Paus Benedictus XVI, Ontmoeting met de clerus van Rome, 14 februari 2013
"Ik zou nu nog een derde punt willen toevoegen. Er bestond het Concilie van
de Vaders, het ware Concilie, maar er was ook het Concilie van de media. Dit
was bijna een Concilie op zichzelf en de wereld heeft het Concilie langs deze
weg waargenomen, langs de media. Dus het Concilie dat meteen en effectief het
volk bereikt heeft, was het Concilie van de media, niet dat van de Vaders. En
terwijl het Concilie van de Vaders zich gerealiseerd heeft binnen het geloof –
het was een Concilie van het geloof dat op zoek was naar inzicht, dat zocht
zichzelf te begrijpen en de tekenen van God op dat moment te begrijpen, dat
zocht te antwoorden op de uitdaging van God op dat moment en in het Woord van
God het woord voor vandaag en morgen te vinden – terwijl geheel het Concilie,
zoals ik zei, zich bewoog binnen het geloof, als fides quaerens intellectum
[geloof op zoek naar inzicht], heeft het Concilie van de journalisten zich
natuurlijk niet binnen het geloof gerealiseerd maar binnen de categorieën van
de media van vandaag, dit wil zeggen buiten het geloof, met een onderscheiden
hermeneutiek. Het was een politieke hermeneutiek: voor de media was het
Concilie een politieke strijd, een strijd om macht tussen verschillende
stromingen in de Kerk.
Het was evident dat de media positie zouden innemen voor
dat gedeelte dat hen het meest passend leek met hun wereld. Er waren er die
probeerden de Kerk te decentraliseren, de macht voor de Bisschoppen en
vervolgens, door middel van het “Volk van God”, de macht voor het volk, de
leken. Er was deze drievoudige vraag: de macht van de Paus, vervolgens
overgedragen op de macht van de Bisschoppen en op de macht van allen,
volkssoevereiniteit. Natuurlijk, voor hen was dit het gedeelte dat bevestigd,
afgekondigd diende te worden en een voorkeursbehandeling diende te krijgen. En
zo ook voor de liturgie: zij waren niet geïnteresseerd in de liturgie als
geloofsdaad maar in iets waar men dingen doet die verstaanbaar zijn, een
activiteit van de gemeenschap, een profaan iets. En we weten dat er een tendens
was, een tendens die men ook vanuit de geschiedenis onderbouwde, om te zeggen:
de sacraliteit is een heidens iets, eventueel ook iets van het Oude Testament.
In het Nieuwe Testament geldt enkel dat Christus buiten gestorven is, dit wil
zeggen, buiten de muren, in de profane wereld. Sacraliteit moest dus beëindigd
worden, profanatie ook van de eredienst: de eredienst is geen eredienst maar
een handeling van het samen-zijn, van de gemeenschappelijke participatie en zo
ook participatie als activiteit. Deze vertalingen, deze banaliseringen van het
idee van het Concilie zijn zeer hevig geweest in de praktijken van de
toepassingen van de liturgische hervorming. Deze praktijken zijn ontstaan in
een visie op het Concilie die buiten de eigen leessleutel van het Concilie
ligt, buiten het geloof. En zo ook in het vraagstuk over de Schrift: de Schrift
is een historisch boek dat historisch dient behandelt te worden en niets
anders, en zo verder.
Wij weten dat dit Concilie van de media toegankelijk was voor allen. Daarom
was dit het dominerende Concilie, het meest effectieve en het heeft zeer veel
opschudding veroorzaakt, zeer veel problemen, werkelijk zeer veel ellende:
seminaries werden gesloten, kloosters werden gesloten, een gebanaliseerde
liturgie… en het ware Concilie had het moeilijk om zich te concretiseren, om
zich te realiseren; het virtuele Concilie was veel sterker dan het werkelijke
Concilie. Maar de werkelijke kracht van het Concilie was aanwezig en
geleidelijk aan realiseert het zich steeds meer en wordt het de ware kracht en
ook de ware hervorming en ware vernieuwing van de Kerk. We zien – zo lijk mij
- dat vijftig jaar na het Concilie dit
virtuele Concilie uiteenvalt, verliest en dat het ware Concilie met al haar
geestelijke kracht naar voren komt. En het is onze taak, precies in dit Jaar
van het Geloof en te beginnen met dit Jaar van het Geloof, om ervoor te zorgen
dat dit ware Concilie, met haar kracht van de Heilige Geest, zich realiseert en
dat de Kerk werkelijk vernieuwd wordt. Ik hoop dat de Heer ons helpt.
Ik, teruggetrokken met mijn gebed, zal altijd met jullie zijn en samen gaan
we verder met de Heer, in de zekerheid: de Heer overwint! Dank u!"
Bron: www.vatican.va
Vertaling: Dr. J. Vijgen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten