Een oordeel kan niet volmaakt geveld worden over eender welk
veranderlijk ding alvorens de voltooiing van dat ding zoals een oordeel niet
volmaakt kan geveld worden betreffende de kwaliteit van een handeling alvorens
de voltooiing ervan en van de effecten van de handeling want er zijn vele
handelingen die lijken nuttig te zijn maar waarvan de effecten blijken
schadelijk te zijn. Zo ook kan een volmaakt oordeel over iemand niet geveld
worden alvorens het einde van diens leven aangezien hij kan veranderd worden in
vele opzichten van goed naar kwaad of omgekeerd van goed naar beter of van
kwaad naar erger. Vandaar zegt de Apostel in Hebr. 9:27: “Het is het lot van de
mens eenmaal te sterven, en daarna komt het oordeel”.
Men dient echter te weten dat, alhoewel het tijdelijke leven
van een mens op zichzelf eindigt met de dood, het toch doorgaat afhankelijk van
wat er gebeurt in de toekomst. Ten eerste, blijft het leven doorgaan in de
herinneringen van mensen waarin soms, in tegenstelling tot de waarheid, goede
en kwade reputaties blijven bestaan. Op een andere wijze in kinderen die als
het ware iets van de ouders zijn volgens Wijsheid van Jesus Sirach 30, 4 “Is de
vader van die zoon overleden, dan is hij toch niet gestorven, want hij heeft
zijn evenbeeld nagelaten.” En toch hebben vele goede mensen slechte kinderen en
omgekeerd. Ten derde als effect van zijn daden: zoals uit het bedrog van Arius
en andere verleiders ongeloof blijft opgroeien tot aan het einde van de wereld
en zelfs tot dan zal het geloof profijt vinden in de prediking van de
apostelen. Ten vierde wat betreft het lichaam dat soms met eerbetuigingen begraven
wordt en soms onbegraven achterblijft en
uiteindelijk geheel en al tot stof herleidt wordt. Ten vijfde betreffende de
dingen waaraan een mens zeer gehecht is zoals tijdelijke zaken waarvan sommige
snel voorbijgaan en andere langer voortduren.
Welnu, al deze dingen worden onderworpen aan het goddelijk
oordeel. Bijgevolg kan een volmaakt en publiek oordeel van al deze dingen niet
geveld worden gedurende het verloop van deze tijd. Daarom is het nodig dat er
een Laatste Oordeel op de laatste dag is waarin alles over iedereen en in elk
opzicht op volmaakte en publieke wijze zal geoordeeld worden.
(ST III, 59,
a. 5)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten