maandag, juli 06, 2009
De profetie van kardinaal Ottaviani
De volgens ons enigste biografie over kardinaal Alfredo Ottaviani, Emilio Cavaterra’s Il prefetto del Sant’Offizio. Le opera e i giorni del cardinale Ottaviani (Mursia, Milano 1990) vormt, doordat deze uitgebreide citaten bevat uit Ottaviani’s dagboeken, een schat aan informatie. Wij leren hieruit (p. 84-85) dat kardinaal Ottaviani de hervorming van “De Supreme Congregatie van het Heilig Officie” tot “Congregatie voor de Geloofsleer” door het motu proprio Integrae servandae van 7 december 1965 beschouwde als een “zwarte dag” voor de Kerk:
“Tot nu toe was het hoogste principe van het bestuur van de Kerk de geopenbaarde leer, waarvan de bewaring en juiste interpretatie is toevertrouwd op de eerste plaats aan de Paus, die zich van deze congregatie bedient en daarom ‘Hoogste’ was. Nu weet ik niet wat het bezielende criterium zal zijn voor het bestuur van de Kerk maar ik vrees dat diplomatieke en contingente criteria zullen prevaleren. Ik voorzie dat de Kerk veel schade zal oplopen maar omdat het bijgestaan wordt door de Geest, zal men vroeg of laat het criterium voor het bestuur dat zich inspireert aan de Openbaring en de wezenlijke inhouden ervan opnieuw opgenomen worden.”
Inderdaad vandaag is het Staatssecretariaat het dicasterie dat meest nauw samenwerkt met de Paus en –voor ons verhaal belangrijk- moet toezien op de Osservatore Romano(Pastor bonus, 39-47, in het bijzonder art. 43, 3).
De zaak van de abortus van een tweeling van een negen-jarig Braziliaans meisje werpt een nieuw licht op deze zaak. De eenzijdige commentaren en gebruikelijke aanvallen op de “onbarmhartigheid” van de Kerk (ook weer van katholieknederland.nl waardoor opnieuw de zeer ambigue status van deze website naar voren komt) lieten uitschijnen dat het leven van het meisje in gevaar was en dat bisschop Cardoso van het aartsbisdom van Recife de betrokkenen ge-excommuniceerd had. Geen van deze beiden stellingen is waar, zo leren wij uit een artikel dat de Belgische professor Mons. Schooyans, lid van de Pauselijke Academie voor het Leven, onlangs gepubliceerd heeft. Deze brief is een antwoord op –wat nu wel blijkt- de zeer ondoordachte beslissing van Mons. Fisichella, President van dezelfde Academie om een steunbetuiging aan het meisje en een kritiek aan bisschop Cardoso te publiceren in de Osservatore Romano van 15 maart. Uit de scherpe analyse van Professor Schooyans blijkt dat Mons. Fisichella zodanig onvoldoende geïnformeerd was dat hij zelfs tot een proportionalistische moraal vervalt.
Vervolgens komt Mons. Schooyans te spreken over de Osservatore Romano. (Inderdaad heeft ook in de laatste weken met lofbetuigingen aan het adres van Obama, Michael Jackson en anderen de Osservatore een zeer vreemde kant getoond.) Hij oordeelt: “In the case under examination, those in charge of the Osservatore Romano let through a text containing serious inaccuracies and omissions and biased in every sense of the word. To cap it all, instead of putting a stop to the circulation of this article in foreign languages, the publication's Director arranged for the text to be circulated in different languages. The Vatican's mouthpiece is therefore seriously adding to a muddying of the waters in as far as it is failing to comply with its mandate as a faithful mouthpiece, palming off on its readers products which are doctrinally dubious.”
Vervolgens formuleert Mons. Schooyans een aantal vragen waaronder als eerste de volgende: As is customary in the dicasteries, " delicate " documents have to be submitted to the Congregation for the Doctrine of the Faith. Did RF's article receive the prior approval of this Congregation ? Does not this lamentable episode reveal how urgent it is to re-establish the precedence of the Congregation for the Doctrine of the Faith within the Curia?
Voor geheel het artikel van Mons. Schooyans, klik hier.
Voor een overzicht over wat Sandro Magister “the Recife Case” noemt, klik hier:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten