Paus Pius XII, Toespraak op 1 mei 1955 tot de Internationale bijeenkomst van de Katholieke arbeiders en arbeidsters (ACLI) te Rome, instelling van het feest van Jozef, Arbeider te vieren op 1 mei 1955.
“...dat nieuwe wetten of nieuwe instellingen niet volstaan om iedereen de zekerheid te geven, dat hij beveiligd is tegen iedere onrechtmatige dwang en dat hij zich in vrijheid kan ontplooien in de gemeenschap. Alles zal vergeefs zijn, als de gewone man leeft in de vrees, overgeleverd te zijn aan willekeur, en als hij zich niet kan vrijmaken van het gevoel, dat hij onderworpen is aan de goede of kwade wil van hen, die de wetten toepassen of die als ambtenaren de instellingen en de organisaties besturen; als hij denkt, dat in het dagelijks leven alles afhangt van relaties, die hij misschien niet heeft in tegenstelling met anderen; als hij vermoedt, dat achter de gevel van wat men de staat noemt, zich een geheim spel afspeelt van machtige georganiseerde groepen.”
“... nè nuove leggi nè nuove istituzioni sono bastevoli per dare al singolo la sicurezza di essere al riparo da ogni costri zione abusiva e di potersi liberamente evolvere nella società. Tutto sarà vano, se l'uomo comune vive nel timore di subire l’arbitrio e non perviene ad affrancarsi dal sentimento che egli sia soggetto al buono o cattivo volere di coloro che applicano le leggi o che come pubblici ufficiali dirigono le istituzioni e le organizzazioni; se si accorge che nella vita quotidiana tutto dipende da relazioni che egli forse non ha, a differenza di altri; se sospetta che, dietro la facciata di quel che si chiama Stato, si cela il giuoco di potenti gruppi organizzati.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten