zaterdag, november 02, 2013

Toen een encycliek nog een encycliek was!

 
Congressen worden gehouden, bijeenkomsten, besprekingen, bezocht door niet weinig hoorders. Allen zonder onderscheid worden genodigd, heidenen zowel als Christenen, zelfs zij, die Christus ontrouw zijn geworden en in Zijn godheid en hoge zending halsstarrig niet meer geloven.

Zinloos voor katholieken zijn zulke pogingen, want deze zijn gestoeld op de valse mening, dat elke godsdienst min of meer goed is, daar iedere godsdienst, ofschoon verschillend, de ons ingeboren streving betuigt, die ons stuwt naar God en ons voor Zijn macht doet buigen.

Verkeerd is deze mening; en die haar aanhangen, dwalen; erger: zij verstoten de ware godsdienst, welks begrip zij verwringen. Zo leiden zij af naar naturalisme en godloosheid. Zonneklaar blijkt dus, dat wie deze meningen huldigt, en wie deze pogingen steunt, afwijkt van de godsdienst, die God geopenbaard heeft.

Er is meer, want aan Zijn gezanten heeft Gods Zoon verordend, alle volken te onderwijzen, aan alle mensen gaf Hij opdracht om geloof te hechten aan die dingen, die zouden gepredikt worden "door getuigen, voorbeschikt door God;" (Hand. 10, 41) en de sanctie op Zijn bevel is: "Wie heeft geloofd en gedoopt is, wordt zalig; wie echter niet gelooft, wordt verdoemd." Maar beide geboden van Christus, om te prediken en om te geloven, - om het eeuwig heil te verwerven, - die men niet kan voorbijgaan, beide geboden zijn niet te begrijpen, als de Kerk de leer van het Evangelie niet volledig en doorzichtig voorlegt, en als zij hierin van elke kans op dwaling niet vrij is.
Buiten de weg dwalen zij, die beweren, dat er op aarde een schat van waarheid bestaat, maar dat men hem moet zoeken met zoveel kommer en moeite, met zoveel zorg en overleg, dat om hem te vinden een mensenleven nauw toereikend is. Alsof God had gesproken door Zijn profeten en Zijn enige Zoon, opdat slechts weinigen, en die zeer laat, zouden bereiken wat Hij geopenbaard heeft, en Hij niet een regel gegeven had, voor geloof en zeden, die de mens zijn aards leven lang zou leiden.
Duidelijk is het derhalve, dierbare Broeders, waarom deze Apostolische Zetel nooit toestond, dat katholieken deelnemen aan congressen van niet-katholieken. De eenheid der Christenen wordt slechts bewerkt door te bevorderen, dat verdwaalden terugkeren tot de éne ware Kerk van Christus, die zij jammerlijk hebben verlaten. Wij zeggen: de éne ware Kerk, voor allen duidelijk zichtbaar en die, naar de wil van Haar Stichter, voor altijd zo zal blijven, als Hij Haar tot aller heil heeft ingesteld.

Nooit immers in de loop der eeuwen is de mystieke Bruid van Christus onteerd, noch kan Zij dit ooit worden. "Ongerept is Zij en kuis," zegt Cyprianus, "één huis kent Zij slechts, en in kuise ingetogenheid bewaart Zij de heiligheid van één haard."

Bron: Pius XI, Encycliek Mortalium animos (1928)

Geen opmerkingen: