De collecta voor de gedachtenis van vandaag, de heilige Margareta Maria Alacoque (1647-1690), is een mooie illustratie van de inhoudelijke verschillen tussen het Missaal van 1962 en het Missaal van 1919/1970.
(Haar gedachtenis, in MR 1962 op haar daadwerkelijke sterfdag 17 oktober, werd in 1969 verplaatst naar 16 oktober omdat men St. Ignatius van Antiochië, in MR gevierd op 1 februari, wilde vieren op 17 oktober om zo de Syrische kerken gewillig te zijn die St. Ignatius reeds lang op 17 oktober vieren. Margareta Maria Alacoque werd daarom maar een dag vervroegd).
De collecta in MR 1962 luidt:
"Domine Jesu Christe, qui investigábiles divítias Cordis tui beátae Margarítae Maríae Vírgini mirabíliter revelásti: da nobis ejus méritis et imitatióne ; ut, te in ómnibus et super ómnia diligéntes, jugem in eódem Corde tuo mansiónem habére mereámur: Qui vivis."
Het openingsgebed in MR 1969/1970 luidt:
"Effúnde super nos, quaesumus, Dómine, spíritum, quo beátam Margarítam Maríam singuláriter ditásti, ut scire valeámus supereminéntem sciéntiae caritátem Christi, et impleámur in omnem plenitúdinem tuam. Per Dóminum."
Men vraagt zich af waarom deze verandering nodig was. Aangezien zij pas in 1920 door Benedictus XV is heiligverklaard en in 1929 op de kalender is gekomen, kan er geen sprake zijn van redenen zoals die gebruikelijk werden ingeroepen om collecta's in MR 1962 te veranderen, nl. herstel van oude gebeden, Tridentijnse en Posttridentijnse vervormingen van teksten, etc. (Zie de bijdrage van Lauren Pristas: The Orations of the Vatican II Missal: Policies for Revision)
Is het toevallig dat in het gebed van MR 1969/1970 elke verwijzing naar het Heilig Hart verdwenen is? En dit terwijl enkele jaren tevoren Paus Pius XII in Haurietis Aquas (1956) deze devotie nog sterk had benadrukt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten