
Deze stellingen waren ontnomen aan zijn posthume werken waarvan geen kritische editie in die tijd bestond. Wanneer we enkel naar deze stellingen kijken, dan vinden we er inderdaad heterodoxe elementen zoals de Nota van de Congregatie voor de Geloofsleer omtrent Rosmini in 2001 zelf erkende. Het vermoeden van rationalisme en idealisme –in een tijd waarin deze stromingen inderdaad een grote bloei kenden- werd versterkt door de heterodoxe formuleringen van Rosmini die niet leken te passen in de thomistische synthese van de Kerk. Het decreet van 1887 schrijft NIET dat Rosmini een geloofswaarheid ontkende. Echter, de betekenis van de 40 stellingen als zodanig, waarvan historisch-kritisch onderzoek heeft aangetoond dat zij niet in het werk van Rosmini te vinden zijn, blijft tegengesteld aan het geloof zoals dezelfde Nota uit 2001 stelt.
We moeten dus een onderscheid maken tussen het werk van Rosmini als zodanig en stellingen die, los van hun context en in een onvolledige behandeling, weldegelijk aanleiding geven tot bekommernis vanwege het Leergezag.

Besluit: het bericht op katholieknederland.nl is op zijn minst onzorgvuldig en getuigt van weinig kennis van zake.

vrijdag, november 16, 2007

Over Romano Amerio en de hermeneutiek van de continuïteit

Sandro Magister heeft de papers van het congres over Romano Amerio gepubliceerd als ook de lezing van Agostino Marchetto wiens werk [Agostino Marchetto, “Il Concilio Ecumenico Vaticano II. Contrappunto per la sua storia [The Ecumenical Council of Vatican II: A Counterpoint to Its History],” Libreria Editrice Vaticana, Vatican City, 2005, pp. 410] de volgende uitspraak van Kardinaal Ruini veroorzaakte:

"The interpretation of the Council as a rupture and a new beginning is coming to an end. This interpretation is very feeble today, and has no real foothold within the body of the Church. It is time that historiography produced a new reconstruction of Vatican II that is, at the same time, a truthful story."

Het artikel van Marchetto geeft tevens een goede leiddraad voor een betrouwbare historiografie ten aanzien van Vaticanum II.

Interview met Mgr. Dr. J. Hermans op Radio Vaticana


Wij maakten reeds eerder melding van het prachtige initiatief van de Nederlandse Bisschoppenconferentie en de Nationale Raad voor de Liturgie om de Ordo Missae van de 'usus antiquior' in een tweetalige editie beschikbaar te stellen voor priesters, seminaristen en alle andere gelovigen. Dit werk is te bestellen via Colomba
De uitzonderlijkheid van dit feit, naast de vermelding op websites als 'The hermeneutic of continuity' en 'The New Liturgical Movement', wordt nogmaals onderstreept door het interview dat gisteren werd uitgezonden met de secretaris van de NRL, Mgr. Dr. J. Hermans, op Radio Vaticana dat er tevens te beluisteren valt.

Wij onthouden vooral de zin "In der folgenden Vollversammlung der niederländischen Bischöfe wurde die Liturgie-Kommission gebeten, einen Vorschlag zu machen für eine für alle Diözese einheitliche Ausbildung der Priester und Seminaristen. Ein solcher Vorschlag wird zur Zeit vorbereitet."

P.S. De daadwerkelijke geringe interesse in Nederland beschouwen wij als een aansporing tot verdere inzet voor de bewaring en verspreiding van de rijkdom en verscheidenheid van de Romeinse Ritus in haar beider vormen!

vrijdag, november 09, 2007

Romano Amerio

Sandro Magister heeft al vaker gewezen op de beginnende rehabilitatie van Romano Amerio.
Maar nu is er ook een conferentie over diens werk in Ancona.

ROMANO AMERIO, IL CONCILIO VATICANO II
E LE VARIAZIONI NELLA CHIESA CATTOLICA DEL XX SECOLO

Ancona

Venerdì 9 Novembre 2007
Facoltà di Economia e Commercio
(ex Caserma Villarey)

Curatore del Convegno: Giuseppe A. Possedoni, Centro Studi Oriente Occidente

Introduzione e coordinamento dei lavori : Sandro Magister
- Apertura
Saluti di SER Mons. Edoardo Menichelli, Arcivescovo Metropolita di Ancona
- Letture ermeneutiche del Concilio Vaticano II
SER Agostino Marchetto, Arcivescovo segretario del Pontificio Consigio per la Pastorale dei Migranti... storico e canonista
- Per un accesso a "Jota unum" : la struttura della critica di Amerio alla Teologia Conciliare e post-Conciliare
Matteo d'Amico, docente di Storia e filosofia, saggista, Ancona
- In principio era il Verbo... non l'amore (errori della dislocazione delle essenze trinitarie)
Enrico Maria Radaelli , saggista, scrittore, direttore del Dipartimento di Filosofia...Roma
- Discussioni e approfondimenti

Ore 16.00

- Romano Amerio e la Metafisica Classica
Dario Sacchi , Università Cattolica del Sacro Cuore, Milano
- Le disavventure di un Filosofo Cristiano
Antonio Livi, Pontificia Università Lateranense
- Teologie neoteriche .... per una diagnosi del campo teorico post.conciliare
Piero De Marco, Università di Firenze
- La Chiesa può veramente cambiare ?
Tradizione, Trasmissione , cambiamento, continuità
- Pietro Cantoni, studio teologico " Mons. Enrico Bartoletti"
- Discussione e approfondimenti
- Conclusioni
Centro Studi Oriente Occidente

maandag, november 05, 2007

Bisschoppen, gehoorzaam de Paus!


Deze woorden zijn niet van mij (wie ben ik) maar van Mgr. Albert Malcolm Ranjith Patabendige, secretaris van de Congregatie van de Goddelijke Eredienst in verband met wat hij noemt de "rebellie" van sommige bisschoppen ten aanzien van de Paus wegens diens motu proprio "Summorum pontificum".
Als redenen van deze opstand noemt hij ideologische vooroordelen en hoogmoed, een van de grootste zonden.
(pregiudizi di tipo ideologico e dall’altra l'orgoglio, uno dei peccati piu' gravi)

Hier is het Italiaanse origineel .

Continuïteit of discontinuïteit: een concreet voorbeeld

Bestaat er een continuïteit of een discontinuïteit tussen Sacrosanctum Concilium en het missaal van Paulus VI? Zoals hieronder te lezen valt, bemerkt men overduidelijke tegenspraken. (Een ruwe vertaling van het Italiaans heb ik bijgevoegd)

Voorbeeld 1: Herziening (1963) of nieuwe ritus (1969)

Sacrosanctum Concilium 1963
Nr. 25 : Libri liturgici quam primum recognoscantur, peritis adhibitis et Episcopis consultis ex diversis orbis regionibus.
Nr. 50 : Ordo Missae ita recognoscatur (herziening, geen nieuwe ritus scheppen)
Algemene audiëntie 26 november 1969
Ancora noi vogliamo invitare i Vostri animi a rivolgersi verso la novità liturgica del nuovo rito della Messa ... [Opnieuw willen Wij jullie uitnodigen zich te richten naar de liturgische nieuwigheid van de nieuwe ritus van de Mis]
Come altra volta dicevamo, sarà bene che ci rendiamo conto dei motivi, per i quali è introdotta questa grave mutazione: l’obbedienza al Concilio...[Zoals Wij reeds bij andere gelegenheden zeiden, zal het goed zijn dat wij ons rekenschap geven van de motieven waardoor deze ernstige verandering geïntroduceerd werd: de gehoorzaamheid aan het Concilie ] Zegt Paulus VI hier over het Concilie het tegenovergestelde van wat er feitelijk in de teksten, d.w.z. in SC staat!!

Voorbeeld 2: Latijn of volkstaal?

Sacrosanctum Concilium 1963
Nr. 36: Linguae latinae usus, salvo particulari iure, in Ritibus latinis servetur.
Nr. 54: Provideatur tamen ut christifideles etiam lingua latina partes Ordinarii Missae quae ad ipsos spectant possint simul dicere vel cantare.
Nr. 116: Ecclesia cantum gregorianum agnoscit ut liturgiae romanae proprium: qui ideo in actionibus liturgicis, ceteris paribus, principem locum obtineat.
Algemene audiëntie van 26 november 1969
Il passaggio alla lingua parlata
Qui, è chiaro, sarà avvertita la maggiore novità: quella della lingua. Non più il latino sarà il linguaggio principale della Messa, ma la lingua parlata. Per chi sa la bellezza, la potenza, la sacralità espressiva del latino, certamente la sostituzione della lingua volgare è un grande sacrificio: perdiamo la loquela dei secoli cristiani, diventiamo quasi intrusi e profani nel recinto letterario dell’espressione sacra, e così perderemo grande parte di quello stupendo e incomparabile fatto artistico e spirituale, ch’è il canto gregoriano. Abbiamo, sì, ragione di rammaricarci, e quasi di smarrirci: che cosa sostituiremo a questa lingua angelica? È un sacrificio d’inestimabile prezzo. E per quale ragione ? La risposta pare banale e prosaica; ma è valida; perché umana, perché apostolica. [De overgang naar de gesproken taal. Het is duidelijk dat hier de grootste nieuwigheid is: deze van de taal. Het Latijn zal niet meer de voornaamste taal van de Mis zijn maar de gesproken taal. Voor wie de schoonheid, kracht, expressie en sacraliteit van het Latijn kent, is de vervanging door de volkstaal zeker een groot offer: wij verliezen de taal van christenen door de eeuwen heen, wij worden als het ware indringers en profanen in de talige ruimte van de sacrale expressie en zo zullen wij grote delen van dit wonderlijke en onvergelijkbare artistieke en spirituele feit verliezen die is de gregoriaanse zang. Hebben wij een reden om ons dit leed te veroorzaken en als het ware onszelf kwijt te geraken: wat zullen wij in de plaats stellen van deze engelachtige taal? Het is een offer van een onschatbare prijs. En waarom? Het antwoord is banaal en prozaïsch maar geldig: omdat het menselijk is, omdat het apostolisch is.]

... non per questo il latino nella nostra Chiesa scomparirà; esso rimarrà la nobile lingua degli atti ufficiali della Sede Apostolica; resterà come strumento scolastico degli studi ecclesiastici e come chiave d’accesso al patrimonio della nostra cultura religiosa, storica ed umanistica [hierdoor zal het latijn in onze Kerk niet verdwijnen; zij zal de nobele taal blijven van de officiële acten van de Apostolische Stoel; ze zal blijven als scholastisch instrument van de kerkelijke studies en als toegangssleutel tot het patrimonium van onze religieuze, historische en humanistische cultuur]

vrijdag, november 02, 2007

De memoires van Kardinaal Giacomo Biffi


Sandro Magister publiceerde recent enkele uittreksels uit de memoires van deze opmerkelijke kardinaal.
De volgende fragmenten liegen er niet om:
Over Johannes XXIII:
"We must look more at what unites us than at what divides." This statement, too - which today is often repeated and greatly appreciated, almost as the golden rule of "dialogue" - comes to us from the era of John XXIII, and communicates to us its atmosphere.

This is a practical principle of evident good sense, which should be kept in mind in situations of simple coexistence and for decisions on minor everyday matters.

But it becomes absurd and disastrous in its consequences if it is applied in the great issues of life, and especially in religious matters.

It is fitting, for example, that this aphorism should be used to preserve cordial relations in a shared dwelling, or rapid efficiency in a government office.

But woe to us if we let this inspire us in our evangelical testimony before the world, in our ecumenical efforts, in discussions with non-believers. In virtue of this principle, Christ could become the first and most illustrious victim of dialogue with the non-Christian religions. The Lord Jesus said of himself, in one of his remarks that we are inclined to censure: "I have come to bring division" (Luke 12:51).

In the questions that count, the rule can be none other than this: we must look above all at what is decisive, essential, true, whether it divides us or not.

Over Vaticanum II:
John XXIII yearned for a Council that would achieve the renewal of the Church not through condemnations, but using the "medicine of mercy." By abstaining from reproving error, the Council would by this very means avoid formulating definite teachings that would be binding for all. And in fact, it held consistently to this initial direction.
Was there not pastoral relevance in the clear statement that Jesus of Nazareth was God and consubstantial with the Father, as had been defined at Nicea? Was there not pastoral relevance in clarifying the realism of the Eucharistic presence and the sacrificial nature of the Mass, as happened at Trent? Was there not pastoral relevance in presenting the primacy of Peter in all its value and all its implications, as Vatican Council I had taught?

It is clear that the declared intention was that of placing special emphasis on the study of the best ways and the most effective means to reach the heart of man, without thereby diminishing positive consideration for the traditional magisterium of the Church.

But there was the danger of forgetting that the first and irreplaceable form of "mercy" for wayward humanity is, according to the clear teaching of Revelation, the "mercy of truth"; a mercy that cannot be exercised without the explicit, firm, steadfast condemnation of any distortion or alteration of the "deposit" of faith that must be safeguarded.

Tijdens het conclaaf op 15 april, 2005:
My state of mind and the dominant tone of may reflection emerges from the statement that, after great perplexity, I decided to make on Friday, April 15, 2005. Here is the text:

"1. After hearing all of the statements - correct, opportune, impassioned - that have been made here, I would like to express to the future pope (who is listening to me now) my complete solidarity, concord, understanding, and even a bit of my fraternal compassion. But I would also like to suggest to him that he not be too worried about what he has heard here, and that he not be too frightened. The Lord Jesus will not ask him to resolve all the world's problems. He will ask him to love him with extraordinary love: 'Do you love me more than these?' (cf. John 21:15). A number of years ago, I came across a phrase in the 'Mafalda' comic strip from Argentina that has often come back into my mind in these days: 'I've got it,' said that feisty and perceptive little girl, 'the world is full of problemologists, but short on solutionologists'.

"2. I would like to tell the future pope to pay attention to all problems. But first and most of all, he should take into account the state of confusion, disorientation, and aimlessness that afflicts the people of God in these years, and above all the 'little ones'.

"3. A few days ago, I saw on television an elderly, devout religious sister who responded to the interviewer this way: 'This pope, who has died, was great above all because he taught us that all religions are equal'. I don't know whether John Paul II would have been very pleased by this sort of elegy.

"4. Finally, I would like to point out to the new pope the incredible phenomenon of 'Dominus Iesus': a document explicitly endorsed and publicly approved by John Paul II; a document for which I am pleased to express my vibrant gratitude to Cardinal Ratzinger. That Jesus is the only necessary Savior of all is a truth that for over twenty centuries - beginning with Peter's discourse after Pentecost - it was never felt necessity to restate. This truth is, so to speak, the minimum threshold of the faith; it is the primordial certitude, it is among believers the simple and most essential fact. In two thousand years this has never been brought into doubt, not even during the crisis of Arianism, and not even during the upheaval of the Protestant Reformation. The fact of needing to issue a reminder of this in our time tells us the extent of the gravity of the current situation. And yet this document, which recalls the most basic, most simple, most essential certitude, has been called into question. It has been contested at all levels: at all levels of pastoral action, of theological instruction, of the hierarchy.

"5. A good Catholic told me about asking his pastor to let him make a presentation of 'Dominus Iesus' to the parish community. The pastor (an otherwise excellent and well-intentioned priest) replied to him: 'Let it go. That's a document that divides.' What a discovery! Jesus himself said: 'I have come to bring division' (Luke 12:51). But too many of Jesus' words are today censured among Christians; or at least among the most vocal of them."

De Kerk moet spreken over de duivel!


Hier is de inleiding door Kardinaal Georges Cottier o.p. op het boek van de exorcist van het bisdom Rome, Gabriel Amorth Presidente degli Esorcisti -- Esperienze e Delucidazioni (Edizioni Carismatici Francescani, 2006) (Copyright: Zenit)

The Church must speak about the devil. Though he sinned, the fallen angel has not lost all the power he had, according to God's plan, in the governance of the world. Now he uses this power for evil. John's Gospel calls him "the prince of this world" (John 12:31) and also in the First Letter of John one reads: "the whole world is in the power of the evil one" (1 John 5:19). Paul speaks of our battle against spiritual powers (cf. Ephesians 6:10-17). We can also refer to Revelation.

We must fight not only against the human but the superhuman forces of evil in their origin and inspiration: Suffice it to think of Auschwitz, of the massacres of entire peoples, of all the horrendous crimes that are committed, of the scandals of which little ones and the innocent are victims, of the success of the ideologies of death, etc.

It is appropriate to recall some principles. The evil of sin is done by a free will. Only God can penetrate the depth of a person's heart; the devil does not have the power to enter that sanctuary. He acts only on the exterior, on the imagination and on feelings of a sentient origin. Moreover his action is limited by the permission of Almighty God.

The devil generally acts through temptation and deceit; he is a liar (cf. John 8,44). He can deceive, induce to error, cause illusion and, probably more than arouse vices, he can support the vices and the origins of the vices that are in us.

In the Synoptic Gospels, the first apparition of the devil is the temptation in the desert, when he subjects Jesus to several incursions (cf. Matthew 4:11 and Luke 4:1-13). This event is of great importance.

Jesus cured sicknesses and pathologies. Altogether, they refer to the devil, because all disorders afflicting humanity are reducible to sin, of which the devil is instigator. Among Jesus' miracles are liberation of diabolical possessions, in the precise sense.

We see in particular in Saint Luke that Jesus orders the devils who recognize him as Messiah.

The devil is much more dangerous as tempter than through extraordinary signs or astonishing external manifestations, because the gravest evil is sin.
It is no accident that we ask in the Lord's prayer: Lead us not into temptation. Against sin the Christian can fight victoriously with prayer, prudence, in humility knowing the fragility of human freedom, with recourse to the sacraments, above all Reconciliation and the Eucharist. He must also ask the Holy Spirit for the gift of discernment, knowing that the gifts of the Holy Spirit are received with the grace of Baptism.

Saint Thomas and Saint John of the Cross affirm that we have three tempters: the devil, the world (we certainly recognize this in our society) and ourselves, that is, self-love. Saint John of the Cross maintains that the most dangerous tempter is we ourselves because we alone deceive ourselves.

In the face of deceit, it is desirable that Catholic faithful have an ever more profound knowledge of Christian doctrine. The apostolate must be promoted for the Compendium of the Catechism of the Catholic Church, of extraordinary usefulness to combat ignorance. The devil perhaps is instigator of this ignorance: He distracts man from God, and it is a great loss that can be contained by promoting an adequate apostolate in the media, in particular television, considering the amount of time that many people spend watching television programs, often with contents that are culturally inconsistent and immoral.

The action of the devil is also unleashed against the men of the Church: in 1972 the Supreme Pontiff Paul VI spoke of the "smoke of Satan that has entered the temple of God," alluding to the sins of Christians, to the devaluation of the morality of customs and to decadences (let us consider the history of the religious Orders and Congregations, in which the need has always been noted of reforms to react to the decadence), to yielding to the temptations in the pursuit of a career, of money and of wealth in which the members of the clergy themselves can incur, committing sins that cause scandal.
The exorcist can be a Good Samaritan -- but he is not the Good Samaritan -- as sin is a graver reality. A sinner who remains set in his sin is more wretched that one who is possessed. The conversion of heart is the most beautiful victory over the influence of Satan, against which the Sacrament of Reconciliation has an absolutely central importance, because in the mystery of the Redemption God has liberated us from sin, and gives us, when we have fallen, the restoration of his friendship.

The Sacraments have in truth a priority over the sacramentals, a category in which exorcisms are included, which are requested by the Church but not as a priority. If this approach is not considered, the risk exists of disturbing the faithful. Exorcism cannot be considered as the only defense against the action of the devil, but as a necessary spiritual means where the existence of specific cases of diabolic possession have been confirmed.

It seems that the possessed are more numerous in pagan countries, where the Gospel has not been disseminated and where magic practices are more widespread. In other places a cultural element endures where Christians conserve an indulgent tendency in regard to ancient forms of superstition. Moreover it must be considered that alleged cases of possession can be explained by present-day medicine and psychiatry, and that the solution to certain phenomena may consist in good psychiatric treatment. When a difficult case is manifested in practice it is necessary to get in contact with a psychologist and an exorcist; it is advisable to make use of psychiatrists of Catholic formation.

A course on these topics has recently been instituted in the Regina Apostolorum Pontifical Athenaeum. It also seems opportune to include such formation in seminaries, in a balanced and wise dimension, avoiding excesses and constrictions.

Cardinal Georges Cottier, O.P., Pro-theologian of the Pontifical Household