maandag, oktober 05, 2009

Godsbewijzen en het katholieke geloof

Blijkbaar is het nodig te herinneren aan het volgende:

Catechismus

"Onze moeder de heilige Kerk houdt en leert dat God, beginsel en doel van alle dingen, door het natuurlijke licht van het menselijk verstand met zekerheid gekend kan worden vanuit de geschapen werkelijkheden."
Zonder dit vermogen zou de mens de openbaring van God niet kunnen ontvangen. De mens heeft dit vermogen omdat hij geschapen is "naar het beeld van God".
In de historische omstandigheden waarin hij leeft, ondervindt de mens echter tal van moeilijkheden om God alleen maar met het licht van zijn verstand te kennen: "Want al kan het menselijk verstand, om het eenvoudig te zeggen, door zijn natuurlijke krachten en zijn natuurlijk licht tot een ware en zekere kennis komen van een persoonlijke God, die de wereld door zijn voorzienigheid in stand houdt en bestuurt, en omtrent de natuurwet die door de Schepper in ons hart is neergelegd, toch zijn er niet weinig factoren die het verstand verhinderen zijn natuurlijk vermogen daadwerkelijk en met vrucht te gebruiken. Want de waarheden die betrekking hebben op God en op de verhouding van de mens tot God, gaan de orde van de zintuiglijk waarneembare wereld volstrekt te boven; en wanneer men deze waarheden in praktijk gaat brengen en zijn leven ernaar gaat inrichten, vraagt dat algehele toewijding en zelfverloochening. Nu ondervindt het menselijk verstand bij het verwerven van de kennis van deze waarheden moeilijkheden zowel vanwege de invloed van de zintuigen en de verbeelding als vanwege de slechte begeerten, die een gevolg zijn van de erfzonde. En zo beelden de mensen zich bij dit alles gemakkelijk in dat de dingen die ze liever niet als waar zouden zien, ook inderdaad niet waar of minstens twijfelachtig zijn." (Pius XII, Humani generis)


Vaticanum II, Dei Verbum

Door de goddelijke Openbaring heeft God zich zelf en zijn eeuwige raadsbesluiten omtrent het heil van de mensen willen bekend maken en meedelen, "om hen namelijk deelachtig te doen worden aan de goddelijke goederen, die het begrip van de menselijke geest volstrekt te boven gaan".

De Heilige Synode belijdt, dat "God begin en einddoel van alle dingen door het natuurlijk licht van het menselijk verstand met zekerheid gekend kan worden uit het geschapene"; zij leert verder, dat, dank zij zijn openbaring "datgene, wat in de goddelijke dingen in zich zelf niet ontoegankelijk is voor het menselijk verstand, ook in de tegenwoordige toestand van de mensheid door allen gemakkelijk met vaste zekerheid en zonder enige bijmening van dwaling kan worden gekend".

Vaticanum I, Dei Filius

De heilige moeder, de Kerk, houdt vast en leert: God, de grond en het doel van alle dingen, kan met het natuurlijke licht van het menselijk verstand uit de geschapen dingen met zekerheid gekend warden. "Want zijn onzichtbaar Wezen is van de schepping der wereld af bij enig nadenken uit het geschapene duidelijk te kennen" (Rom. 1, 20). Toch heeft het Hem in zijn wijsheid en goedheid behaagd langs een andere en wel bovennatuurlijke weg zichzelf en zijn eeuwige wilsbesluiten aan het mensdom te openbaren. Zo zegt de apostel: "Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken heeft door de profeten heeft Hij aan het einde dezer dagen tot ons gesproken door zijn Zoon" (Hebr. 1, 1).

Geen opmerkingen: