Homilie van Mgr. Edward Slattery, Bisschop van Tulsa (V.S.), uitgesproken tijdens de Pontificale Heilige Mis in de Buitengewone Vorm van de Romeinse Ritus op 24 april 2010 in de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis te Washington D.C. bij gelegenheid van de vijfde verjaardag van het pontificaat van Paus Benedictus XVI. Vertaling: Belgian Thomist; voor het origineel zie hier
We hebben veel te bespreken nu wij hier bij deze luisterrijke gelegenheid verzameld zijn onder de priemende blikken van de wereld om de vijfde verjaardag te vieren van de bestijging van de troon van Petrus door Joseph Ratzinger.
We dienen tot het inzicht te komen hoe het kan dat het lijden de barmhartigheid van God openbaart en onder ons de troostende aanwezigheid van Christus, gekruisigd en nu verrezen uit de dood, laat zien.
Vandaag moeten we spreken over dit mysterie, eerst en vooral omdat het één van de grootste mysteries is van de openbaring waarover in het Nieuwe Testament verteld wordt en waarvan elke heilige in de lange geschiedenis van de Kerk, de martelaren door hun bloed, de belijders door hun volharding, de maagden door hun zuiverheid en de lekengelovigen van het lichaam van Christus door hun vastberaden moed wanneer ze onder vuur liggen, getuigenis afleggen.
Maar we moeten ook duidelijk over dit mysterie spreken vanwege het enorme lijden dat alomtegenwoordig is en dat dermate de cultuur van onze moderne tijd bepaalt.
Van het enorme lijden van Zijne Heiligheid de afgelopen maanden tot het lijden van de meest recente martelaren van de Kerk in Indië en Afrika; van het lijden dat ontstaat door het lijden van de armen en ontheemden en zij die geen papieren bezitten en zich in de tranen uitdrukt van de slachtoffers van misbruik en verwaarlozing; van het lijden van vrouwen die misleid werden te menen dat abortus enkel maar een medische procedure is en zo een deel van hun ziel verloren hebben aan de hebzicht van de abortus-activist; van het lijden dat deel uitmaakt van hen die lijden aan kanker, diabetes, aids of de emotionele ziekten van onze tijd: het is het lijden van ons volk dat de cultuur van onze moderne, seculiere tijd definieert.
Dit enorme lijden dat zoveel verschillende fysieke, mentale en emotionele vormen kan aannemen, zal ons reduceren tot niets anders dan sidder en vrees indien we ons niet herinneren dat Christus, ons Paaslam, uit de dood is opgestaan. Onze pijn en onze angst kan ons ontmenselijken want het bezit het vermogen om ons in onszelf op te sluiten zodanig dat we altijd in chaos en verwarring zouden leven, indien we ons niet herinneren dat Christus, onze hoop, omwille van ons is opgestaan. Jezus is ons Paaslam, onze hoop en ons licht.
Hij komt het meest aanwezig in het lijden van zijn volk en dit is het mysterie waarover wij vandaag moeten spreken, want wanneer wij spreken over Zijn reddende aanwezigheid en Zijn oneindige liefde te midden van ons lijden verkondigen, wanneer wij Zijn licht zoeken en weigeren ons over te geven aan de duisternis, dan ontvangen wij het licht dat het leven van de mens is; het licht dat, zoals Sint-Jan ons in herinnering roept in de proloog van zijn Evangelie, nooit kan overwonnen worden door de duisternis, al is deze nog zo ondoordringend, al is deze nog zo verstikkend.
Op deze manier wordt ons lijden door Zijn aanwezigheid omgevormd. Het heeft niet meer de kracht om ons te vervreemden of te isoleren. Ook kan ons lijden ons niet meer ontmenselijken of vernietigen. Het lijden, hoe lang en verschrikkelijk het ook moge zijn, heeft enkel het vermogen om ons Christus te laten zien en Hij is de barmhartigheid en vergeving van God.
Het mysterie waarover wij dus spreken is het licht dat in de duisternis schijnt, Christus onze Heer, die Zichzelf openbaart op de meest wonderbaarlijke wijze aan hen die lijden opdat lijden en dood ons enkel nog kunnen brengen tot de barmhartigheid van de Vader.
Maar het punt dat wij moeten verduidelijken is dat Christus Zichzelf openbaart aan hen die lijden in Christus, aan hen die nederig hun pijn aanvaarden als een persoonlijk delen in Zijn Passie en die op deze wijze gehoorzamen aan het gebod van Christus dat wij ons kruis dienen op te nemen en Hem dienen te volgen. Lijden op zichzelf beschouwd is enkel de belofte dat de dood beslag zal leggen op onze sterfelijke lichamen maar lijden in Christus is de belofte dat we zullen verrijzen met Christus, wanneer onze sterfelijkheid zal hermaakt worden tot Zijn onsterfelijkheid en dat alles wat in ons leven gebroken is, omdat het vergankelijk en eindig is, onvergankelijk zal gemaakt worden.
Dit is de betekenis van de bewering van Petrus dat hij een getuige is van het lijden van Christus en dus iemand die deelheeft aan de heerlijkheid die nog geopenbaard moet worden. Op het moment dat Petrus de overweldigende waarheid van dit mysterie vatte, werd zijn leven veranderd. Aan de wereld had Petrus niets. Voor hem bestond enkel Christus.
Dit is –zoals jullie weten- een dramatische omslag voor de man die Onze Heer driemaal verloochend had, de man tot wie Jezus zei: “Gij zijt Petrus en op deze rots zal ik mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen Haar niet overweldigen”.
De verklaring van Christus aan Petrus dat hij de rots zou zijn, het onwankelbare fundament, de berg van Sion waarop het nieuwe Jeruzalem zou worden gebouwd, volgt in het Evangelie van Mattheus op de dramatische geloofsbelijdenis van Petrus, wanneer de Heer aan de Twaalf vraagt: “Wie zeggen de mensen dat ik ben?” en Petrus, impulsief zoals altijd, antwoordt: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de Levende God.”
Het is pas later, veel later, dat Petrus de volledige implicatie van deze eerste Geloofsbelijdenis zal vatten. Petrus moest nog leren dat om Christus na te volgen, om waarlijk Zijn leerling te zijn, men moet loslaten wat de wereld beschouwt als waardevol en noodzakelijk en men machteloos moet worden. Dit is het mysterie dat de ‘onafhankelijke’ Petrus verwart. Het is het mysterie dat ook ons nog verwart: om Christus na te volgen, dient men alles over te geven en gehoorzaam te worden met de gehoorzaamheid van Christus, want niemand verkrijgt toegang tot het Koninkrijk van de Vader, tenzij hij binnengaat doorheen de nederigheid en gehoorzaamheid van Christus.
Petrus had geen idee dat uiteindelijk deze gehoorzaamheid volledig zou aanvaarden en met vreugde zijn deelname aan de Passie en de Dood van Christus zou aanvaarden. Maar Petrus beminde Onze Heer en de liefde was de weg waarlangs Petrus leerde te gehoorzamen. “Heer, Gij weet dat ik u bemin.” Petrus bevestigt dit driemaal met tranen en driemaal beveelt Christus hem de kudde te hoeden die verzameld is aan de voet van de Calvarie – en daar is het waar wij nu ook staan.
Petrus wist dat Jezus de ware Herder was, de éne Meester en enige Leraar; wij allen zijn leerlingen en de les die we moeten leren is gehoorzaamheid, gehoorzaamheid tot de dood. En niets minder dan dit want, enkel indien wij gehoorzaam willen zijn met de gehoorzaamheid van Christus, zullen wij Christus’ aanwezigheid onder ons herkennen.
Gehoorzaamheid is dus het hart van het leven van de leerling en de sleutel tot het lijden in Christus en met Christus. Maar deze gehoorzaamheid is heel verschillend van de gehoorzaamheid waarvan de wereld spreekt en die de wereld verwerpt.
Voor zij die in de wereld leven is gehoorzaamheid een last en iets dat opgelegd wordt. Het is de manier waardoor de machtigen de machtelozen dwingen tot gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is enkel iets juridisch en altijd iets uitwendigs, het is een buigen dat breekt maar het breken is nog altijd minder pijnlijk dat de straf die opgelegd is voor de ongehoorzaamheid. Voor zij die in de wereld leven is gehoorzaamheid een straf die vermeden dient te worden maar voor christenen is gehoorzaamheid altijd persoonlijk omdat Christus het centrum is. Het is een overgave aan Jezus die wij beminnen.
Voor wie Christus het centrum van het leven is, is gehoorzaamheid die beweging die het hart maakt wanneer het opspringt van vreugde eens dat het de waarheid ontdekt heeft.
Laat ons dan vervolgens overwegen dat Christus ons zowel het beeld van Zijn gehoorzaamheid gegeven heeft als ook de handeling waardoor wij gehoorzaam gemaakt worden.
Het beeld van de gehoorzaamheid van Christus is Zijn Heilig Hart; dat Hart, blootgesteld en gewond, moet ons doen stilstaan want het hart van de mens is in het algemeen verborgen en geheimvol. In de stilte van zijn eigen hart, ontdekt elk van ons de waarheid over wie wij zijn, de waarheid waarom wij zwijgen wanneer we zouden moeten spreken of ruziën en irriteren wanneer we zouden moeten stil zijn. In de verborgen diepten van ons hart leren we de impulsen achter onze daden kennen en de redenen waarom wij zo vaak handelen als lafaards en dwazen.
Maar terwijl het hart van de mens in het algemeen verborgen en geheimvol is, is het Hart van de God-Mens volledig zichtbaar en toegankelijk. Ook dát Hart laat de motieven zien achter de zelfovergave van de Heer: de gehoorzaamheid aan de wil van de Vader dat de mensheid zou verzoend worden en onze vele zonden vergeven. Zoals de Apostel ons in herinnering roept: “Hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd.” Gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan het kruis, vraagt Jezus aan Zijn Vader om ons te vergeven opdat God de volledige diepte van Zijn barmhartigheid en liefde zou openbaren: “Vader, vergeef hen” –zo bidt Hij- “want ze weten niet wat ze doen.”
Het Heilig Hart van Christus is het beeld van de gehoorzaamheid waarmee Christus zijn offerende liefde op de Calvarie toonde. Het Offer van Calvarie is voor ons ook het middel waardoor wij gehoorzaam worden en dit is iets wat men nooit mag vergeten: in de Mis offeren wij onszelf op aan de Vader in eenheid met Christus, die Zichzelf offert in volledige gehoorzaamheid aan de Vader. We brengen dit offer in gehoorzaamheid aan Christus die ons opgedragen heeft: “Doe dit tot Mijn gedachtenis” en ons gehoorzamend offeren wordt vervolmaakt in de liefde waarmee de Vader de gave van Zijn Zoon ontvangt.
Wees dus niet verbaasd dat in de Mis ons bloedeloos offeren van het bloedige Offer van Calvarie een drievoudige handeling van gehoorzaamheid is. Ten eerste, Christus is gehoorzaam aan de Vader en offert Zichzelf als een offer van verzoening. Ten tweede, we zijn gehoorzaam aan Christus en offeren onszelf aan de Vader met Jezus de Zoon; en ten derde, in de deelname aan de gehoorzaamheid van Christus aan de Vader worden wij gehoorzaam gemaakt aan een nieuwe werkelijkheid, waarin liefde het hoogste is en het leven eeuwig heerst, waarin lijden en dood verslagen zijn geworden doordat zij voor ons de middelen zijn geworden waardoor de uiteindelijke overwinning van Christus, zijn toekomstig komen, duidelijk en werkelijk is geworden, vandaag.
Het lijden, dat van jou, dat van mij, dat van de Paus, is het hart van de persoonlijke heiligheid omdat het ons delen is in de gehoorzaamheid van Jezus, een gehoorzaamheid die Zijn heerlijkheid laat zien. Het is het middel waardoor wij getuigen worden van Zijn lijden en deelhebbers aan de komende heerlijkheid.
Wees niet ontmoedigd dat er velen zijn in de Kerk die dit nog niet gevat hebben en nog minder in de wereld zullen dit sowieso overwegen. Jij weet dat dit waar is en tien mensen die de waarheid fluisteren spreken luider dan honderd miljoen die liegen.
Indien vervolgens iemand vraagt waarover we vandaag gespreken hebben, zeg hem dat we gesproken hebben over de waarheid. Indien iemand jou vraagt waarom jij naar deze Mis bent gekomen, vertel hem dan dat je dit gedaan hebt om te kunnen gehoorzaam worden met Christus. Indien iemand vraagt naar de homilie, vertel hem dan dat deze handelde over een mysterie en indien iemand vraagt wat ik gezegd heb over de huidige toestand, vertel hem dan enkel dat wij allen heiligen moeten worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten