“Een vorst kan een christen zijn, maar hij moet niet regeren
als christen en als regeerder noemt hij zich geen christen maar een vorst. Want
als christen leert het Evangelie hem dat hij geen kwaad moet doen aan iemand, noch dat hij moet
straffen of spreken maar dat hij iedereen moet vergeven, dat hij moet verdragen
het pijnlijke en onrechtvaardige dat hem overkomt. Dat is, zeg ik, de les van
een christen. Maar dit zou geen goed bestuur zijn indien je het ook zou
verkondigen aan een vorst. Hij moet daarentegen zeggen: mijn stand
(Christenstand) als christen, laat ik tussen God en mezelf. Maar boven of naast
deze stand heb ik in de wereld een andere stand of een ander ambt, nl. dat ik
een vorst ben” (Luther, WA 32, p. 440).
Deze scheiding van het religieuze leven ten aanzien van het
aardse leven door Luther deed mij denken aan een ophefmakende toespraak van
aartsbisschop Chaput van Denver in 2010 (lees de gehele toespraak hier) waarin hij zei:
“Fifty
years ago this fall, in September 1960, Sen. John F. Kennedy, the Democratic
candidate for president, spoke to the Greater Houston Ministerial
Association. He had one purpose. He needed to convince 300 uneasy Protestant
ministers, and the country at large, that a Catholic like himself could serve
loyally as our nation’s chief executive.
Kennedy convinced the country, if not the ministers, and went on to be
elected. And his speech left a lasting
mark on American politics. It was
sincere, compelling, articulate – and wrong.
Not wrong about the patriotism of Catholics, but wrong about American
history and very wrong about the role of religious faith in our nation’s
life. And he wasn’t merely “wrong.” His Houston remarks profoundly undermined the
place not just of Catholics, but of all religious believers, in America’s
public life and political conversation.
Today, half a century later, we’re paying for the damage.”
“In Massa’s
view [aartsbisschop Chaput citeert uit “A Catholic for President? John F. Kennedy and the ‘Secular’ Theology of
the Houston Speech, 1960,” Journal of Church and State, Spring 1997], the kind
of secularity pushed by the Houston speech “represented a near total
privatization of religious belief – so much a privatization that religious
observers from both sides of the Catholic/Protestant fence commented on its
remarkable atheistic implications for public life and discourse.” And the irony -- again as told by Massa -- is
that some of the same people who worried publicly about Kennedy’s Catholic
faith got a result very different from the one they expected. In effect, “the raising of the [Catholic]
issue itself went a considerable way toward ‘secularizing’ the American public
square by privatizing personal belief.
The very effort to ‘safeguard’ the [essentially Protestant] religious
aura of the presidency . . . contributed in significant ways to its
secularization.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten