maandag, maart 24, 2008

Witte mozzetta

Een pauselijk voorrecht gedurende de Paasoctaaf is de witte mozzetta dat paus Benedictus XVI gisteren, Pasen 2008, opnieuw geïntroduceerd heeft.










zondag, maart 23, 2008

Paus preekt over Conversi ad Dominum


Tijdens de Paaswake, behandelt het laatste deel van de preek van paus Benedictus het veelgenoemde Conversi ad Dominum. Hier is onze vertaling van de desbetreffende passage:
"In de oude Kerk was er de gewoonte dat de bisschop of de priester na de homilie de gelovigen opriep met de woorden: “Conversi ad Dominum” – keer u naar de Heer. Dit betekende op de eerste plaats dat zij zich zouden keren naar het Oosten, in de richting van het opgaan van de zon als teken van Christus die terugkeert en die wij gaan ontmoeten in de viering van de Eucharistie. Waar dit omwille van een bepaalde reden niet mogelijk was, zouden zij zich tenminste keren naar het beeld van Christus in de absis of naar het Kruis om zich inwendig te richten naar, te oriënteren op de Heer. Tenslotte handelt het zich om dit inwendige feit: conversio, het zich richten van onze ziel naar Jezus Christus en zo naar de levende God, naar het ware licht. Hiermee verbonden was toen de andere uitroep die ook vandaag, voor de Canon, gericht wordt aan de gelovige gemeenschap: “Sursum corda” – verheft de harten, hoog boven alle verwikkelingen van onze bekommernissen, onze verlangens, onze angsten, onze verstrooiingen – verheft de harten, uw innerste! In beide uitroepen worden we als het ware opgeroepen ons Doopsel te vernieuwen: Conversi ad Dominum – altijd opnieuw moeten we ons losmaken van verkeerde paden, waarin wij ons zo dikwijls met onze gedachten en handelen bewegen. Altijd opnieuw moeten wij ons richten naar Hem, die is de Weg, de Waarheid en het Leven. Altijd opnieuw moeten wij ‘bekeerlingen’ worden, gericht met heel ons leven naar de Heer. En altijd opnieuw moeten we toelaten dat ons hart weggetrokken wordt van de zwaartekracht die het naar beneden trekt en inwendig moeten we het hart hoog verheffen: in de waarheid en de liefde. In dit uur danken wij de Heer omdat Hij ons, krachtens Zijn Woord en Zijn Heilige Sacramenten, richt in de juiste richting en ons hart omhoog trekt. En laten wij zo tot Hem bidden: Ja, Heer, maak ons tot mensen van Pasen, mannen en vrouwen van het licht, vol van het vuur van uw liefde. Amen.

maandag, maart 17, 2008

Palmzondag 2008

Voor de fans van 'estetica papale', verwijs ik graag naar Hallowed Ground.
Een voorsmaakje.



En natuurlijk inhoudelijk:
(Uit de homilie)
"Is ons geloof voldoende zuiver en open zodanig dat vanuit dit geloof ook de 'heidenen', d.i. zij die vandaag op zoek zijn en vragen hebben, in staat zijn om het licht van de enige God in vermoeden, zich te verenigen in de voorhoven van het geloof met ons gebed en met hun vragen misschien tot de ware aanbidding Gods komen? ... Laten wij misschien niet op verschillende wijzen de afgoden binnen in ons geloof? Zijn we bereid om ons steeds opnieuw te laten zuiveren door de Heer en Hem toe te laten om uit ons en de Kerk al wat Hem tegengesteld is, te drijven?"

zondag, maart 16, 2008

Over de 'nieuwe' pauselijke staf

Lezers van deze blog zullen zich herinneren dat wij reeds eerder het 'geval' van de pauselijke staf behandelden. Wij waren toen zo vrij(postig) om een een 'nieuwe' staf te suggeren, d.w.z. de staf die Johannes Paulus II o.a. bij de opening van het Heilig Jaar in 1983 gebruikte aangezien deze beter zou passen bij de terugkeer van de pauselijke grandeur à la Benedictus XVI.
Maar opnieuw heeft onze Heilige Vader ons vandaag op Palmzondag verrast.



Na enig zoekwerk konden we achterhalen dat ook nu - hoe kon het anders in de geest van de hermeneutiek van de continuïteit- het geen nieuwe staf betreft maar reeds door Pius XII en Johannes XXIII is gebruikt geworden.



Hier tijdens Vaticanum II gedurende een viering in de Byzantijnse ritus. M.a.w. het gebruik van deze staf is een mooie indicatie van de correcte interpretatie van Vaticanum II!:

Kardinaal Rigali over Summorum Pontificum op het seminarie

Zenit.org publiceerde op 14 maart jl. een interview waarin kardinaal Justin Rigali, aartsbisschop van Philadelphia, op excellente en voorbeeldige wijze ingaat op de toepassing van Summorum Pontificum in zijn seminarie. Wij bewonderen steeds degene die niet wacht op nog een document van Rome om de logica zelve toe te passen. Hier volgt onze vertaling:



Welke praktische maatregelen worden genomen om Summorum Pontificum in het leven en het curriculum van het seminarie te incorporeren?
Kardinaal Rigali: Eerst zal er een voordracht gehouden worden over het motu proprio waarin de theologie die ten grondslag ligt aan het missaal van 1962 verhelderd wordt zodat de seminaristen een meer helder begrip geboden wordt van het motu proprio en van de pastorale bekommernis van Benedictus XVI voor de gelovigen die een diepe liefde koesteren voor de Tridentijnse liturgie. Aangezien bijna alle seminaristen van het Sint-Carolus Borromeus seminarie opgegroeid zijn met de Mis volgens de Novus Ordo – het missaal van Paulus VI- is het belangrijk om een uitleg te geven over de Mis volgens het missaal van 1962 – het missaal van de Zalige Johannes XXIII.
Bovendien zullen de seminariecolleges in theologie, liturgie en kerkgeschiedenis het initiatief van de Heilige Vader behandelen en toelichten. Het zal voor de seminaristen een hulp zijn om de continuïteit van de twee uitdrukkingen [van de Romeinse Ritus] te leren kennen maar het zal hen ook de gelegenheid bieden om zich bezig te houden met de veranderingen die plaatsvonden in de liturgie volgend op het Tweede Vaticaans Concilie.
In de lente, na de voordracht, zal éénmaal de Heilige Mis in de buitengewone vorm gevierd worden voor de gehele gemeenschap van het Sint-Carolus Borromeus seminarie. Hierdoor zal aan de seminaristen de liturgisch correctie wijze getoond worden waarin de buitengewone vorm van de Mis dient gevierd te worden.

Welk element in Summorum Pontificum heeft u ertoe geleid om uw steun te geven aan de incorporatie van het document in het leven van het Sint-Carolus Borromeus seminarie? Voorziet u een grotere vraag voor de traditionele vorm van de Mis in de toekomst?
Kardinaal Rigali: De Heilige Vader heeft erop gewezen dat de Mis volgens de buitengewone vorm en ook de viering van de sacramenten beschikbaar moet zijn voor de gelovigen indien er een echte pastorale nood bestaat. Velen van onze clerici hebben nooit de Mis gevierd of de sacramenten toegediend volgens het missaal van 1962 en volgens de andere liturgische teksten. Om in de pastorale nood te voorzien, mocht deze zich voordien, dienen de huidige seminaristen de mogelijkheid te hebben om passend onderricht te worden wat betreft de riten en de theologie die aan de grondslag liggen van deze vormen. Op dit moment voorzie ik geen grote vraag voor vieringen volgens de buitengewone vorm van de Mis. In het aartsbisdom van Philadelphia hebben we zeer weinig aanvragen ontvangen. De meeste katholieken vinden vandaag hun geestelijke voldoening in de Mis zoals deze gevierd wordt volgens het missaal van Paulus VI en dit blijft de gewone vorm van de viering.
Dit gezegd zijnde, we zijn gezegend met twee parochies in verschillende gebieden van het aartsbisdom waar de Mis gevierd wordt in de buitengewone vorm. Zij droegen reeds enige tijd de Mis op met het Tridentijnse missaal door middel van het noodzakelijke indult. Ik ben dankbaar dat deze parochies voorzien in de geestelijke en pastorale noden van de gelovigen die de buitengewone vorm verkiezen.

Sommige analisten van Summorum Pontificum hebben gezegd dat het document voornamelijk gericht is tot priesters en een gave is aan hen. Wat is uw mening?
Kardinaal Rigali: Het motu proprio is uitgevaardigd door de Heilige Vader voor alle katholieken. Wat betreft de priesters, alles wat de Heilige Vader zegt over de liturgie of over een verandering in de liturgische vorm of formulering geeft de priesters de gelegenheid om na te denken en te reflecteren over de mysteries die zij vieren in de liturgie. Vele priesters vinden in deze gelegenheden een vernieuwde zin voor ontzag en appreciatie voor de liturgie en een gelegenheid om zich opnieuw toe te wijden aan de viering van deze liturgieën in een meer bedachte, waardige en respectvolle wijze. In deze zin is Summorum Pontificum een gave aan alle priesters omdat het hen aanmoedigt om, doorheen de heilige liturgie, alle mensen te brengen tot een diepere en heilige vereniging met de Heer.

Seminaries houden zich bezig met vorming en in het bijzonder met liturgische vorming. Wat zal volgens u het vormende effect zijn van het leren en vieren van de buitengewone vorm van de Mis voor de seminaristen?
Kardinaal Rigali: De studie van de Mis volgens het missaal van 1962 zal de seminaristen de gelegenheid bieden om de continuïteit te ervaren tussen de oude en de nieuwere vormen.
Er is zoveel van ons geloof dat gebaseerd is op continuïteit en traditie, het doorgeven van het geloof van de éne generatie op de andere. Soms veranderen riten en ontwikkelen ze zich maar de kern blijft steeds dezelfde. Benedictus XVI zegt aan de bisschoppen in zijn brief die het motu proprio vergezelt: “Er is geen contradictie tussen de twee edities van het Romeins missaal. In de geschiedenis van de liturgie is er groei en ontwikkeling maar geen breuk. Wat vroegere generaties als heilig aanzagen, blijft ook heilig en groots voor ons en het kan niet plots geheel verboden worden of aanzien als schadelijk. Het komt ons allen toe om de rijkdommen die zich ontwikkeld hebben in het geloof en gebed van de Kerk te bewaren en er hun juiste plaats aan te geven.” De liturgische vorming die de seminaristen van het Sint-Carolus Borromeus seminarie ontvangen vormt hen in eerbied en heiligheid en dit zal aan de gelovigen, die zij na hun wijding bedienen, ten dienste komen.

Zal de viering van de Mis volgens het missaal van de Zalige Johannes XXIII een effect hebben op de wijze waarop een priester de Novus Ordo Mis viert?
Kardinal Rigali: Elke priester die niet vertrouwd is met de buitengewone vorm of die de liturgie volgens deze vorm enige tijd niet gevierd heeft, zal waarschijnlijk en vanzelfsprekend, nadenken over de wijze waarop hij de Mis viert volgens de Novus Ordo. Dit nadenken is positief omdat het slechts kan leiden tot een meer waardige viering van de liturgie.

Wat kunnen priesters doen om Summorum Pontificum te incorporeren in hun eigen priesterlijk dienstwerk?
Kardinaal Rigali: Het Sint-Carolus Borromeus seminarie bidet een cursus voor priesters die wensen gevormd en getraind te worden in de juiste viering van de Mis volgens het missaal van de zalige Johannes XXIII om zo competentie in het Latijn en de rubrieken van de buitengewone vorm te verzekeren. Voorafgaand aan de praktische ervaring, zal de theologie achter de liturgie en het motu proprio worden bestudeerd. Ik moedig elke priester die wenst deze liturgie te celebreren aan om zulke vormende opportuniteiten aan te grijpen opdat de liturgie gevierd wordt op een biddende en eerbiedwaardige wijze.

zaterdag, februari 16, 2008

BELANGRIJK: De instructie van seminaristen in de Forma extraordinaria

Father Zuhlsdorf heeft volgend interessant bericht (hij geeft tevens het orginele document weer):
in een antwoord (gedateerd 9 februari 2008) van de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei op een vraag over het onderricht van seminaristen in het missaal volgens de Zalige Johannes XXIII (1962) wordt geantwoord en ik citeer:
1. Kandidaten voor het priesterschap in de Romeinse Ritus van de Katholieke Kerk hebben het recht om onderricht te worden in beide vormen van de Romeinse Ritus. [Candidates for the priesthood in the Roman Rite of the Catholic Church have the
right to be instructed in both forms of the Roman Rite.]
2. Zij die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de kandidaten voor het priesterschap in de Romeinse Ritus van de Katholieke Kerk dienen te voorzien in de instructie van hun kandidaten in beide vormen van de Romeinse Ritus [Those responsible for the formation of candidates for the priesthood in the Roman
Rite of the Catholic Church should provide for the instruction of their candidates in both forms of the Roman Rite.]

Bovendien vermeldt de secretaris van PCED, Msgr. Camille Perl, dat "wij verwachten dat deze zaken snel behandeld zullen worden in een instructie over de toepassing van het Motu Proprio Summorum Pontificum" [We expect that these matters will soon be treated in an instruction on the application of the Motu Proprio Summorum Pontificum.]

Ik herinner bovendien aan § 12. van Summorum Pontificum: Art. 12. Deze Commissie, naast de faculteiten die zij reeds geniet, zal de autoriteit van de Heilige Stoel uitoefenen, wakende over de observantie en de toepassing van deze disposities. [Art. 12. Eadem Commissio, ultra facultates quibus iam gaudet, auctoritatem Sanctae Sedis exercebit, vigilando de observantia et applicatione harum dispositionum.]
Hoe vandaag reeds de seminaristen van het bisdom van aartsbisschop Raymond E. Burke onderricht worden in de Forma extraordinaria kan u hier lezen als ook beelden van de Allerzielen mis in het seminarie in de Forma extraordinaria hier.

De hervorming van de hervorming gaat verder!


The New Liturgical Movement noteert een prachtige evolutie tussen vasten 2006 en vasten 2008 van de opstelling van het altaar in de pauselijke Redemptoris Mater -kapel.

maandag, februari 11, 2008

Paus Benedictus over problemen met massa-Eucharistie

In zijn vraaggesprek met de clerus van Rome, 7 februari jl., bespreekt paus Benedictus de problemen die gepaard gaan met de H. Mis waaraan duizenden mensen deelnemen. Voor wie ooit aanwezig was of enkel beelden zag van zulke 'vieringen' zoals in Keulen of Oostenrijk in het recente verleden, beseft dat hier ernstige vragen dienen bij gesteld te worden, zowel wat betreft de gelovigen als de massaal concelebrerende priesters. Interessant is vooral dat blijkt dat de H. Vader bij deze gelegenheden niet alles in hand lijkt te hebben en dat bovendien hij de vraag stelt of bij massa-concelebratie nog "datgene wat de Heer gewild heeft" aanwezig is.
Hier zijn de woorden van onze Heilige Vader (Engelse vertaling via de website van Sandro Magister)
"Q: How do you reconcile the treasure of the liturgy in all of its solemnity with the sentiment, feeling, and emotionality of the masses of young people who are called to participate in it?

A: The problem of liturgies at which masses of people participate is a serious one I recall that in 1960, during the great international Eucharistic congress in Munich, there was an attempt to give a new physiognomy to the Eucharistic congresses, which until then had been solely acts of adoration. The intention was to put the celebration of the Eucharist at the center as the act of the presence of the mystery celebrated.

But the question immediately arose of how this could be done. Adoration, it was said, can also be done from a distance; but in order to celebrate there must be a delimited community that can interact with the mystery, and therefore a community that must be an assembly around the celebration of the mystery.

Many were against the idea of celebrating the Eucharist outdoors with a hundred thousand people. They said that it was not possible because of the very structure of the Eucharist, which requires community for communion. And there were also prominent personalities, very respectable, who were against this solution.

But then professor Jungmann, a great liturgist and one of the leading architects of the liturgical reform, created the concept of "statio orbis," returning to the "statio Romae" in which during the Lenten season the faithful would gather in a place, the "statio," like soldiers for Christ, and then would go to the Eucharist together. If that, he said, had been the "statio" of the city of Rome, the place where the city of Rome gathered, that this would be the "statio orbis," the place where the world gathers.

It was from that moment that we had Eucharistic celebrations with mass participation. For me, I must say, it remains a problem, because concrete communion in the celebration is fundamental, and therefore I do not believe that the definitive answer has truly been found. Again at the last synod [of bishops] I raised this question again, but the answer was not found.

I posed another question, about mass concelebration: because if, for example, a thousand priests concelebrate, it is not clear whether the structure intended by the Lord is still present. These are questions. And so you encountered, in Loreto, the difficulty of participating in a mass celebration during which it is not possible that all be equally involved. A certain style must therefore be chosen to preserve the dignity that is always necessary for the Eucharist; the community is not uniform, and the experience of participation at the event is different; for some, it is certainly insufficient. But in Loreto, this matter did not depend upon me, but rather upon those occupied with the preparation.

We must therefore reflect well on what to do in these situations [. . .] The fundamental problem remains, but it seems to me that, knowing what the Eucharist is, even if one does not have the possibility of the kind of exterior activity desired to feel oneself as a participant, one may enter with the heart, as the ancient imperative of the Church says, which may have been created precisely for those who were in the back of the basilica: "Let us lift up our hearts! Now let us all come out from ourselves, so that we ma be with the Lord and be together." I do not deny the problem, but if we truly follow these words, "let us lift up our hearts," we will all find, even in difficult and sometimes questionable situations, true active participation."