Uittreksels van zijn brief:
"Maar als men antwoordt op een vraag van een journalist, gaat men er per definitie van uit dat men te maken heeft met een onderlegd persoon, die van ’s morgens tot ’s avonds met woorden werkt en dus ook perfect hun betekenis kent. De term “immanente gerechtigheid” sluit echter in zijn eigenlijke betekenis precies elke vorm van “straf” van boven- of buitenaf uit. Vandaar het adjectief “immanent”, dat “inherent aan de zaak zelf” betekent (van het Latijnse manere in = “zich binnenin bevinden”), zonder een beroep te moeten doen op een externe of “transcendente” oorzaak. Als het dus in deze uitdrukking om “gerechtigheid” gaat, betekent dit helemaal niet een goddelijke of menselijke rechtvaardigheid, maar een die voortvloeit uit de aard zelf van
de daden die we stellen."
"Vanuit filosofisch oogpunt meen ik dat er in de homoseksuele neiging en gedragingen een geaardheid schuilgaat die niet strookt met de objectieve logica van de seksualiteit. Deze logica van de seksualiteit – zowel plantaardige, dierlijke, als menselijke – bestaat erin het mannelijke en het vrouwelijke te “onderscheiden” en ook enigszins te “scheiden” en ze aldus als complementair te stellen.
Het zit overigens vervat in het woord “sekse”, dat hoogstwaarschijnlijk afgeleid is van het Latijnse “secare”. Dit werkwoord betekent “snijden” of “splitsen”. De seksualiteit bestaat erin het mannelijke en het vrouwelijke te splitsen met het oog op hun vereniging (in de paring bij dieren of in de interpersoonlijke liefdesontmoeting bij de mens) door een gebaar (de seksuele vereniging) dat ook het doorgeven van het leven mogelijk maakt. Het filosofische probleem dat zich stelt bij de homoseksualiteit bestaat erin dat in dit geval de seksuele geaardheid de polariteit tussen het mannelijke en het vrouwelijke in zeker zin doorstreept en zich naar een persoon van hetzelfde geslacht keert."
Of hoe de Kerk meer nood heeft aan filosofen en de wereld onnadenkend is!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten