zaterdag, december 22, 2012

Paus Benedictus XVI: "Wie God verdedigt, verdedigt de mens"



Uit de Toespraak  bij de uitwisseling van de Kerstgroeten met het College van Kardinalen en leden van de Romeinse Curie
21 december 2012

"De Opperrabbijn van Frankrijk, Gilles Bernheim, heeft in een uiterst gedocumenteerde en dieptreffende studie aangetoond dat de aanval op de authentieke gezinsvorm, bestaande uit vader, moeder en kind, waaraan wij vandaag blootgesteld worden, een nog diepere dimensie heeft bereikt. Tot vandaag beschouwden wij als oorzaak van de crisis van het gezin een vals begrip van het wezen van de menselijke vrijheid, maar vandaag wordt duidelijk dat wat op het spel staat het zijn zelf is, wat het in werkelijkheid betekent mens te zijn. Hij citeert de beroemde uitspraak van Simone de Beauvoir: “Men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het.” (“On ne naît pas femme, on le devient”). 

In deze woorden ligt het fundament van wat men vandaag, onder de noemer ‘gender’, presenteert als een nieuwe filosofie van de seksualiteit. De sekse is volgens deze filosofie niet meer een oorspronkelijk gegeven van de natuur dat de mens moet aanvaarden en persoonlijk zinvol dient te maken; veeleer is de sekse een sociale rol waarover men autonoom beslist terwijl tot dan toe het de maatschappij was die hierover besliste. De fundamentele dwaling van deze theorie en van de antropologische revolutie die erin vervat ligt, is evident. De mens betwist dat hij een natuur heeft die reeds geconstitueerd is door zijn lichamelijkheid en dat deze natuur kenmerkend is voor het mens-zijn. Hij ontkent zijn eigen natuur en beslist dat deze natuur niet aan hem voorafgaandelijk gegeven is maar dat hij het is die deze natuur voor zich schept. Volgens het bijbels scheppingsverhaal behoort het tot het wezen van het menselijk schepsel dat het geschapen is door God als man en vrouw. Deze dualiteit is wezenlijk voor het mens-zijn, zoals God dit gegeven heeft. Het is precies deze dualiteit als uitgangspunt die vandaag in vraag gesteld wordt. Wat men leest in het scheppingsverhaal: “Man en vrouw schiep Hij hen” (Gen. 1, 27), is niet meer geldig. Neen, vandaag geldt dat Hij het niet geweest is die hen schiep als man en vrouw, maar dat het tot nu toe de maatschappij was die dit bepaald heeft en nu zijn wij zelf diegenen die hierover beslissen.

Man en vrouw als scheppingswerkelijkheid, als natuur van het mens-zijn, bestaan niet meer. De mens trekt zijn eigen natuur in twijfel. De mens is vanaf nu enkel nog geest en wil. De manipulatie van de natuur, die wij vandaag betreuren op gebied van het milieu, wordt hier de fundamentele keuze van de mens in relatie tot zichzelf. Vanaf nu bestaat enkel nog de mens in het algemeen en vervolgens kiest de mens autonoom en voor zichzelf iets dat zijn natuur zal zijn. Man-zijn en vrouw-zijn in hun geschapen toestand als vormen van de menselijke persoon die zich wederzijds aanvullen worden in twijfel getrokken. Maar als de dualiteit van man-zijn en vrouw-zijn als scheppingsgegeven niet meer bestaat, dan bestaat ook het gezin als werkelijkheid die door de schepping is ingesteld, niet meer. Maar dan heeft ook het kind de plaats verloren die het tot nu toe innam als ook de bijzondere waardigheid die aan het kind eigen is. Bernheim toont aan dat het kind van een juridisch subject dat op zichzelf staat noodzakelijkerwijze nu wordt tot een object waarop men recht heeft en dat men als zodanig rechtens kan verkrijgen.

Waar de vrijheid van het maken verwordt tot de vrijheid van het zichzelf maken, dan leidt dit noodzakelijkerwijze tot de ontkenning van de Schepper zelf en hiermee wordt uiteindelijk ook de mens als schepsel van God, als beeld van God in het wezen van zijn bestaan ontwaardigd. In de strijd om het gezin staat de mens zelf op het spel. En het wordt duidelijk dat waar God wordt ontkend, ook de waardigheid van de mens verdwijnt. Wie God verdedigt, verdedigt de mens."

Vertaling uit het Italiaans: Dr. J. Vijgen

Geen opmerkingen: