Het KN van 27 februari 2009 heeft een interview met de Amerikaanse Professor Robert Louis Wilken (Hier aan het werk met een lezing over Aquinas on Romans), waarin Prof. Wilken oproept een nieuwe christelijke cultuur te bouwen als tegengewicht voor de islam.
Op de vraag of Vaticanum II dit proces niet verzwakt heeft, antwoordt hij:
“Nu, vijftig jaar later, moeten we zeggen dat de resultaten gemengd zijn. De behoefte aan hervorming werd zo diep en wijd gevoeld, dat er wel iets moest gebeuren. De Kerk moest zich wel uitspreken over godsdienstvrijheid en de relatie met andere godsdiensten. Dat is met veel succes gebeurd.Maar in liturgisch opzicht was de hervorming te extremistisch, te zeer een breuk. De hervormers keken neer op zaken die de katholieke cultuur bij elkaar hielden, zoals de rozenkrans en devotionele en paraliturgische praktijken als het lof. De vastenregels zijn praktisch opgeheven. Op het kloosterleven, ongelofelijk belangrijk voor het uitdragen en voortzetten van de katholieke cultuur, betekende de hervorming praktisch een aanslag. Dat was schadelijk en reduceerde de identiteit van katholieken tot de zondagsviering. Wat dat betreft zijn het net protestanten geworden, ook in mijn land.”“
Hiermee verwoordt hij wat vele katholieken maar ook godsdienstsociologen al opgemerkt hebben.
En het lijkt wel alsof ook in de Lage Landen dit besef doordringt bij de 'beleidsmakers': "Het Tweede Vaticaanse Concilie is al te vaak versmald tot enkele hoogtepunten, bijvoorbeeld over de kerk als Volk van God. Het Concilie werd vaak simpel voorgesteld. Het heeft nagedacht over vele terreinen. Volgens mij is de rijkdom daarvan nog veel te weinig gekend. De ontvangst is geëindigd in karikaturen en oneliners. Het Concilie moet zijn diepte nog vinden in het hart van vele gelovigen" (Bron: www.rorate.com)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten