Zenit.org publiceerde op 14 maart jl. een interview waarin kardinaal Justin Rigali, aartsbisschop van Philadelphia, op excellente en voorbeeldige wijze ingaat op de toepassing van Summorum Pontificum in zijn seminarie. Wij bewonderen steeds degene die niet wacht op nog een document van Rome om de logica zelve toe te passen. Hier volgt onze vertaling:
Welke praktische maatregelen worden genomen om Summorum Pontificum in het leven en het curriculum van het seminarie te incorporeren?
Kardinaal Rigali: Eerst zal er een voordracht gehouden worden over het motu proprio waarin de theologie die ten grondslag ligt aan het missaal van 1962 verhelderd wordt zodat de seminaristen een meer helder begrip geboden wordt van het motu proprio en van de pastorale bekommernis van Benedictus XVI voor de gelovigen die een diepe liefde koesteren voor de Tridentijnse liturgie. Aangezien bijna alle seminaristen van het Sint-Carolus Borromeus seminarie opgegroeid zijn met de Mis volgens de Novus Ordo – het missaal van Paulus VI- is het belangrijk om een uitleg te geven over de Mis volgens het missaal van 1962 – het missaal van de Zalige Johannes XXIII.
Bovendien zullen de seminariecolleges in theologie, liturgie en kerkgeschiedenis het initiatief van de Heilige Vader behandelen en toelichten. Het zal voor de seminaristen een hulp zijn om de continuïteit van de twee uitdrukkingen [van de Romeinse Ritus] te leren kennen maar het zal hen ook de gelegenheid bieden om zich bezig te houden met de veranderingen die plaatsvonden in de liturgie volgend op het Tweede Vaticaans Concilie.
In de lente, na de voordracht, zal éénmaal de Heilige Mis in de buitengewone vorm gevierd worden voor de gehele gemeenschap van het Sint-Carolus Borromeus seminarie. Hierdoor zal aan de seminaristen de liturgisch correctie wijze getoond worden waarin de buitengewone vorm van de Mis dient gevierd te worden.
Welk element in Summorum Pontificum heeft u ertoe geleid om uw steun te geven aan de incorporatie van het document in het leven van het Sint-Carolus Borromeus seminarie? Voorziet u een grotere vraag voor de traditionele vorm van de Mis in de toekomst?
Kardinaal Rigali: De Heilige Vader heeft erop gewezen dat de Mis volgens de buitengewone vorm en ook de viering van de sacramenten beschikbaar moet zijn voor de gelovigen indien er een echte pastorale nood bestaat. Velen van onze clerici hebben nooit de Mis gevierd of de sacramenten toegediend volgens het missaal van 1962 en volgens de andere liturgische teksten. Om in de pastorale nood te voorzien, mocht deze zich voordien, dienen de huidige seminaristen de mogelijkheid te hebben om passend onderricht te worden wat betreft de riten en de theologie die aan de grondslag liggen van deze vormen. Op dit moment voorzie ik geen grote vraag voor vieringen volgens de buitengewone vorm van de Mis. In het aartsbisdom van Philadelphia hebben we zeer weinig aanvragen ontvangen. De meeste katholieken vinden vandaag hun geestelijke voldoening in de Mis zoals deze gevierd wordt volgens het missaal van Paulus VI en dit blijft de gewone vorm van de viering.
Dit gezegd zijnde, we zijn gezegend met twee parochies in verschillende gebieden van het aartsbisdom waar de Mis gevierd wordt in de buitengewone vorm. Zij droegen reeds enige tijd de Mis op met het Tridentijnse missaal door middel van het noodzakelijke indult. Ik ben dankbaar dat deze parochies voorzien in de geestelijke en pastorale noden van de gelovigen die de buitengewone vorm verkiezen.
Sommige analisten van Summorum Pontificum hebben gezegd dat het document voornamelijk gericht is tot priesters en een gave is aan hen. Wat is uw mening?
Kardinaal Rigali: Het motu proprio is uitgevaardigd door de Heilige Vader voor alle katholieken. Wat betreft de priesters, alles wat de Heilige Vader zegt over de liturgie of over een verandering in de liturgische vorm of formulering geeft de priesters de gelegenheid om na te denken en te reflecteren over de mysteries die zij vieren in de liturgie. Vele priesters vinden in deze gelegenheden een vernieuwde zin voor ontzag en appreciatie voor de liturgie en een gelegenheid om zich opnieuw toe te wijden aan de viering van deze liturgieën in een meer bedachte, waardige en respectvolle wijze. In deze zin is Summorum Pontificum een gave aan alle priesters omdat het hen aanmoedigt om, doorheen de heilige liturgie, alle mensen te brengen tot een diepere en heilige vereniging met de Heer.
Seminaries houden zich bezig met vorming en in het bijzonder met liturgische vorming. Wat zal volgens u het vormende effect zijn van het leren en vieren van de buitengewone vorm van de Mis voor de seminaristen?
Kardinaal Rigali: De studie van de Mis volgens het missaal van 1962 zal de seminaristen de gelegenheid bieden om de continuïteit te ervaren tussen de oude en de nieuwere vormen.
Er is zoveel van ons geloof dat gebaseerd is op continuïteit en traditie, het doorgeven van het geloof van de éne generatie op de andere. Soms veranderen riten en ontwikkelen ze zich maar de kern blijft steeds dezelfde. Benedictus XVI zegt aan de bisschoppen in zijn brief die het motu proprio vergezelt: “Er is geen contradictie tussen de twee edities van het Romeins missaal. In de geschiedenis van de liturgie is er groei en ontwikkeling maar geen breuk. Wat vroegere generaties als heilig aanzagen, blijft ook heilig en groots voor ons en het kan niet plots geheel verboden worden of aanzien als schadelijk. Het komt ons allen toe om de rijkdommen die zich ontwikkeld hebben in het geloof en gebed van de Kerk te bewaren en er hun juiste plaats aan te geven.” De liturgische vorming die de seminaristen van het Sint-Carolus Borromeus seminarie ontvangen vormt hen in eerbied en heiligheid en dit zal aan de gelovigen, die zij na hun wijding bedienen, ten dienste komen.
Zal de viering van de Mis volgens het missaal van de Zalige Johannes XXIII een effect hebben op de wijze waarop een priester de Novus Ordo Mis viert?
Kardinal Rigali: Elke priester die niet vertrouwd is met de buitengewone vorm of die de liturgie volgens deze vorm enige tijd niet gevierd heeft, zal waarschijnlijk en vanzelfsprekend, nadenken over de wijze waarop hij de Mis viert volgens de Novus Ordo. Dit nadenken is positief omdat het slechts kan leiden tot een meer waardige viering van de liturgie.
Wat kunnen priesters doen om Summorum Pontificum te incorporeren in hun eigen priesterlijk dienstwerk?
Kardinaal Rigali: Het Sint-Carolus Borromeus seminarie bidet een cursus voor priesters die wensen gevormd en getraind te worden in de juiste viering van de Mis volgens het missaal van de zalige Johannes XXIII om zo competentie in het Latijn en de rubrieken van de buitengewone vorm te verzekeren. Voorafgaand aan de praktische ervaring, zal de theologie achter de liturgie en het motu proprio worden bestudeerd. Ik moedig elke priester die wenst deze liturgie te celebreren aan om zulke vormende opportuniteiten aan te grijpen opdat de liturgie gevierd wordt op een biddende en eerbiedwaardige wijze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten