zondag, september 23, 2012
Leo Elders Library
The website of Father Leo Elders s.v.d. now contains 74 articles which can be downloaded. The oldest article is from 1960, the most recent article is from 2011. Enjoy reading his contributions in English, French, German and Spanish!
woensdag, september 19, 2012
Missie onder de Joden
Over de kwestie of missie onder de Joden vandaag nog noodzakelijk is, zijn twee geschriften van wijlen kardinaal Avery Dulles (1918-2008) interessant.
In "Covenant and Mission" uit 2002 geeft hij kritiek op het document van de Amerikaanse bisschoppen "Reflections on Covenant and Mission". Hij schrijft ondermeer:
In "Covenant and Mission" uit 2002 geeft hij kritiek op het document van de Amerikaanse bisschoppen "Reflections on Covenant and Mission". Hij schrijft ondermeer:
John Paul II is not so hesitant. He declares that “missionary evangelization is the primary service that the Church can render to every individual and all humanity in the modern world” (R.M., No. 2). The call to conversion, says the pope, must not be dismissed as “proselytization” in the pejorative sense of that word, since it corresponds to the right of every person to hear the good news of the God who gives himself in Christ. Conversion to Christ, he notes, is intrinsically joined to baptism as the sacrament of regeneration (No. 47). While he does not “target” Jews in any special way for conversion, he makes no exception for them. He simply assumes, as all Christians must, that if Christ is the redeemer of the world, every tongue should confess him. If Jesus offers a share in his divine life through the sacraments, all men and women, not excluding Jews, should be invited to the banquet.In "The Covenant with Israel" uit 2005 onderzoekt hij Nostra Aetate en postconciliaire documenten en schrijft ondermeer:
Some Christians, in their eagerness to reject a crude supersessionism, give independent validity to the Old Covenant. They depict the Old and New Covenants as two ‘separate but equal' parallel paths to salvation, the one intended for Jews, the other for gentiles. The commentator Roy H. Schoeman correctly remarks this thesis “has been presented as though it were the only logical alternative to supersessionism, despite the fact that it is utterly irreconcilable with both the core beliefs of Christianity and with the words of Jesus himself in the New Testament.” Joseph Fitzmyer, in his scholarly commentary on Romans, likewise opposes the theory of two separate ways of salvation: “It is difficult to see how Paul would envisage two different kinds of salvation, one brought about by God apart from Christ for Jews, and one by Christ for Gentiles and believing Jews. That would seem to militate against his whole thesis of justification and salvation by grace for all who believe in the gospel of Christ Jesus (1:16). For Paul the only basis for membership in the new people of God is faith in Christ Jesus.”
donderdag, september 13, 2012
De intolerantie van het seculier humanisme
Stap 1: Eerste stelling: het seculier humanisme is zelf een geloof
Het seculier humanisme (=SH) meent dat het vrij is van elke vorm van geloof maar in feite heeft het enkel een religieus geloof gewisseld voor een seculier geloof. Dit seculier geloof meent dat de mens niet een schepsel is maar een volledig autonome entiteit en schepper van zichzelf.
Het SH heeft als centrale dogma’s de verwerping van elke autoriteit die hoger staat dan de individuele wil, het criterium van het individuele welbevinden als hoogste criterium en dus de ontkenning van objectieve waarden.
Het SH hanteert een fundamenteel andere mensvisie dan het christelijke geloof. Het christelijk geloof stelt dat de waardigheid van de mens afkomstig is van het geschapen-zijn naar beeld en gelijkenis van God terwijl het SH stelt dat de waardigheid van de mens afkomstig is van het feit dat de mens van nergens en niemand afkomstig is. Het maakt geen verschil of men de mens ziet als enkel een individu (liberalisme) of een collectief (marxisme, fascisme), in beide gevallen is er een vergoddelijking van de mens.
Het SH heeft een eigen 'evangelie', nl. dat van de mensenrechten. De oorsprong van de mensenrechten ligt niet in de Verlichting maar bij laatmiddeleeuwse katholieke theologen zoals Francisco de Vitoria (1483-1546), Domingo de Soto, Francisco Suarez en anderen die de waardigheid en fundamentele gelijkheid van elke mens benadrukten ter gelegenheid van het vraagstuk naar de rechten van de Indianen in de Spaanse en Portugese kolonies. En een begrip als de ‘waardigheid van de mens’ of de ‘waardigheid van de menselijke persoon’ vinden we reeds bij Thomas van Aquino (1224/24-1274) om maar één iemand te noemen.
Maar, zo zal men opwerpen, de Verlichting was toch noodzakelijk om deze rechten publiek te erkennen. Maar wanneer in de Tien Geboden staat: “Gij zult niet doden”, stelt deze verplichting dan ook niet meteen het ‘recht op leven’ vast? En wanneer er staat: “Eer uw vader en moeder”, heeft dit dan niet een onmiddellijke toepassing aangaande de zorg voor ouderen? En wanneer er staat: “Gij zult niet stelen”, is dan niet eigendom een recht? De Verlichting was niet bedoeld om inhoudelijk iets nieuws te brengen maar om het christelijke fundament van de inhoud onderuit te halen. Niet God maar de mens wordt de maatstaf van alle dingen; er is geen hogere autoriteit meer waar de mens verantwoording aan moet afleggen. Er gaat niets boven de mens, dit is het centrale dogma van het seculier humanisme.
Stap 2: Tweede stelling: het seculier humanisme is intolerant
Het SH stelt dat, indien men meent dat er niet zoals iets als een objectieve maatstaf, men dan noodzakelijkerwijze moet aanvaarden dat er een ongelimiteerde diversiteit aan opinies is over alles. ‘Leven en laten leven’ zegt de populaire uitdrukking.
Maar, enkel indien men er absoluut van overtuigd is dat wat iemand doet of zegt slecht is, kan men eraan de voorkeur geven in sommige gevallen dit te tolereren. Anders gezegd, zonder een geloof dat iets absoluut waar of goed is, kan men niet tolerant zijn. Want wat is er dan nog dat men moet tolereren? Tolerantie is niet de mening dat er niet zoiets is als een absolute waarheid of goedheid. Integendeel, tolerantie veronderstelt dat men gelooft dat er een absolute waarheid of goedheid bestaat en dat men vervolgens en tegelijkertijd erkent dat anderen die over de inhoud van waarheid en goedheid anders denken of de mogelijkheid van zulk een waarheid of goedheid ontkennen, toch vrij zijn te spreken. Tolerantie betreft m.a.w. mensen, niet gedachten. Als ik zeg dat ik een bepaalde gedachte tolereer, dan bedoel ik eigenlijk dat mensen die het tegenovergestelde denken van wat ik denk, niet verhinderd mogen worden dit uit te drukken.
Maar nemen we de ‘verlichte’ denken Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) als voorbeeld. In zijn Du contrat social (1762, boek IV, 8) stelt hij dat religies dienen getolereerd te worden indien hun dogma’s niets bevatten dat haaks staat op de plichten van het burgerschap. Hier bepaalt de staat dus wat in religies kan getolereerd worden. Van hieruit is het recente dogma van de scheiding tussen publiek en privé inzake religie te begrijpen. Voor een SH kan religie en kerk enkel bestaan in de private sfeer van een individu. Zo niet “dring je je religieus geloof op aan anderen” en ben je “intolerant”.
Twee opmerkingen hierover. Ten eerste, de grote morele ‘issues’ zoals abortus, euthanasie, homo-‘huwelijk’(?!) zijn niet enkel fundeerbaar op basis van religieuze opvattingen; je hoeft geen christen te zijn om rationele argumenten hiertegen te kunnen ontwikkelen en dit is ook in feite het geval en in het verleden het geval geweest. Ten tweede, wanneer een seculier humanist zegt: “Stop, je mag als burger van een maatschappij niet een mening funderen op religieuze of morele motieven want deze motieven mogen niet meespelen in een publiek discours”, dan is dit een vorm van Apartheid. Maar dit is in feite steeds de strategie: een gelovig of moreel argument is uitdrukking van fanatisme of intolerantie, en dus hoeven wij, de seculiere humanisten, conform ons credo, er geen rekening mee te houden, meer zelfs, het is verwerpelijk.
Het seculier humanisme (=SH) meent dat het vrij is van elke vorm van geloof maar in feite heeft het enkel een religieus geloof gewisseld voor een seculier geloof. Dit seculier geloof meent dat de mens niet een schepsel is maar een volledig autonome entiteit en schepper van zichzelf.
Het SH heeft als centrale dogma’s de verwerping van elke autoriteit die hoger staat dan de individuele wil, het criterium van het individuele welbevinden als hoogste criterium en dus de ontkenning van objectieve waarden.
Het SH hanteert een fundamenteel andere mensvisie dan het christelijke geloof. Het christelijk geloof stelt dat de waardigheid van de mens afkomstig is van het geschapen-zijn naar beeld en gelijkenis van God terwijl het SH stelt dat de waardigheid van de mens afkomstig is van het feit dat de mens van nergens en niemand afkomstig is. Het maakt geen verschil of men de mens ziet als enkel een individu (liberalisme) of een collectief (marxisme, fascisme), in beide gevallen is er een vergoddelijking van de mens.
Het SH heeft een eigen 'evangelie', nl. dat van de mensenrechten. De oorsprong van de mensenrechten ligt niet in de Verlichting maar bij laatmiddeleeuwse katholieke theologen zoals Francisco de Vitoria (1483-1546), Domingo de Soto, Francisco Suarez en anderen die de waardigheid en fundamentele gelijkheid van elke mens benadrukten ter gelegenheid van het vraagstuk naar de rechten van de Indianen in de Spaanse en Portugese kolonies. En een begrip als de ‘waardigheid van de mens’ of de ‘waardigheid van de menselijke persoon’ vinden we reeds bij Thomas van Aquino (1224/24-1274) om maar één iemand te noemen.
Maar, zo zal men opwerpen, de Verlichting was toch noodzakelijk om deze rechten publiek te erkennen. Maar wanneer in de Tien Geboden staat: “Gij zult niet doden”, stelt deze verplichting dan ook niet meteen het ‘recht op leven’ vast? En wanneer er staat: “Eer uw vader en moeder”, heeft dit dan niet een onmiddellijke toepassing aangaande de zorg voor ouderen? En wanneer er staat: “Gij zult niet stelen”, is dan niet eigendom een recht? De Verlichting was niet bedoeld om inhoudelijk iets nieuws te brengen maar om het christelijke fundament van de inhoud onderuit te halen. Niet God maar de mens wordt de maatstaf van alle dingen; er is geen hogere autoriteit meer waar de mens verantwoording aan moet afleggen. Er gaat niets boven de mens, dit is het centrale dogma van het seculier humanisme.
Stap 2: Tweede stelling: het seculier humanisme is intolerant
Het SH stelt dat, indien men meent dat er niet zoals iets als een objectieve maatstaf, men dan noodzakelijkerwijze moet aanvaarden dat er een ongelimiteerde diversiteit aan opinies is over alles. ‘Leven en laten leven’ zegt de populaire uitdrukking.
Maar, enkel indien men er absoluut van overtuigd is dat wat iemand doet of zegt slecht is, kan men eraan de voorkeur geven in sommige gevallen dit te tolereren. Anders gezegd, zonder een geloof dat iets absoluut waar of goed is, kan men niet tolerant zijn. Want wat is er dan nog dat men moet tolereren? Tolerantie is niet de mening dat er niet zoiets is als een absolute waarheid of goedheid. Integendeel, tolerantie veronderstelt dat men gelooft dat er een absolute waarheid of goedheid bestaat en dat men vervolgens en tegelijkertijd erkent dat anderen die over de inhoud van waarheid en goedheid anders denken of de mogelijkheid van zulk een waarheid of goedheid ontkennen, toch vrij zijn te spreken. Tolerantie betreft m.a.w. mensen, niet gedachten. Als ik zeg dat ik een bepaalde gedachte tolereer, dan bedoel ik eigenlijk dat mensen die het tegenovergestelde denken van wat ik denk, niet verhinderd mogen worden dit uit te drukken.
Maar nemen we de ‘verlichte’ denken Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) als voorbeeld. In zijn Du contrat social (1762, boek IV, 8) stelt hij dat religies dienen getolereerd te worden indien hun dogma’s niets bevatten dat haaks staat op de plichten van het burgerschap. Hier bepaalt de staat dus wat in religies kan getolereerd worden. Van hieruit is het recente dogma van de scheiding tussen publiek en privé inzake religie te begrijpen. Voor een SH kan religie en kerk enkel bestaan in de private sfeer van een individu. Zo niet “dring je je religieus geloof op aan anderen” en ben je “intolerant”.
Twee opmerkingen hierover. Ten eerste, de grote morele ‘issues’ zoals abortus, euthanasie, homo-‘huwelijk’(?!) zijn niet enkel fundeerbaar op basis van religieuze opvattingen; je hoeft geen christen te zijn om rationele argumenten hiertegen te kunnen ontwikkelen en dit is ook in feite het geval en in het verleden het geval geweest. Ten tweede, wanneer een seculier humanist zegt: “Stop, je mag als burger van een maatschappij niet een mening funderen op religieuze of morele motieven want deze motieven mogen niet meespelen in een publiek discours”, dan is dit een vorm van Apartheid. Maar dit is in feite steeds de strategie: een gelovig of moreel argument is uitdrukking van fanatisme of intolerantie, en dus hoeven wij, de seculiere humanisten, conform ons credo, er geen rekening mee te houden, meer zelfs, het is verwerpelijk.
maandag, september 10, 2012
Another update on the activities of Father Leo Elders
In September of last year, we informed you on the activities of Father Leo Elders s.v.d. Since then, a lot has happened.
In the Fall of 2011, he started rewriting and revising his 1992 introduction to Thomas Aquinas. The book has been entirely updated and expanded and will be published shortly in the revived series 'Studia Rodensia' of the Major Seminary Rolduc under the title: Thomas van Aquino. Een inleiding tot zijn leven en denken.
This Fall will also see the publication of his monograph on education and instruction in the thought of Thomas Aquinas under the title: "Éducation et instruction selon saint Thomas d'Aquin", Parole et Silence, 2012.
Other publications include:
*‘Situatie van het geloof en de Katholieke Kerk in Nederland na het Vaticaans Concilie’, in: L. Hendriks e.a. (red.), Herder naar Zijn Hart. Bijdragen over de vorming en het leven van de priester. Feestbundel aangeboden aan pater dr. Joachim Becker SS.CC. en pater dr. Nobert Hoffmann SS.CC., 2VM uitgeverij, Bergambacht 2011, 347-388 (Studia Rodensia 5).
*‘Préface’, in: Saint Thomas d’Aquin, Questions Disputées De Veritate, Latin-Français, trad. A. Aniorté OSB, Éditions Sainte-Madeleine, Le Barroux 2011, 1-15.
*‘Grégoire le Grand’, in: Encyclopédie des Mystiques Rhénans d’Eckhart à Nicolas de Cues et leur Réception, Sous la direction de Marie-Anne Vannier, Walter Andreas Euler, Klaus Reinhard, Harald Schwaetzer — Édition française par Marie-Anne Vannier, Cerf, Paris 2011, col. 533-536.
*‘Der Toleranzgedanke bei Thomas von Aquin’, in : Toleranz und Menschenwürde / Tolerance and Human Dignity, hrsg. Anton Rauscher, Duncker & Humblot, Berlin 2011, 59-73.
*‘Jacques Maritain sobre la educación, la religión y el estado’, in: Religión, sociedad moderna y razón prática, XXXII Simposio de Teología (2011). R. Muñoz, J. Sánchez-Cañizares y G. Guitián (eds.), Pamplona, Eunsa, 2012, 267-274.
Apart from his usual teaching assignments at the Seminary Rolduc, the seminary Tiltenberg, the IPC in Paris and the Gustav Siewerth Akademie in Germany, he taught courses and gave lectures at the the Abbey of Saint Joseph de Clairval and the Abbey of Fontgombault (France). He attended the annual session of the PAST in Rome and will present a paper on Aristotle in the ST in Torun, Poland in October. He has also contributed to the forthcoming volume "Aquinas the Aristotelian", edited by M. Levering and R. Hütter, on Aquinas's treatise on temperance in the ST.
In the Fall of 2011, he started rewriting and revising his 1992 introduction to Thomas Aquinas. The book has been entirely updated and expanded and will be published shortly in the revived series 'Studia Rodensia' of the Major Seminary Rolduc under the title: Thomas van Aquino. Een inleiding tot zijn leven en denken.
This Fall will also see the publication of his monograph on education and instruction in the thought of Thomas Aquinas under the title: "Éducation et instruction selon saint Thomas d'Aquin", Parole et Silence, 2012.
Other publications include:
*‘Situatie van het geloof en de Katholieke Kerk in Nederland na het Vaticaans Concilie’, in: L. Hendriks e.a. (red.), Herder naar Zijn Hart. Bijdragen over de vorming en het leven van de priester. Feestbundel aangeboden aan pater dr. Joachim Becker SS.CC. en pater dr. Nobert Hoffmann SS.CC., 2VM uitgeverij, Bergambacht 2011, 347-388 (Studia Rodensia 5).
*‘Préface’, in: Saint Thomas d’Aquin, Questions Disputées De Veritate, Latin-Français, trad. A. Aniorté OSB, Éditions Sainte-Madeleine, Le Barroux 2011, 1-15.
*‘Grégoire le Grand’, in: Encyclopédie des Mystiques Rhénans d’Eckhart à Nicolas de Cues et leur Réception, Sous la direction de Marie-Anne Vannier, Walter Andreas Euler, Klaus Reinhard, Harald Schwaetzer — Édition française par Marie-Anne Vannier, Cerf, Paris 2011, col. 533-536.
*‘Der Toleranzgedanke bei Thomas von Aquin’, in : Toleranz und Menschenwürde / Tolerance and Human Dignity, hrsg. Anton Rauscher, Duncker & Humblot, Berlin 2011, 59-73.
*‘Jacques Maritain sobre la educación, la religión y el estado’, in: Religión, sociedad moderna y razón prática, XXXII Simposio de Teología (2011). R. Muñoz, J. Sánchez-Cañizares y G. Guitián (eds.), Pamplona, Eunsa, 2012, 267-274.
Apart from his usual teaching assignments at the Seminary Rolduc, the seminary Tiltenberg, the IPC in Paris and the Gustav Siewerth Akademie in Germany, he taught courses and gave lectures at the the Abbey of Saint Joseph de Clairval and the Abbey of Fontgombault (France). He attended the annual session of the PAST in Rome and will present a paper on Aristotle in the ST in Torun, Poland in October. He has also contributed to the forthcoming volume "Aquinas the Aristotelian", edited by M. Levering and R. Hütter, on Aquinas's treatise on temperance in the ST.
Abonneren op:
Posts (Atom)