"De jonge generaties moeten onderwezen worden in de kunsten en wetenschappen, die de burgerlijke gemeenschap tot nut en voorspoed strekken. Het gezin nu is op zich zelf alleen voor dit werk niet toereikend. Dientengevolge ontstond het maatschappelijk instituut van de school, allereerst — men onthoude dit goed — door het initiatief van Kerk en gezin, lang voordat de staat dit werk ter hand nam. De school is derhalve, ook beschouwd in haar historische oorsprong, van nature een hulpinstelling ter aanvulling van gezin en Kerk. Daaruit volgt logisch de morele noodzakelijkheid, dat zij met deze beide andere milieus niet alleen niet in tegenspraak mag zijn, maar dat zij er in de volmaaktst mogelijke morele eenheid positief mee moet overeenstemmen, zodat zij met het gezin en de Kerk tezamen één aan de christelijke opvoeding gewijd heiligdom kan vormen, op straffe van anders haar doel te missen en veeleer in een werk van vernietiging te ontaarden. [...]
Immers, niet door het feit alleen dat er (dikwijls nog met al te grote spaarzaamheid) godsdienstonderwijs wordt gegeven, is een school in overeenstemming met de rechten van de Kerk en van het christelijk gezin, en wordt zij waardig om door katholieke leerlingen bezocht te worden.
Daarvoor is nodig, dat het gehele onderwijs en de gehele inrichting van de school: onderwijzers, programs en boeken, in ieder vak beheerst worden door de christelijke geest, onder de leiding en moederlijke waakzaamheid van de Kerk, en wel zo, dat de godsdienst werkelijk de grondslag en de bekroning is van het onderwijs in al zijn graden, niet alleen in het lager, maar ook in het middelbaar en hoger onderwijs. "Het is", om de woorden van Leo XIII te gebruiken, "noodzakelijk, dat niet alleen op bepaalde uren godsdienstonderwijs aan de jeugd wordt gegeven; ook de gehele overige vorming moet de geur van de christelijke godsvrucht ademen. Als deze ontbreekt, als deze heilige adem de ziel van onderwijzers en leerlingen niet doordringt en verwarmt, zal men uit alle onderwijs weinig nut trekken; dikwijls zelfs zullen er niet geringe nadelen uit volgen." (Pius XI, Divini illius Magistri)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten