Deze week was een buitengewone week.
1/Wanneer zowel de prefect en de secretaris van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst ter gelegenheid van een conferentie voor priesters tijdens het Jaar van de Priester in het Vaticaan in de buitengewone vorm celebreren (foto's hier en hier) dan is de toon (opnieuw) gezet. Of dit ook boven de Alpen een nieuwe periode van ultramontanisme zal inluidden, blijft te bezien. Nochtans is het herkennen van de tekenen des tijds één van de cruciale taken waarover Presyberorum ordinis over het leven en de dienst van de priester en Gaudium en Spes over spreken. Althans Don Guido Marini doet dit zoals blijkt uit zijn schitterende lezing tijdens deze conferentie. Een aanrader voor elke student die beknopt de grondbeginselen van de liturgie wil ter harte nemen.
Slechts één citaat uit de volledige tekst die hier te lezen is:
“My Lord and my God,” we have been taught to say from childhood at the moment of the consecration. In such a way, borrowing the words of the apostle St. Thomas, we are led to adore the Lord, made present and living in the species of the holy Eucharist, uniting ourselves to Him, and recognising Him as our all. From there it becomes possible to resume our daily way, having found the correct order of life, the fundamental criterion whereby to live and to die. Here is the reason why everything in the liturgical act, through the nobility, the beauty, and the harmony of the exterior sign, must be condusive to adoration, to union with God: this includes the music, the singing, the periods of silence, the manner of proclaiming the Word of the Lord, and the manner of praying, the gestures employed, the liturgical vestments and the sacred vessels and other furnishings, as well as the sacred edifice in its entirety."
2/Maar wat betekent 'buitengewoon'? De Van Dale schrijft: "1. wat van het gewone, van de regel afwijkt; 2. als bijwoord van graad: 'buitengewoon goed', vandaar als secundair bijvoeglijk naawoord: 'buitengewone zorg aan iets besteden', zeer veel zorg; 3. boven het gewone, gemiddelde uitstekend, ongemeen, niet-alledaags: 'buitengewone talenten'"
Vandaar dat sommige interpretatoren van Summorum Pontificum 'buitengewoon' in het kader van de 'forma extraordinaria' lezen als 'niet-alledaags', 'wat van de regel afwijkt'. Dit levert dan een minimaliserende lezing op van de intentie van de Heilige Vader. Aangezien het hier een tekst van juridische aard betreft, voelt men zich gesterkt door een ander gebruik van het woord 'buitengewoon' in het kerkelijk recht, nl. de 'buitengewone bedienaar' van de Eucharistie. In deze context heeft 'buitengewoon' inderdaad de betekenis van niet-alledaags', 'wat van de regel afwijkt'.
Maar zoals Van Dale ook laat zien heeft 'buitengewoon' tevens een kwalitatieve betekenis: 'buitengewoon goed'.
Er bleef m.a.w. een noodzaak tot interpretatie van de term 'forma extraordinaria'. Zoals bekend beschikt Nederland over enkele uitstekende canonisten. Nu heeft één van deze, Dr. Gero Weishaupt, priester van het bisdom Roermond en officiaal van het bisdom s'Hertogenbosch, tevens docent aan de seminaries van Rolduc en 's Hertogenbosch, zijn licht laten schijnen over deze problematiek.
Inderdaad, zo oordeelt hij, de 'buitengewone bedienaar van de Eucharistie' betreft een "noodgeval". Maar "Faßt man den außerordentlichen Usus des römischen Messritus im Sinne einer nur in Notfällen vorgesehenen Ausnahme auf, dann trifft dies sicherlich nicht zu. Es ist die aus den nachfolgenden Normen des Motu Proprio klar ausweisliche Intention der Gesetzgebers Benedikt XVI., dass die Messfeier nach dem Römischen Missale Pius V. bzw. Johannes XXXIII. wieder einen festen Platz im Leben der Kirche haben soll."
"Die Qualifizierung “außerordentlich” im Motu Proprio Summorum Pontificum kann mithin nicht auf Ausnahmesituationen im Sinne der Canones über den außerordentlichen Spender der Kommunion oder der außerordentlichen Spendung des Sakramentes der Buße mit allgemeiner Absolution abzielen. Das wäre eine enge Interpretation, die der Intention des Gesetzgebers widerspräche."
Veeleer dient 'buitengewoon' gelezen te worden in de betekenis die het heeft wanneer de Codex spreekt over de 'gewone' en 'buitengewone' bisschoppensynode, aldus Dr. Weishaupt. "Der Unterschied zwischen der allgemeinen ordentlichen Synode (coetus generalis ordinarius) und der allgemeinen außerordentlichen Synode (coetus generalis extraordinarius) betrifft den Zeitpunkt und die Art der Einberufung."
Maar er is méér dan een faktisch naast elkaar bestaan van beide vormen. "Während nämlich die außerordentliche Synode nicht regulär und nicht häufig stattfindet, soll das Missale von 1962 dort, wo die Bedingungen des Motu Proprio erfüllt sind, regelmäßig in den Gemeinden Verwendung finden."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten