woensdag, september 08, 2010

Kardinaal Mercier en het modernisme - deel 4

Vandaag, 103 jaar geleden publiceerde de Heilige Paus Pius X de encycliek Pascendi Dominici Gregis. In eerdere bijdragen (hier, hier en hier) hebben wij een aantal teksten van de Belgische kardinaal Désiré Mercier hieromtrent gepubliceerd.
Hier volgt nu het laatste deel van zijn herderlijk schrijven, toegevoegd aan de vastenbrief van 1908.

Conclusie
De christen moet zijn geloof bewaren door het te bestuderen.

Het idee van een godsdienstige bibliotheek voor een christelijke familie.

Houdt u vast aan den hoeksteen van uw geloof. Vertrouwt op uw Bisschop, die zelf steunt op de Opvolger van Petrus, de Bisschop der Bisschoppen, de onmiddellijke plaatsvervanger van Gods Zoon, onze Heer Jezus Christus.
Bewaart den schat van uw geloof zorgvuldig, zonder hetwelk geen enkel goed, geen enkel werk u zal baten voor de eeuwigheid.
Vervolmaakt uw godsdienstonderricht.
Is het geen wonderbare zaak, dat de jongeling, naarmate hij toeneemt in jaren, er een eer in stelt, zijn fysieke krachten te ontwikkelen, zijn verkregen kennis te vermeerderen, zijn oordeel juister te vormen, zijn ondervinding te doen rijpen, zijn taal te kuisen en zijn stijl te verbeteren, zich meer en meer eigen te maken met de gebruiken, bij de grote wereld in zwang, beter en nauwkeuriger op de hoogte te geraken van de loop der gebeurtenissen? De man legt zich toe op zijn vak; doch wijst mij, ik vraag het u, de advocaat aan, de magistraat, de geneesheer, de koopman, die zich niet zou schamen op veertigjarige leeftijd te moeten bekennen, dat hij in twintig jaar niets meer heeft bijgeleerd?
Welnu, is het niet de waarheid, dat veel katholieken van twintig, dertig en veertig jaar, indien men er hun naar vroeg, verplicht zouden zijn te bekennen, dat zij, van hun eerste H. Communie af, niets meer inzake godsdienst hebben bijgeleerd, misschien zelfs integendeel veel vergeten zijn.
Ik begrijp, dat in deze door wanorde gekenmerkte tijd, de ongodsdienstigheid hoogtij viert en ik betreur dat; maar minder goed is het uit te leggen, dat een verstandig man, vol geloof, overtuigd van de gunst, hem door God bewezen, door hem het voorrecht van het geloof te schenken, er toe komt, niet meer te weten, wat hij gelooft, waarom hij gelooft, waartoe de plechtige beloften van zijn doopsel hem verplichten ten opzichte van God en zijn naasten.
Iedereen moest in zijn bibliotheek een catechismus hebben, niet zoozeer om die nogmaals letterlijk na te gaan, maar om er de betekenis van te overdenken. De meest aanbevelenswaardige catechismus is de Catechismus van het Concilie van Trente, een werk, uitmuntend door duidelijkheid, juistheid, stelselmatigheid, waarmede, op bevel der Vaders van het Concilie van Trente, een commissie van theologen van naam belast is geweest, om in korte bewoordingen geloof, zeden en instellingen van den christelijke godsdienst samen te vatten.
Om meer en beter op de hoogte te komen van het voorwerp van hun geloof, zouden ontwikkelde katholieken daarenboven een handboek in hun bezit moeten hebben van de leerstellingen van de Kerk,  alsmede de voornaamste pauselijke Encyclieken, gericht aan het tegenwoordige geslacht, in 't bijzonder die van Leo XIII roemr. naged. en van Z. H. Pius X.
Verder zouden zij bij de hand moeten hebben, zo al niet den volledige Bijbel, dan toch minstens Het nieuwe Testament, d, w. z. de Evangeliën, de Brieven der Apostelen, alsook de Handelingen der Apostelen. Ook een Kerkelijke Geschiedenis en een Apologetisch Handboek hebben zij nodig.
Tot bewaring en vermeerdering van zijn godsvrucht zou ieder gelovige een Romeins Missaal en een Liturgisch Handboek te zijner beschikking moeten hebben j dat hem een uitlegging geeft van de ceremoniën der Mis en der zoo belangrijke godsdienstplechtigheden in de Kerk.
De Navolging van Christus, de Meditaties over het Evangelie door Bossuet, de Inleiding tot het godvruchtig leven van de heiligen Franciscus van Sales ; ten slotte enige Levensgeschiedenissen van Heiligen, die ons het Evangelie tonen, in beoefening gebracht, zouden met elkander (tegen matigen prijs verkrijgbaar) het minimum moeten vormen van de godsdienstige bibliotheek van een christelijke familie.
ledere familie, hoe arm ook, moesten enige boeken over godsdienst en godsvrucht ten dienste staan. Wij zullen binnen kort over dit onderwerp inlichtingen geven, die wij hier slechts aanstippen.
Ik heb wel eens gelegenheid gehad, een oog te slaan in de bibliotheek van vrienden, die zich buiten de ambachten een carrière gezocht hadden: men vond er boeken over wetenschap, literatuur, profane geschiedenis ; te vergeefs zou men echter gezocht hebben naar een enkel godsdienstig werkje!
Is het wel te verwonderen, dat een objectie, die wat stout is opgezet, licht doel treft bij mensen, zoo weinig op tegenweer bedacht? Men schrikt dan op en neemt zijn toevlucht tot de apologie.
Die apologie speelt zonder twijfel haar rol in de Kerk. Tegenover de aanval moet men het verweer stellen. Is iemand ziek, dan is net verstandig de geneesheer te laten komen.
Doch leven volgens de hygiëne, is meer waard dan geneesmiddelen !
Bestudeert bij voorkeur de uitlegging van en de bewijzen voor de katholieken godsdienst, dringt diep door in zijn leer, denkt er aandachtig over na; houdt u op de hoogte van de geschiedenis der Kerk, doet uw voordeel met de werken van haar apostolaat.

Opwekking tot waakzaamheid en gebed.

Waakt dan en bidt. Onderdrukt de baatzuchtige inspraken van het ongeloof door uw rechtschapen levenswandel, uw zuiverheid van zeden, uw nederige betuiging van de afhankelijkheid, waarin gij leeft,van God en van de behoefte, die gij hebt aan zijn Voorzienigheid en bijna altijd zult gij de twijfelingen, die in uw ziel mochten opkomen en haar gezichteinder verduisteren, zien verdwijnen gelijk de wolken  voor een helder schijnende zon. Mocht nu en dan over een bijzonder punt twijfel in uw hart opkomen, raadpleegt dan een apologie of beter nog, wendt u dan tot een verlicht man: de oplossing, die gij zult krijgen, zal dan meer geëigend zijn voor uw begrip en de toestand, waarin uw ziel op dat ogenblik verkeert; zij zal veel meer nut doen dan de antwoorden, die in het algemeen gegeven worden aan een zeer grote menigte toehoorders of lezers bijeen.
Werkelijk, wij waarderen ons geluk het geloof te bezitten, niet genoeg. De mensen is zó gestemd, dat hij geen acht meer slaat op datgene, waaraan hij feitelijk gewoon is. Gij hebt goede ogen, goede oren, gezonde longen, uw hart werkt regelmatig, doch dankt gij vaak Degene, die u deze weldaden heeft verleend ? Indien gij gevaar liept, blind of doof te worden, tering te krijgen of verlamming, hoe dankbaar zoudt gij uiteraard zijn op het ogenblik, waarop dat gevaar was geweken!
De protestantse volkeren zijn ziek. Sinds vier eeuwen gevoelen zij de gevolgen van het vrij onderzoek. Verneemt, welk een smartvolle angst waarlijk godsdienstige zielen aangejaagd wordt door de duizend-en-één sekten, die elkander de toetrede tot een van haar betwisten, zonder dat een enkele de reden   weet   aan te geven, waarom aan haar juist de voorkeur moet gegeven worden boven andere.
Ik herinner mij een zeker anglicaans geestelijke, die zich, ongeveer in het jaar 1895, tot het katholicisme bekeerde. Eerlijk van karakter, verkondigde hij zijn parochianen de Godheid van Jezus Christus, die hij zelf aannam. Een ambtgenoot van hem, herder van een naburige parochie, leerde juist het tegenovergestelde aan zijn schapen. De vrome bevolking, geheel in beroering geraakt, vroeg beslechting van de twist. De Bisschop, het hoofd van die twee parochies, was een aanhanger van het geloof aan de Godheid van Christus, doch het was helaas wijd en zijd bekend, dat de Aartsbisschop het niet met hem eens was.
Wat nu te doen? Is het aan te nemen, dat er een Evangelie bestaat, waaraan wij moeten geloven, doch dat er van den anderen kant niemand is, om ons te zeggen, wat het inhoudt?
De anglicaanse geestelijke, die ik mij nog zeer goed herinner, kon niet nalaten, er over na te denken. Eenheid van geloof is zonder gezag een onmogelijkheid; gezag is inzake geloof onvoldoende zonder het voorrecht der onfeilbaarheid. Aldus redeneerde hij, nam dat aan, erkende het gezag van de Paus en werd op zijn beurt een apostel van het rooms- katholiek geloof.
Op dit ogenblik roepen godsdienstige protestanten, aangevallen door het liberalisme, heen-en-weer geslingerd door twijfel, vol wanhoop het gezag te hulp en bidden: „Heer, behoed ons, wij vergaan" (Matth. VIII, 25) ; op dit ogenblik zouden de modernisten ons willen beroven van het Opperhoofd, dat de zielen der van ons gescheiden sekten ons benijden en ons verzoeken, een ondervinding op te doen, waarvan vier eeuwen duidelijk het betreurenswaardige echec hebben getoond!
Neen, wij willen die treurige ondervinding niet opdoen! Nauwer dan ooit zullen we ons aaneensluiten rondom Petrus, de Plaatsvervanger van Christus. De eenheid van het christelijk geloof wordt alleen bewaard in de katholieke Kerk, de katholieke Kerk berust alléén op de Stoel van Petrus. „Wij. zullen ons dus richten'1, zoo sprak de heilige Irenaeus, Bisschop van Lyon, in het laatst der tweede eeuw, “naar de oudste van alle bekende Kerken, de Kerk, gegrondvest en gesticht door de twee roemrijke Apostelen Petrus en Paulus; wij,zullen aantonen, dat de overlevering en het geloof, dat zij heeft geleerd aan de mensen, tot ons is gekomen door een regelmatige opvolging van Bisschoppen; en dit zal een reden tot beschaming blijven voor allen, die of uit ijdelheid, of door verblinding en door verkeerde bedoeling zonder goed na te denken, er allerlei meningen volgens hun welbehagen op na houden. Want zoodanig is de superioriteit van den voorrang der Kerk van Rome, dat alle Kerken, d.w.z. alle gelovigen ter wereld akkoord met haar moeten gaan en dat de gelovigen, van waar zij ook mochten komen, de apostolisch traditie bij haar ongeschonden bewaard vinden.” (Adversus haeresis, lib. III, cap. 3)

Bron: Het modernismus, zijn verhouding tot de wetenschap, zijn veroordeling door Paus Pius X, uit het Fransch vertaald door Bas. Van Kesteren, G. Mosmans Zoon, ’s Hertogenbosch, 1909, pp. 21-46

Geen opmerkingen: