zondag, oktober 01, 2006

Beschermengelen


Matt 18, 10 "Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn Vader in de hemelen."

Wordt elke mens beschermd door een engel?
Sint-Thomas, Summa Theologiae, Prima Pars, q. 112, a. 3
Elke mens heeft een beschermengel aan hem toegewezen. Het beschermschap van engelen behoort immers tot de uitvoering van de Goddelijke voorzienigheid ten opzichte van de mens. Maar Gods voorzienigheid handelt op een andere wijze ten aanzien van de mens dan ten aanzien van andere vergankelijke schepselen want de mens is op een andere manier verbonden met de onvergankelijkheid. De mens is immers niet enkel onvergankelijk wat betreft de algemene soort maar ook wat betreft elke individuele vorm, d.i. de rationele ziel. Dit kan niet gezegd worden van andere onvergankelijke dingen.
Het is duidelijk dat de voorzienigheid van God vooral uitgeoefend wordt ten aanzien van datgene wat voor altijd blijft. Wat betreft vergankelijke dingen handelt de voorzienigheid van God door deze vergankelijke dingen te richten op de eeuwige dingen. Dus strekt de voorzienigheid van God zich uit tot elke mens net zoals het tot elke klasse of soort van vergankelijke dingen uitstrekt. Maar volgens Gregorius (Hom. Xxxiv in Evang.) zijn de verschillende orden van engelen afgevaardigd voor verschillende klassen van dingen: de Krachten bv. om duivels te dwingen, de Deugden om wonderen te doen in stoffelijke dingen. Het is tevens aannemelijk dat de verschillende soorten door verschillende engelen van dezelfde orde voorgezeten worden. Het is dus redelijk om te veronderstellen dat verschillende engelen aangesteld zijn tot het beschermschap van verschillende mensen.

Geen opmerkingen: