Memoriale Domini, de beruchte instructie van de Congregatie voor de Eredienst uit 1969, is eindelijk in het Nederlands vertaald (zie hier)
De aandachtige lezing van de inhoud en opbouw van dit document, waarbij de handcommunie als indult werd toegestaan aan die bisschoppenconferenties die erom vroegen, licht een tipje van de sluier op van de kerkpolitieke intriges die eraan vooraf zijn gegaan. Meer informatie uit onverdachte hoek is te vinden in A. Bugnini's Die Liturgiereform 1948-1975. Zeugnis und Testament (Herder, Freiburg 1988), pp. 673-694.
Daar lezen we dat het 'Consilium' zelf in de documentatie voor paus Paulus VI schrijft dat er "besteht eine breite absolue Mehrheit gegen die neue Praxis" en dat de oplossing de handcommunie toe te staan "[wäre] gegen die Mehrheit der Bischöfe und würde den Ungehorsam belohnen und ernsten Unzuträglichkeiten Tür und Tor öffnen" (pp. 688-689).
Paus Paulus VI noteert daarop: "Man muss sich bewusst sein, dass der Brauch -oder Missbrauch- der Handkommunion in einigen Gegenden schon weit verbreitet ist, und dass die Bischöfe, z. B. Kardinal Suenens, nicht glauben, dass man ihn abstellen kann." (p. 690)
Daarentegen, voor een stellingname, ontdaan van elke kerkpolitieke beschouwing, maar gericht op het wezen van de zaak, zie de commentaar van het Bureau voor de Liturgisch Vieringen van de Paus onder leiding van Mons. Guido Marini (die Sint-Thomas gelezen heeft):
"De oudste praktijk van verdeling van de Communie bestond, naar alle waarschijnlijkheid, erin de Communie in de palm van de hand van de gelovigen te leggen. De geschiedenis van de liturgie getuigt echter ook van het proces, -dat al vrij snel begint-, om deze praktijk te veranderen. Vanaf de tijd van de Vaders ontstaat en zet zich door een tendens om de uitdeling van de Communie op de hand steeds meer te beperken en de voorkeur te geven aan de uitdeling op de tong. De reden voor deze voorkeur is dubbel: enerzijds de verspreiding van de eucharistische fragmenten zo veel mogelijk voorkomen; anderzijds de groei van de devotie van de kant van de gelovigen ten aanzien van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het sacrament bevorderen.
Ook Sint-Thomas van Aquino verwijst naar het gebruik de Communie enkel op de tong te ontvangen wanneer hij bevestigt dat de uitdeling van het Lichaam van Christus enkel toebehoort aan de gewijde priester. Dit omwille van diverse redenen, onder andere de eerbied voor het sacrament dat “ door niemand die niet gewijd is wordt aangeraakt. Daarom worden het corporale, de kelk en ook de handen van de priester gewijd, nl. om dit sacrament te kunnen aanraken. Het is dus niemand anders toegestaan het sacrament aan te raken, behalve in geval van noodzaak, bv. indien het op de grond zou vallen of in andere gelijkaardige gevallen (Summa Theologiae III, 82, 3).
Doorheen de eeuwen heeft de Kerk steeds geprobeerd om het moment van de Communie met sacraliteit en de hoogste waardigheid aan te duiden en dit door constant de beste wijze van uiterlijke gebaren te ontwikkelen die de zin van het grote sacramentele mysterie zou bevorderen. Vanuit Haar pastorale zorg en liefde draagt de Kerk ertoe bij dat de gelovigen de Eucharistie met de vereiste instelling kunnen ontvangen. Dit houdt in het begrijpen en inwendig beschouwen van de werkelijke aanwezigheid van Diegene die men gaat ontvangen (Katechismus van Pius X, nrs. 628 en 636).
Onder de tekenen van devotie die eigen zijn aan de communicanten heeft de Kerk van het Westen tevens het knielen vastgelegd. Een beroemde uitdrukking van Sint-Augustinus, welke hernomen wordt in nr. 66 van Sacramentum Caritatis van Benedictus XVI, zegt: “niemand eet dit vlees [ het Eucharistisch Lichaam] zonder het eerst te aanbidden; wij zouden zondigen door het niet te aanbidden" (Enarrationes in Psalmos 98, 9). Deze noodzakelijke aanbidding, voorafgaand aan het ontvangen van de Eucharistische Christus, is de betekenis van het knielen en wordt bevorderd door het knielen.
Vanuit dit perspectief heeft de toenmalige kardinaal Ratzinger verzekerd dat “de Communie haar diepte enkel bereikt wanneer zij ondersteund en begrepen wordt vanuit de aanbidding” (Inleiding tot de geest van de liturgie, Cinisello Balsamo, San Paolo 2001, p. 86). Daarom stelde hij dat “in het voordeel van de praktijk van het knielen voor de heilige Communie spreken eeuwen van traditie en het is een teken van aanbidding dat op bijzondere wijze uitdrukking geeft aan en helemaal gepast is in het licht van de ware, werkelijke en substantiële aanwezigheid van Onze Heer Jezus Christus in de gewijde gedaanten.” (geciteerd in de brief “This Congregation” van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten van 1 juli 2002; EV 21, nr. 666).
In zijn laatste encycliek, Ecclesia de Eucharistia, schreef Johannes Paulus II in nr. 61: “Door aan de Eucharistie alle belang toe te kennen die zij verdient en door met grote aandacht ervoor te waken niets van haar dimensie of aanspraak af te doen laten we zien dat we ons werkelijk bewust zijn van de grootheid van deze gave. Een ononderbroken overlevering nodigt ons daartoe uit, die vanaf de eerste eeuwen getuigt van de waakzaamheid van de christelijke gemeente met betrekking tot het bewaren van deze 'schat'…. Er bestaat geenszins het gevaar in de zorg voor dit mysterie te overdrijven, aangezien "in dit sacrament het hele geheim van ons heil is samengevat"”
In continuïteit met het onderricht van zijn Voorganger is de Heilige Vader Benedictus XVI, ten beginne met het Hoogfeest van Corpus Christi, begonnen met het uitdelen aan de gelovigen van het Lichaam van de Heer direct op de tong en al knielend." (Vertaling: Summa Catholica)
Of zoals Mons. Guido Marini het zelf zegt: "Come si sa la distribuzione della Santa Comunione sulla mano rimane tutt’ora, dal punto di vista giuridico, un indulto alla legge universale, concesso dalla Santa Sede a quelle Conferenze Episcopali che ne abbiano fatto richiesta. E ogni fedele, anche in presenza dell’eventuale indulto, ha diritto di scegliere il modo secondo cui accostarsi alla Comunione. Benedetto XVI, cominciando a distribuire la Comunione in bocca e in ginocchio, in occasione della solennità del “Corpus Domini” dello scorso anno, in piena consonanza con quanto previsto dalla normativa liturgica attuale, ha inteso forse sottolineare una preferenza per questa modalità. D’altra parte si può anche intuire il motivo di tale preferenza: si mette meglio in luce la verità della presenza reale nell’Eucaristia, si aiuta la devozione dei fedeli, si introduce con più facilità al senso del mistero."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten