woensdag, oktober 10, 2012

Vaticanum II, Nieuwe Evangelisatie en de Zalige Paus Johannes XXIII

Wat was de bedoeling van Vaticanum II in de ogen van de Zalige Paus Johannes XXIII? Is de Kerk in deze bedoeling geslaagd nu wij 50 jaar later deze teksten van Johannes XXIII lezen?
Een kleine greep uit teksten van 1960 en 1961 kunnen op deze vragen een antwoord geven.



11 september 1960: Alla populazione di Castel Gandolfo
Bron: Discorsi Messaggi Colloqui den Santo Padre Giovanni XXIII, vol. 2, 686-691

"Vandaag bestaan er in de Kerk geen meningsverschillen en geen strijd, terwijl daarentegen in grote gebieden van de wereld de poging zich doorzet geheel de christelijke beschaving te verwerpen. In de Kerk daarentegen toont zich de wens om grootmoedig te hernemen, om een aggiornamento van de richtlijnen die Zij altijd gegeven heeft ten behoeve van het individuele, collectieve en sociale leven. Men wil daarom de leer altijd meer verspreiden en begrijpelijk maken, de constitutieve verordeningen en de richtlijnen voor het behoud en de ontwikkeling van de moraal altijd meer helder maken. Tot slot gaat het om de bijzondere verordeningen ten overstaan van de noodzakelijkheden van de tijden op de juiste wijze te presenteren zodanig dat de Kerk niet enkel iets is wat men halvelings aanvaardt maar iets wat volledig in de overtuiging van het verstand van de mensen binnengaat en iedereen begeestert …”


In Sollemnis
Toespraak van 14 november 1960 tot de voorbereidende commissies van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie gehouden te Sint-Pieter
Bron: AAS 52 (1960) 1004-1014

“In onze tijd echter, waarin de mensen in denken en streven sterk verschillen van vroeger, en enerzijds moeten vechten tegen allerlei verlokkingen en gevaren als gevolg van een bijna uitsluitend zoeken van de vergankelijke aardse goederen, anderzijds de beginselen van de godsdienstige en bovennatuurlijke orde, die de kenmerken waren van de christelijke beschaving al de eeuwen door, ofwel geheel vergeten hebben ofwel geringschatten, in onze tegenwoordige tijd, zeggen wij, gaat het niet zozeer om het bestuderen of definiëren van de katholieke leer of discipline, ons door God of Christus geopenbaard en door de apostelen overgeleverd, als wel om een nieuw elan en nieuwe luister [nova vis et claritas] te geven aan de christelijke denk- en levenswijze, waarvan de katholieke Kerk rechtens bewaarster en leermeesteres is.”

“Wij willen het nogmaals herhalen: wij verwachten werkelijke grote dingen van dit Concilie, zoals de versterking van het christelijk geloof en de christelijke leer, van de kerkelijke tucht, van het godsdienstig leven, maar ook een bijdrage tot een scherpere belichting en een bevestiging van de beginselen voor een christelijke orde, waarop de ware vooruitgang van het burgerlijk, economisch, politiek en sociaal leven volledig moet steunen.”

Qui e concessu
Toespraak van 16 januari 1961 in het geheim consistorie
Bron: AAS 53 (1961) 66-70

“Met het volste recht verwacht de Kerk van Christus rijke vruchten van deze gebeurtenis: nl. dat zij de zaak van de waarheid dient, een bewijs geeft van de christelijke liefde en een voorbeeld van de broederlijke vrede, die uit deze burcht der katholieke eenheid, toegewijd aan de nagedachtenis van het hoofd van de apostelen, als vanaf een hoog verheven cathedra plechtig aan alle volken wordt verkondigd."

Progredientes
Toespraak van 20 juni 1961 bij het einde van de eerste zitting van de centrale commissie ter voorbereiding van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie
Bron: AAS 53 (1961) 499-503

“Kort samengevat is het doel van het Concilie: een nieuwe opbloei van heiligheid in alle rangen van de geestelijkheid; het onderricht van het volk Gods in de leer en de voorschriften van de christelijke godsdienst op de meest aangepaste wijze; de juiste vorming van de jeugd, die als een nieuwe kiem de hoop vormt van een betere toekomst, tot een goed christelijk leven; de bevordering van het sociaal apostolaat; de versterking van de missiegeest, van die geest nl. waardoor allen zich elkaars broeders en vrienden tonen.”

Accipietis
Homilie 10 juni 1962 Pinksteren
Bron: AAS 54 (1962) 437-447

“Zij [de liturgische bijeenkomst van deze dag] is een klein beeld, een eerste schets van het schouwspel dat de Heer zelf in Zijn goedheid ons wil schenken op deze Vaticaanse heuvel op de elfde oktober, om van hieruit een nieuw elan [nuovo slancio] te wekken voor de heiligheid van de hiërarchie, de geestelijkheid en het volk, voor de verlichting van alle volken, en om aan alle menselijke activiteit nieuw leven te geven. De wereld zal dus spoedig met eigen ogen kunnen zien wat het Concilie is, welke grootse dingen de heilige katholieke Kerk weet te bieden in het licht van Jezus, haar goddelijke Stichter, zoals Hij haar gewild heeft, zoals Hij haar gemaakt heeft en zoals Hij haar door alle eeuwen heen het leven blijft schenken. Zij zullen de Kerk zien in haar werken voor het heil van alle mensen en alle volken, in haar uitstraling van hemelse leer en genaderijkdom; zij zullen zien, hoe de Kerk door middel van het offer de weg is tot vrede hier op aarde en tot de onvergankelijke heerlijkheid in het eeuwig leven.”

“Het tweede Vaticaans Concilie wil op een spontane wijze en zo breed mogelijk de uitdrukking zijn van wat Christus nog altijd betekent, thans meer dan ooit: licht en wijsheid, leiding en aansporing, troost en verdienste voor het menselijk lijden in dit aardse leven, en een belofte voor het toekomstig leven.”

“Niet precies alle punten van de katholieke leer zullen op het aanstaande Concilie opnieuw worden behandeld, maar heel bijzonder de punten, die betrekking hebben op de fundamentele waarheden, die het moderne denken in discussie heeft gesteld of tegenspreekt als gevolg van de dwalingen van alle tijden, die steeds in andere vormen opduiken. De mens, die de diepten van de wetenschap doorvorst en zoekt naar het raakpunt tussen hemel en aarde, weet, dat ieder probleem een oplossing vindt in de apostolische leer, en dat geen enkele oplossing gegeven wordt met polemische bedoeling of met trotse vanzelfsprekendheid.”

“Het tweede Vaticaans Concilie verschijnt voor de katholieke wereld, aan de mensheid in de zekerheid van het apostolische Credo, beleden door een immense vergadering, en met de ervaring van een bijna universele uiteenzetting van de leer, in een allesomvattende visie, die het best beantwoordt aan de ziel van de moderne tijd. Dit zal van de kant van de Kerk een prachtig getuigenis zijn voor de leer van Christus, met een beroep op de bijzondere traditie vooral van het eerste Vaticaans Concilie, het Concilie van Trente, het vierde Lateraans Concilie, de roem van paus Innocentius III (1215), en met een beroep op de traditie van alle concilies, waardoor men een triomf beleefde van de waarheid, die doordrong in de gemeenschap en die men met ijver daarin trachtte te vestigen."

Geen opmerkingen: