Vandaag, 135 jaar later, heeft in Vlaanderen deze brief niets aan actualiteit ingeboet.
Hier volgt een vertaling van de belangrijkste passages:
Aan onze Geliefde Zoon Victor August Zijne Hoogwaardige
Eminentie Kardinaal Deschamps, Aartsbisschop van Mechelen en aan alle
Eerbiedwaardige Broeders Bisschoppen van België.
Onze Geliefde Zoon en Eerbiedwaardige Broeders, Groet en
Apostolische Zegen
Alhoewel er in recente tijden in België veel schadelijke
zaken gebeurt zijn aangaande de katholieke zaak, die Onze ziel met grote smart
hebben geraakt, hebben wij toch verlichting en troost ervaren in de
getuigenissen van voortdurende liefde en geloof welke de katholieken van België
jegens Ons hebben getoond, zo vaak als hiertoe de gepaste gelegenheid gegeven
werd. Wat Ons vooral heeft opgewekt en opwekt is de buitengewone genegenheid
jegens Ons en de ijver die jullie uitoefenen opdat het christelijke volk dat
aan jullie zorg is toevertrouwd elke dag moge groeien in de oprechtheid en
eenheid van het katholieke geloof en de liefde voor de Kerk van Christus en
diens Plaatsvervanger. Het behaagt Ons ten zeerste te prijzen de inspanningen
om met alle middelen ervoor te zorgen dat de jeugd een uitstekende opvoeding
krijgt en erin te voorzien dat in de lagere scholen de religieuze leer breed
wordt overgeleverd. Met niet minder ijver zijn jullie ermee begaan dat alles
ten goede komt aan de christelijke opvoeding in colleges en scholen als ook in
de Universiteit van Leuven.
[Vervolgens komt paus Leo te spreken over de “vijanden” van
het Christendom zoals het socialisme. Hij herhaalt zijn verlangen dat de
goddelijke invloed van Christus alle lagen van de Staat moge doordringen (ut
omnes civitatis ordines divina Christi virtus penetret ac pervadat). De Kerk
houdt vast aan en verdedigt de leer en de rechtsprincipes en doet er alles aan
om de instellingen en gewoonten van de publieke orde te regelen, als ook de
handelingen in het private leven. Maar de Kerk kijkt ook naar de juiste maat
aangaande de tijd en de plaats en hierbij is de Kerk vaak verplicht soms kwade
zaken te tolereren die bijna onmogelijk zijn om te voorkomen en om te
verhinderen dat de Kerk aan nog méér calamiteiten zou worden blootgesteld.
Bovendien moet ervoor gewaakt worden dat in deze polemieken de grenzen van
rechtvaardigheid en liefde niet worden overschreden en niet al te snel
beschuldigingen en verdachtmakingen te uiten aan hen die toegewijd zijn aan de
leer van de Kerk en “maxime autem qui in Ecclesia dignitate et potestate
praecellunt”. Paus Leo betreurt dat dit
is gebeurt jegens de persoon van de aartsbisschop van Mechelen en verlangt dat
katholieken zich ver houden van deze gedragingen. Het komt aan de Apostolische
Stoel en aan de Paus toe de katholieke waarheden te verdedigen en waakzaam te
zijn dat in de Kerk niets wordt verspreid dat de leer inzake geloof en moraal
schade toebrengt of hiermee in tegenstelling is]
In wat jullie zelf aangaat, Onze Geliefde Zoon en
Eerbiedwaardige Broeders, zorg met uiterste waakzaamheid ervoor dat alle mensen
van de wetenschappen en vooral diegenen aan wie jullie de taak hebben gegeven
de jeugd te onderrichten één van geest en unaniem zijn in zaken waarin het
gezag van de Apostolische Stoel geen vrijheid laat. In datgene, echter, waar
aan geleerden discussie vrijelijk wordt toegestaan, moge jullie advies en
waarschuwingen ervoor zorgen dat zij hun verstand dusdanig uitoefenen dat de
verscheidenheid aan opvattingen de eenheid van hart en eendracht van wil niet
vernietigden. Hieromtrent heeft Onze Voorganger, Paus Benedictus XIV, zaliger
nagedachtenis, in zijn Constitutie Sollicita ac provida [10 juli 1753] regels
voor geleerden nagelaten, vol van wijsheid en gezag. Hij heeft hen zelfs als voorbeeld
tot navolging voorgesteld de heilige Thomas van Aquino, die altijd een
vreedzame taal en een ernstige spreekwijze hanteerde, niet enkel bij het onderricht
en het uiteenzetten van argumenten, maar ook bij het najagen en in het nauw
brengen van tegenstanders. Het behaagt Ons de voorschriften van Onze Voorganger
bij geleerden opnieuw onder de aandacht te brengen en hen te wijzen op dit
voorbeeld van Thomas van Aquino, van wie zij leren niet enkel de wijze waarop
zij met tegenstanders dienen om te gaan, maar ook welke leer dient overgeleverd
en ontwikkeld te worden bij de beoefening van de filosofische en theologische
disciplines. Bij vele gelegenheden, Onze Geliefde Zoon en Eerbiedwaardige
Broeders, hebben Wij uitdrukking gegeven hoezeer Wij wensen dat de wijsheid van
Sint-Thomas hersteld wordt in de katholieke scholen en overal de hoogste eer
wordt toegewezen. Eveneens hebben Wij jullie aangespoord tot de oprichting van
een instituut voor hogere wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas in de
Universiteit van Leuven. Hieromtrent, als in alle andere zaken, hebben Wij
jullie ten zeerste bereid gevonden aan Onze verlangens tegemoet te komen en
Onze Wil te volbrengen. Volbreng dan enthousiast wat begonnen is en waak met
zorg erover dat in deze Universiteit de vruchtbare bronnen van de christelijke
filosofie, die voortkomen uit de werken van Sint-Thomas, breed en rijkelijk
worden ontsluiten voor de studenten en worden toegepast tot nut van alle andere
disciplines. Wij zullen niet toelaten dat bij de uitvoering van dit werk het
jullie zal ontbreken aan Onze raad en hulp.
…
Gegeven te Rome, bij Sint-Pieter, op 3 augustus 1881, het
vierde jaar van Ons Pontificaat.
Bron: Acta
Sanctae Sedis 14 (1881), pp. 145-147