zondag, september 28, 2008

Summorum Pontificum en de seminaries

De nieuwe post-Summorum Pontificum uitgave van Adrian Fortescue's The Ceremonies of the Roman Rite described heeft een voorwoord van kardinaal Castrillon Hoyos met de volgende tekst:

"The Holy Father is pleased at the generous response of many priests to his initiative in learning once again the rites and ceremonies of the Sacrifice of the Mass and of the other sacraments according to the usus antiquior so that they may serve those people who desire them. I encourage priests to do so in a spirit of pastoral generosity and love for the liturgical heritage of the Roman Rite. Seminarians, as part of their formation in the liturgy of the Church, should also become familiar with this usage of the Roman Rite not only in order to serve the People of God who request this form of Catholic worship but also in order to have a deeper appreciation of the background of the liturgical books presently in force. Hence it follows that all seminaries should provide such training as a matter of course."

Zie hier voor het persbericht.

Sint-Thomas over de liturgische gewaden

Zoals zo vaak reeds verklaard, bevat het werk van Sint-Thomas een schatkamer aan inzichten over nagenoeg alle onderwerpen. Hier is een voorbeeld uit het Supplement, q. 40, a. 7:
Of de gewaden van de bedienaars op passende wijze ingesteld zijn door de Kerk?
Ik antwoord dat de kledingstukken van de bedienaars de vereiste disposities aanduiden om de goddelijke zaken te behandelen. Aangezien bepaalde zaken vereist zijn voor allen en sommige zaken vereist zijn voor de hogere bedienaars, die minder vereist zijn voor de lagere bedienaars, daarom zijn bepaalde kledingstukken gemeenschappelijk voor alle bedienaars, terwijl sommige kledingstukken enkel toebehoren aan de hogere bedienaars.
Daarom is het passend dat alle bedienaars de amict dragen die de schouders bedekt, symbool voor de kracht in de uitoefening van het Goddelijk Officie waartoe zij geroepen zijn; zo ook de albe, die staat voor het zuivere leven en de cingel die staat voor de onderdrukking van het vlees.
De subdiaken draagt bovendien de manipel, die staat voor de zuivering van elke vlek, want de manipel is als een zakdoek die dient om het gezicht af te vegen; de subdiakens zijn immers de eersten die toegelaten worden tot het gewijde dienstambt. De subdiakens zijn bovendien gekleed in een nauwe tuniek, waarmee de leer van Christus wordt aangeduid. Daarom hingen er in de Oude Wet kleine bellen aan en zijn de subdiakens de eersten die toegelaten worden om de leer van de Nieuwe Wet te verkondigen.
De diaken draagt daarenboven de stool over zijn linkerschouder om eraan te herinneren dat het object van zijn dienstwerk de sacramenten zelf zijn en de dalmatiek (een breed gewaad, zo genoemd omdat het voor het eerst in Dalmatië gebruikt werd), symbool dat hij de eerste is om de sacramenten uit te delen: hij immers deelt uit het bloed uit en in het uitdelen van het bloed dient men genereus te zijn.
Maar in het geval van de priester hangt de stool over beide schouders ten teken dat hij de volle macht gekregen heeft om de sacramenten uit te delen; niet als dienaar van een ander en daarom wordt de stool recht naar beneden gedragen. Hij draagt tevens het kazuifel, symbool van de liefde want hij dient het sacrament van de liefde, de Eucharistie toe.
De bisschoppen dragen daarenboven negen ornamenten: sokken, sandalen, gordel, tuniek, dalmatiek, mijter, handschoenen, ring en staf. Immers zij hebben negen volmachten meer dan de priester: de wijding van clerici, de zegening van maagden, de wijding van bisschoppen, de handoplegging, de wijding van kerken, de wegzending van clerici, de viering van synoden, de zegening van het Chrisma, de zegening van gewaden en vaatwerk.
We kunnen ook zeggen dat de sokken de rechte levenswandel symboliseren, de sandalen die de voeten bedekken, de verachting voor aardse goederen; de gordel die de stool met de albe verbindt, staat voor zijn liefde voor de deugd; de tuniek staat voor volharding want van Jozef wordt gezegd (Gen. 37, 23) dat hij een lange tuniek droeg die tot aan zijn enkels reikte, waarmee het einde van het leven wordt aangeduid; de dalmatiek staat voor de vrijgevigheid inzake werken van barmhartigheid; de handschoenen staan voor de verstandigheid in het handelen; de mijter duidt de wijsheid van de twee Testamenten aan en heeft daarom twee uiteinden; de staf duidt zijn pastorale zorg aan waarmee hij dwalenden moet verzamelen (dit wordt aangeduid door de kromming aan het einde van de staf), de zwakken moet ondersteunen (dit wordt aangeduid door de knop van de staf) en de tragen moet aansporen (dit wordt aangeduid door de punt aan de voet van de staf). Vandaar het vers: “Verzamel de dwalenden, ondersteun de zwakken, moedig de tragen aan”. De ring symboliseert de geloofsmysteries die de Kerk met Christus verenigen: de bisschoppen zijn de bruidegommen van de Kerk, in de plaats van Christus.
Bovendien dragen de aartsbisschoppen het pallium als teken van hun bevoorrechte volmacht want het herinnert aan de gouden ketting die men gewoonlijk gaf aan hen die oprecht gevonden hadden.


Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

maandag, september 22, 2008

Byzantijns-Tridentijns

Byzantijns [Tridentijns]Netwerk Nederland opgericht
Hilversum (Van onze redactie) 22 september 2008 - In het bijzijn van hulpbisschop Van Burgsteden, bisschop-referent voor oecumene en oosterse christenen, is op 19 september het Byzantijns [Tridentijnse]Netwerk Nederland opgericht.

Byzantijnse [Tridentijnse] ritus
Binnen de katholieke Kerk in Nederland vieren enkele duizenden katholieken regelmatig de liturgie volgens de byzantijnse [tridentijnse] ritus. In het Netwerk gaan hun gemeenschappen, koren en verenigingen samenwerken om het voortbestaan van de oosterse [tridentijnse] ritus binnen de Nederlandse kerkprovincie te waarborgen.

Constantinopel
De byzantijnse [tridentijnse] ritus is de liturgie zoals die door het Patriarchaat van Constantinopel [de Katholieke Kerk tot 1962] is voorgeschreven. In Nederland hebben tien priesters de bevoegdheid om voor te gaan in de viering van de liturgie volgens de byzantijnse [tridentijnse] ritus.

Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

zaterdag, september 20, 2008

Parvus error in principio magnus est in fine

www.kath.net berichtte onlangs over een interview van kardinaal Lehmann in de FAZ waarin hij zich o.a.uitlaat over zijn verhouding tot kardinaal Ratzinger/paus Benedictus. Zijn uitspraken roepen enige vragen op.

Hier is de betreffende tekst:
"Wir kennen uns nun seit mehr als 40 Jahren. Joseph Ratzinger ist ein anderer Denktyp als ich. Er ist zum Beispiel ein exzellenter Augustinus-Kenner. Ich habe mich für meine erste, philosophische Promotionsarbeit viel mit Heidegger, Kant, Marx und Hegel befasst. In meiner theologischen Doktorarbeit habe ich wissenschaftliche Exegese betrieben, der gegenüber der Papst vielleicht zurückhaltender war.

Eine gewisse kirchenpolitische Differenz zwischen uns gab es seit der Gemeinsamen Synode der deutschen Bistümer zur Umsetzung der Konzilsbeschlüsse während der siebziger Jahre. Ratzinger hatte ein anderes Kirchenbild. Die Synode war ihm nicht sehr gewogen. Damals hat er einmal in diesem Kontext gesagt, er setze "nicht auf Gremien, sondern auf prophetische Existenz". Er hat es einfach nicht mehr für wert gehalten, sich in der Synode mit allen möglichen Leuten herumzustreiten und so seine Zeit zu vergeuden.

Er hat sich nie in das Dickicht und das Unterholz des kirchlichen Betriebs hineingegeben. Aber dies sind ja keine ernsthaften Differenzen zwischen uns. Wir haben auf vielen Ebenen und lange zusammengearbeitet. Alles andere ist ein Märchen und lässt sich durch viele Dokumente auch widerlegen."


1.Een andere kerkvisie noemt hij geen ernstig verschilpunt. Hmmm, dat betekent dan dat hij het niet erg zou vinden als ik hiertegenover stel met Pius XII (Mystici corporis Christi, nr. 13: "Welnu, om deze waarachtige Kerk van Christus - die de heilige, katholieke, apostolische, Roomse Kerk is [est]- nader te bepalen en te beschrijven vindt men niets edelers, niets voortreffelijkers, niets goddelijkers ten slotte dan de uitdrukking, volgens de welke zij genoemd wordt "het mystieke lichaam van Jezus Christus"; deze uitdrukking nu vloeit voort en bloeit als het ware op uit hetgeen de Heilige Boeken en de geschriften van de Vaders veelvuldig voorhouden." Maar natuurlijk heeft kardinaal Lehmann zich vooral met 'wetenschappelijke' exegese in het licht van Heidegger, Hegel en Marx bezig gehouden!
2.Mogen we concluderen dat kardinaal Lehmann een synodale Kerk, waarbij allerlei raden en commissies eindeloos vergaderen en alles tot een eindeloos compromis uithollen wél, in tegenstelling tot de toenmalige kardinaal Ratzinger, verkiest.
3.Zonder de 'post hoc, propter hoc'-denkfout (niet alles wat ná iets komt, is het causale effect ervan - een veelgemaakte denkfout bij onnadenkende traditionalisten inzake Vaticanum II-) te maken, is het wel opvallend dat hij zelf een scheiding der geesten ziet in het onderwerp van de proefschriften. Een kenner van Augustinus en Bonaventura, stevig geworteld dus in de traditio perennis (alhoewel Ratzinger geen Thomist pur sang is maar dit wel, naar analogie met Karol Wojtyla, nog kan worden) versus een Heidegger-leerling en diens invloed op de exegese. Zoals bekend zei reeds Sint-Thomas ""Parvus error in principio magnus est in fine". Inderdaad kan een kleine fout in het begin van iemands denktocht een grote fout op het einde genereren.

Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

Sint-Thomas en polygamie


Sint-Thomas behandelt dit onderwerp ondermeer in Summa contra Gentiles, boek 3, capitulum 124.
Vooreerst maakt hij echter in c. 123 een belangrijke vaststelling: "Er is in de mensen een zekere natuurlijke zorg (sollecitudo naturalis) aanwezig omtrent de zekerheid van het nakomelingschap. Dit is noodzakelijk omdat een zoon een langdurende leiding door de vader nodig heeft. Alles wat dus de zekerheid van het nakomelingschap verhindert, is tegen het natuurlijke instinct van de menselijke soort (contra naturalem instinctum).
C. 124 behandelt dan "dat het huwelijk enkel tussen één man en één vrouw kan zijn". Hij geeft vijf argumenten. Zo ondermeer:
1. "Zoals reeds gezegd is (in c. 123) verlangt de mens van nature (naturaliter) zeker te zijn omtrent het nakomelingschap. Deze zekerheid zou echter helemaal opgeheven worden indien meerdere mannen één vrouw zouden hebben. Het komt dus uit een natuurlijk instinct voort dat een vrouw slechts één man kan hebben."
2. "Vriendschap bestaat in een zekere gelijkheid (Ethica 8, 7). Indien het de vrouw niet toegestaan is om meerdere mannen te hebben omdat dit tegen de zekerheid van het nakomelingschap ingaat en het zou aan de man daarentegen wel geoorloofd zijn om meerdere vrouwen te hebben, dan zou er geen vrije vriendschap bestaan tussen man en vrouw maar een slaafse vriendschap. Dit wordt ook de ervaring bevestigd want bij mannen die meerdere vrouwen hebben, worden de vrouwen aanzien als dienstmeiden.
3. "Echte vriendschap kan men niet met velen hebben zoals blijkt uit het 8ste boek van Aristoteles' Ethica. Indien dus een vrouw slechts één man maar de man meerdere vrouwen had, dan zou er geen gelijke vriendschap van beide zijden zijn. Er zou geen vrije vriendschap maar een in zekere zin een slaafse vriendschap bestaan."
4. "Zoals reeds gezegd is het huwelijk bij de mensen er noodzakelijk op gericht overeen te komen met de goede zeden. Het is echter tegen de goede zeden meerdere vrouwen te hebben want daaruit volgt oneinigheid (discordia) in het huisgezin zoals uit de ervaring blijkt (ut experimento patet). Het is dus niet passend (conveniens) dat een man meerdere vrouwen heeft."

Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

maandag, september 15, 2008

Frankrijk 2008












Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

Paus over Summorum Pontificum

In zijn toespraak tot de Franse bisschoppen, op zondag 14 september 2008, één jaar na het in kracht treden van het motu proprio, zei paus Benedictus het volgende (mijn vertaling):
"De liturgische cultus is de meest verheven uitdrukking van het priesterlijke en bisschoppelijke leven als ook van het catechetisch onderricht. Uw taak tot heiliging van het gelovigenvolk, dierbare broeders, is onmisbaar voor de groei van de Kerk. Ik ben ertoe geleid geworden om te preciseren, in het motu proprio Summorum Pontificum, de voorwaarden tot uitoefening van deze taak, wat betreft de mogelijkheid om evengoed het missaal van de Zalige Johannes XXII (1962) dan deze van paus Paulus VI (1970) te gebruiken. Vruchten van deze nieuwe disposities hebben zich reeds voorgedaan en ik hoop dat de onmisbare pacificatie van de geesten zich, dank zij God, aan het bewerkstelligen is. Ik neem acht van de moeilijkheden die de uwen zijn, maar ik twijfel niet dat jullie,op redelijke termijn, zullen komen tot bevredigende oplossingen voor allen, opdat het naadloze kleed van Christus zich niet verder scheurt. Niemand is teveel in de Kerk. Iederaan, zonder uitzondering, moet zich er thuis kunnen voelen en nooit verworpen worden. God die van alle mensen houdt en niemand wil verliezen, vertrouwt ons deze zending van herders toe, en maakt zo van ons herders van zijn schapen. We kunnen Hem enkel danken voor de eer en het vertrouwen dat Hij in ons stelt. Laat wij ons dus inspannen om altijd dienaars van de eenheid te zijn."

Origineel:
Le culte liturgique est l'expression suprême de la vie sacerdotale et épiscopale, comme aussi de l'enseignement catéchétique. Votre charge de sanctification du peuple des fidèles, chers Frères, est indispensable à la croissance de l'Église. J'ai été amené à préciser, dans le Motu proprio Summorum Pontificum, les conditions d'exercice de cette charge, en ce qui concerne la possibilité d'utiliser aussi bien le missel du bienheureux Jean XXIII (1962) que celui du Pape Paul VI (1970). Des fruits de ces nouvelles dispositions ont déjà vu le jour, et j’espère que l'indispensable pacification des esprits est, grâce à Dieu, en train de se faire. Je mesure les difficultés qui sont les vôtres, mais je ne doute pas que vous puissiez parvenir, en temps raisonnable, à des solutions satisfaisantes pour tous, afin que la tunique sans couture du Christ ne se déchire pas davantage. Nul n'est de trop dans l'Église. Chacun, sans exception, doit pouvoir s'y sentir chez lui, et jamais rejeté. Dieu qui aime tous les hommes et ne veut en perdre aucun nous confie cette mission de Pasteurs, en faisant de nous les Bergers de ses brebis. Nous ne pouvons que Lui rendre grâce de l'honneur et de la confiance qu'Il nous fait. Efforçons-nous donc toujours d'être des serviteurs de l'unité !

dinsdag, september 02, 2008

Paus Benedictus ontvangt Ingrid Betancourt



Betancourt said meeting the pope was "a dream come true." (AP)


Ceterum autem censeo, Missam extraordinariam esse promovendam

maandag, september 01, 2008

Boot Camp Warfhuizen


Father Finigan vertelt hier en hier over zijn prachtige belevenissen op het Boot Camp in Warfhuizen.
Puella Paschalis heeft meer. En natuurlijk het dagboek van broeder Hugo.
Diegenen die er niet waren, zoals wij, hebben blijkbaar heel wat gemist. Voor herhaling vatbaar dus!