maandag, september 15, 2008

Paus over Summorum Pontificum

In zijn toespraak tot de Franse bisschoppen, op zondag 14 september 2008, één jaar na het in kracht treden van het motu proprio, zei paus Benedictus het volgende (mijn vertaling):
"De liturgische cultus is de meest verheven uitdrukking van het priesterlijke en bisschoppelijke leven als ook van het catechetisch onderricht. Uw taak tot heiliging van het gelovigenvolk, dierbare broeders, is onmisbaar voor de groei van de Kerk. Ik ben ertoe geleid geworden om te preciseren, in het motu proprio Summorum Pontificum, de voorwaarden tot uitoefening van deze taak, wat betreft de mogelijkheid om evengoed het missaal van de Zalige Johannes XXII (1962) dan deze van paus Paulus VI (1970) te gebruiken. Vruchten van deze nieuwe disposities hebben zich reeds voorgedaan en ik hoop dat de onmisbare pacificatie van de geesten zich, dank zij God, aan het bewerkstelligen is. Ik neem acht van de moeilijkheden die de uwen zijn, maar ik twijfel niet dat jullie,op redelijke termijn, zullen komen tot bevredigende oplossingen voor allen, opdat het naadloze kleed van Christus zich niet verder scheurt. Niemand is teveel in de Kerk. Iederaan, zonder uitzondering, moet zich er thuis kunnen voelen en nooit verworpen worden. God die van alle mensen houdt en niemand wil verliezen, vertrouwt ons deze zending van herders toe, en maakt zo van ons herders van zijn schapen. We kunnen Hem enkel danken voor de eer en het vertrouwen dat Hij in ons stelt. Laat wij ons dus inspannen om altijd dienaars van de eenheid te zijn."

Origineel:
Le culte liturgique est l'expression suprême de la vie sacerdotale et épiscopale, comme aussi de l'enseignement catéchétique. Votre charge de sanctification du peuple des fidèles, chers Frères, est indispensable à la croissance de l'Église. J'ai été amené à préciser, dans le Motu proprio Summorum Pontificum, les conditions d'exercice de cette charge, en ce qui concerne la possibilité d'utiliser aussi bien le missel du bienheureux Jean XXIII (1962) que celui du Pape Paul VI (1970). Des fruits de ces nouvelles dispositions ont déjà vu le jour, et j’espère que l'indispensable pacification des esprits est, grâce à Dieu, en train de se faire. Je mesure les difficultés qui sont les vôtres, mais je ne doute pas que vous puissiez parvenir, en temps raisonnable, à des solutions satisfaisantes pour tous, afin que la tunique sans couture du Christ ne se déchire pas davantage. Nul n'est de trop dans l'Église. Chacun, sans exception, doit pouvoir s'y sentir chez lui, et jamais rejeté. Dieu qui aime tous les hommes et ne veut en perdre aucun nous confie cette mission de Pasteurs, en faisant de nous les Bergers de ses brebis. Nous ne pouvons que Lui rendre grâce de l'honneur et de la confiance qu'Il nous fait. Efforçons-nous donc toujours d'être des serviteurs de l'unité !

Geen opmerkingen: