Posts tonen met het label Humanae Vitae. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Humanae Vitae. Alle posts tonen

woensdag, januari 08, 2014

Het wezenlijke verschil tussen AC en NFP



Zowel voor- als tegenstanders van Humanae Vitae betwijfelen wel eens het wezenlijke verschil tussen anticonceptie (AC) en natuurlijke familieplanning (NFP). Waarin bestaat dit wezenlijke verschil?
Humanae vitae (HV) begint met de woorden: “De zeer zware verplichting om het menselijk leven over te dragen, die de echtgenoten tot vrije en verantwoordelijke medewerkers van de goddelijke Schepper maakt…”. Verplichting is de vertaling van het Latijnse ‘munus’ dat ook gebruikt wordt voor Maria die de ‘munus’ heeft om Moeder van God te zijn, voor de paus die de ‘munus’ heeft om de leer van de Kerk onfeilbaar te verkondigen, voor de bisschoppen die de ‘munus’ hebben om priesters te wijden, voor de priesters die de ‘munus’ hebben om de sacramenten toe te dienen, etc. Hieruit blijkt al de ernst van de zaak wanneer HV spreekt over de verplichting van de echtgenoten.

De Kerk heeft altijd geleerd dat het huwelijk bepaalde doelen heeft die de echtgenoten verplicht zijn na te streven als datgene wat goed is voor het huwelijk. Zo is procreatie een doel van het huwelijk omdat kinderen, om zich te ontwikkelen, opgevoed dienen te worden in een stabiele thuis en zorg nodig hebben van zowel hun moeder als vader. Bovendien is procreatie een groot goed voor het kind zelf dat daardoor de potentie heeft andere goede dingen te ervaren, voor de echtgenoten die door hun kinderen de betekenis en de vreugde van het ouderschap kunnen ervaren, voor de gemeenschap die personen nodig heeft om voor het gemeenschappelijk welzijn te werken. Het belang van deze doelen is dermate belangrijk dat echtgenoten deze doelen dienen na te streven. Uit het wezen van het huwelijk volgt dus de verplichting kinderen na te streven.

HV 14 definieert de anticonceptieve handeling als volgt: “elke handeling die zich, hetzij voorafgaande aan de huwelijksgemeenschap, hetzij tijdens de voltrekking ervan, hetzij bij het verloop van haar natuurlijke gevolgen, het verhinderen van de voortplanting ten doel zou stellen of als middel zou aanwenden.”

Het object van een handeling/keuze is datgene wat een handeling/keuze specifieert, dat ‘dit’ of ‘dat’ type van handeling/keuze maakt. De anticonceptieve handeling verhindert opzettelijk het begin van een nieuw menselijk leven. Anticonceptie bij echtgenoten betekent dus dat men uit vrije keuze een handeling verricht, waarvan redelijkerwijze kan gedacht worden dat het een handeling is waardoor nieuw menselijk leven kan voortkomen en waarvan men niet wil dat er nieuw menselijk leven uit voortkomt. Zulke echtgenoten kiezen er dus voor om iets te doen precies om procreatie te voorkomen. Indien er toch een kind uit deze handeling zou voortkomen, ondanks hun pogingen om dit te verhinderen, dan zou dit kind als een ongewenst kind verwekt worden.
Een NFP handeling bevat niet de keuze nieuw leven te verhinderen want in het geval van huwelijksgemeenschap gedurende onvruchtbare periodes wordt de procreatieve betekenis van de huwelijksdaad niet verhinderd aangezien deze procreatieve betekenis er op dat moment niet is.

Om dit laatste aspect beter te begrijpen, dienen we een onderscheid te maken tussen ‘nu-intentie’ en ‘verderliggende intentie’. Ik heb ‘nu’ de intentie om een artikel te schrijven over HV; dit is een bewuste handeling die ik nu opzettelijk doe. Ik kan de ‘verderliggende intentie’ hebben om hierdoor bij te dragen aan de nieuwe evangelisatie.

AC en NFP kunnen op elkaar gelijken wat betreft de verderliggende intentie en deze intentie kan zelfs goed zijn (zie HV 16) maar zij verschillen van elkaar in de ‘nu-intentie’.
Als we de verderliggende intentie ‘motief’ noemen en de nu-intentie ‘handeling’ of ‘middel’, gekozen om de verderliggende intentie of ‘motief’ te bereiken, dan kunnen we zeggen: zowel in AC als in NFP kunnen de motieven goed zijn (er kan een goede bedoeling zijn), maar motief of bedoeling is niet het enige en zelfs niet beslissende criterium om de moraliteit van een handeling te bepalen; men dient ook de handeling die men kiest om een bedoeling te realiseren in ogenschouw nemen.
Stel dat iemand de bedoeling heeft zijn medelijden met een stervende persoon tot uitdrukking te brengen. Deze persoon kan ervoor kiezen om de andere persoon ‘barmhartig’ te bejegenen en hem te vermoorden om zo een einde te maken aan het lijden van de andere persoon. Deze handeling kan een goede bedoeling of motief hebben want in het voorbeeld wordt iemand gedood omdat er een einde wil gemaakt worden aan diens lijden. Maar de handeling die verkozen wordt (de nu-intentie) is zonder meer een handeling van moord en het is die handeling die nu gekozen wordt; de persoon kiest om een andere persoon te doden. Een andere mogelijkheid is om deze persoon bij te staan in zijn lijden of procedures die enkel therapeutisch hardnekkig zijn niet toe te laten. In deze gevallen wordt niet gekozen voor de dood terwijl toch ook de verliggende intentie goed is.
Kortom, een goede bedoeling verandert niets aan het feit dat AC en NFP twee verschillende handelingen zijn.

Een objectie zou kunnen zijn dat AC en NFP eigenlijk hetzelfde zijn omdat het resultaat hetzelfde is, nl. het vermijden van zwangerschap.
Dit is een vorm van consequentialisme alsof de morele betekenis van een handeling bepaald wordt door de gevolgen ervan. Er zijn integendeel verschillende handelingen mogelijk om iets gedaan te krijgen en dat ‘iets’ mag weliswaar goed zijn, toch kan de handeling waardoor dit ‘iets’ gerealiseerd wordt moreel slecht zijn.
AC bevat twee keuzes: 1/de keuze om seksuele gemeenschap te hebben, een handeling die vanuit zichzelf open staat voor procreatie en 2/de keuze om deze handeling te sluiten,  het procreatieve karakter van de handeling naast zich neer te leggen. De twee keuze maakt de gemeenschap contraceptief. Dit is de keuze die gemaakt wordt, de nu-intentie, ongeacht wat de verderliggende intentie mag zijn.
NFP bevat geheel andere keuzes. Ten eerste is er de keuze niet gemeenschap te hebben wanneer conceptie waarschijnlijk is. Deze keuze wordt niet ingegeven door de gedachte dat gemeenschap slecht is of dat conceptie slecht is; integendeel, conceptie als een groot goed omvat de mogelijkheid om voor het leven te kunnen zorgen. De keuze betreft het onthouden van gemeenschap omdat men inziet dat het onverantwoordelijk zou zijn om op dit moment leven te verwekken. Deze keuze bevat het niet-willen gemeenschap hebben welke zich sluit voor het goede dat conceptie is. Men wil niet op een anti-procreatieve wijze handelen.

maandag, maart 09, 2009

Heeft Rorate het weer mis?

De zorgvuldigheid van www.rorate.com is niet legendarisch. In hun bericht over Kardinaal Martini en de Pius X-broederschap kunnen ze blijkbaar niet onderscheiden tussen "théologie" en "théologien". Abbé Alain Lorans zegt dus NIET dat kardinaal Martini een subversief theoloog is maar dat zijn theologie subversief is. [Tussen haakjes, dis is de goed katholieke toepassing van het onderscheid tussen zonde en zondaar; waarbij de zonde dient veroordeeld te worden] Bovendien geeft www.rorate.com geen enkele achtergrond waardoor gesuggereerd wordt (eens te meer) dat het hier om een desinformatie omtrent FSSPX betreft.

Het betreffende citaat en de gehele nota: "On peut se rassurer à bon compte en considérant que cette théologie subversive est marginale dans l’Eglise. Celle du cardinal Martini, ancien archevêque de Milan, l’est beaucoup moins."

NOTA BENE: De FSSPX verdedigt in deze nota het constante, postconciliaire Leergezag: opnieuw een teken van hun welwillendheid

Bovendien, wat zegt de Van Dale over 'subversief': "gericht op subversie, de bestaande orde omverwerpend, ontwrichtend, ondergronds revolutionair". Ontwrichtend zijn kardinaal Martini's uitspraken zeker. Althans dat is de mening van aartsbisschop Hector Aguer van La Plata in Argentinië, om maar één iemand te noemen. Voor verdere kritiek zie hier, hier, enz.

Kortom, kritiek op zulke ontwrichtingen is niet eigen aan FFSPX en bovendien in éénklank met paus Benedictus XVI: "Wat gisteren waar was, blijft vandaag evenzeer waar. De waarheid die in Humanae vitae wordt uitgedrukt verandert niet, integendeel: juist in het licht van de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen wordt haar lering meer actueel en nodigt ze uit om na te denken over haar intrinsieke waarde." (10 mei 2008)

Over de achtergrond biedt Sandro Magister ons het volgende: "In short, Haight is all the more worrying for Church leaders in that he expresses the widespread tendency to subject the figure of Jesus to the canons of comprehension of the secular culture, exalting him as a great man and a worker of justice, but obscuring his divinity.

One clear expression of this tendency – less theological, and more conversational – can be seen in the latest book by another famous Jesuit, Cardinal Carlo Maria Martini: "Conversazioni notturne a Gerusalemme. Sul rischio della fede [Nighttime conversations in Jerusalem. On the risk of faith]."

The Jesus presented by Cardinal Martini is a guaranteed winner, based on sales of the book. But in any case, he is very far from the Jesus, true God and true man, in the book "Jesus of Nazareth" by Benedict XVI."

maandag, augustus 18, 2008

Is Humanae vitae perfect?


We hebben in dezer dagen Humanae vitae (=HV) nogmaals gelezen en ons afgevraagd of de tekst niet op een betere wijze had kunnen geschreven worden en of het onderwerp niet op een betere wijze had kunnen behandeld worden. Hier volgen enkele bedenkingen:
1/HV kwam in 1968 rijkelijk laat, zeker wanneer we HV vergelijken met de encycliek Casti connubii (1930) van Pius XI, die als antwoord op de positie van de Anglicanen tijdens de Lambeth-conferentie van 1930, waar contraceptie werd toegelaten, verscheen.
2/Opmerkelijk is te lezen dat het lekken van tussentijdse rapporten in 1967, aldus Bernardo Colombo, lid van de commissie, uitging van het Nederlands Documentatie Centrum in Rome. Zie Sandro Magister
3/HV refereert nauwelijks naar het geheel van teksten dat tot dan toe het kerkelijk standpunt uiteengezet had. Er worden nauwelijks teksten van de Schrift (alhoewel de moraaltheologie volgens Vaticanum II nochtans in het bijzonder méér gevoed dient te worden door de Schrift, zie Optatam totius nr. 16), de traditie of het leergezag aangehaald (indien we de zopas gepromulgeerde teksten van Vaticanum II buiten beschouwing laten). Dit zou als een voorbeeld kunnen gelden voor het niet respecteren van de hermeneutiek van de continuïteit.
4/Volgend citaat uit de toespraak van Pius XII tot vroedvrouwen in 1951, alhoewel het onderwerp krachtig en bondig samenvattend, is in toon en woordgebruik niet te incorporeren in HV. “Het huwelijkscontract, dat aan de gehuwden het recht geeft te voldoen aan de neiging van de natuur, plaatst hen in een levensstaat, de huwelijksstaat. Welnu, de natuur en de Schepper leggen aan de echtgenoten, die er van gebruik maken door de specifieke daad van hun staat, de taak op te voorzien in de instandhouding van het menselijk geslacht. Dit is de karakteristieke prestatie welke de eigen waarde uitmaakt van hun staat, het welzijn van het kind. Het individu en de gemeenschap, het volk en de staat, zelfs de Kerk hangen voor hun bestaan, in de door God gestelde orde, af van het vruchtbaar huwelijk. Derhalve deze huwelijksstaat aanvaarden, voortdurend gebruik maken van het daaraan eigen recht, en van de andere kant zich altijd en weloverwogen zonder ernstige reden onttrekken aan zijn voornaamste plicht, zou een zonde betekenen tegen de zin zelf van het echtelijk leven.”
5/ De centrale gedachtegang in HV, nr. 12 wordt niet gefundeerd met teksten van Schrift, traditie of leergezag. “Deze leer, die door het kerkelijk leergezag herhaaldelijk is uiteengezet, berust op de onverbrekelijke band, die God heeft vastgesteld en die de mens niet uit eigen beweging kan breken, tussen de beide betekenissen die in de huwelijksdaad liggen besloten: eenwording en voortplanting.”
Merk op dat hier ook sprake is van “betekenis” (significatio) terwijl de traditionele leer spreekt over “doel” (finis).
6/Veel nadruk wordt gelegd op de daadwerkelijke profetische voorspellingen in nr. 17 over de gevolgen van artificiële contraceptie, nl. algemeen zedenverval, het verlies van de eerbied voor de vrouw vanwege de man; een gevaarlijk wapen in de handen van de burgerlijke overheid. Deze vorm van consequentialisme (zie Veritatis splendor, nr. 75: [het consequentialisme] tracht criteria voor de juistheid van een bepaald handelen te voorschijn te brengen, die enkel en alleen voortkomen uit de berekenbare gevolgen van een gemaakte keuze) volstaat echter niet, alhoewel vanzelfsprekend HV dit niet beweerd. Maar de ontologische basis voor het verbod op artificiële contraceptie lijkt ons niet voldoende uitgewerkt te zijn. Dit heeft alles te maken met de afwezigheid van het onderdeel van de kerkelijke leer over de doeleinden van het huwelijk. (Vergelijk: CIC 1917 c. 1013 § 1: Het primaire doel van het huwelijk is de voortbrenging en de opvoeding van het kroost; het secundair: onderlinge hulp en een geneesmiddel voor de begeerlijkheid; CIC 1983 c. 1055 § 1 Het huwelijksverbond, waardoor man en vrouw met elkaar een algehele levensgemeenschap vormen, die uit haar natuurlijke aard gericht is op het welzijn van de echtgenoten en op het voortbrengen en opvoeden van kinderen, is door Christus de Heer tussen gedoopten verheven tot de waardigheid van sacrament.)
Het doel volgens de metafysica is datgene wat het handelen zoekt te bereiken, of, met de woorden van Aristoteles, dat waarom alle al het overige doen. Het doel is de eerste oorzaak, omdat het het beginnen en plaatsvinden van de werking verklaart. Door “al het overige” waarvan in de definitie sprake is worden de handelingen en activiteiten aangeduid die als middel of als intermediaire verrichtingen aan het einddoel dienstbaar zijn.
De natuurwet toont zich aan ons wanneer we (h)erkennen dat er al doelen in dingen (zoals de huwelijksstaat) aanwezig zijn en dat onze wil en keuzes deze prioriteit dienen te respecteren.
Het is dit vermogen om de natuurlijke doelen van dingen te onderscheiden van onze wil en keuzes, die maakt dat de traditie kan zeggen dat de natuurwet in het hart van de mens gegrift is.

Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam